is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sluis van Boezinge Sas
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sas van Boezinge met verdedigingswerk en sluis
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Sas van Boezinge met verdedigingswerk en sluis
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sluis van Boezinge Sas
Deze vaststelling was geldig van tot
Het kanaal Ieper-Boezinge-Knocke dateert uit de 13de eeuw. Tussen 1636 en 1641 werd het kanaal verbreed en verbeterd. Om schepen met een grotere tonnenmaat te kunnen verwerken werden de vier verouderde overtomen vervangen door een nieuw sas in Boezinge. Deze belangrijke schutsluisconstructie, gebouwd door Bartholomeus de Buck, overbrugde een niveauverschil van 5.5 m. In 1695-1711 werd het sas versterkt in het kader van de grensverdedigingslinie van Vauban.
Voor de Eerste Wereldoorlog werd met de sluis van Boezinge-Sas, die schepen met een maximumlengte van 37 meter toeliet, het hoogteverschil van 6,72 tussen de boven- en benedenvaart overbrugd.
Tijdens de oorlog lag het schutssluiscomplex volop in de frontlinie. Van de lente 1915 tot de zomer 1917, d.i. tussen de Tweede en Derde Slag om Ieper, werd de linkeroever bezet door de geallieerden, de rechteroever door de Duitsers. Tijdens bombardementen werd het sluiscomplex dan ook volledig verwoest.
Na de oorlog, meer bepaald omstreeks 1930, werden ter vervanging van deze schutssluis twee sluizen gebouwd, namelijk één ter hoogte van Boezinge-dorp en één op de plaats van de oude sluis op het gehucht Boezinge-Sas. Hierdoor is het kanaal Ieper-IJzer voortaan in een boven-, midden- en benedenvaart opgedeeld. De bouw van de sluis van Boezinge-Sas, waarvoor voor ongeveer 200.00 Belgische frank arduinsteen werd aangekocht, was voltooid in 1929. Op de operationele pompinstallaties bij de sluis, die nochtans nodig waren om het waterpeil in de bovenvaart voldoende hoog te houden, was het evenwel wachten tot na 1933. De kostprijs van deze schutsluis, die door de firma Mylle werd gebouwd, bedroeg ongeveer 2.750.000,- Belgische frank. Met deze sluis die een bruikbare lengte en breedte van respectievelijk 40,85 meter en 5,50 m. had, werd het verschil van 3,22 m. tussen de boven- en middenvaart overbrugd. De waterreservoirs die de oude 17de-eeuwse sluis in het oosten en het westen flankeerden om het bij versluizen verloren gegane water op te vangen, werden niet weerhouden.
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)