is aangeduid als beschermd monument Schans XVII
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Schans XVII
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Schans XVII
Deze bescherming was geldig van tot
Deze betonnen pantserschans dateert uit het begin van de 20ste eeuw toen de binnenste fortengordel van de vesting Antwerpen naar een veiligheidsomwalling werd omgevormd. Toen legde men in totaal 18 schansen in de intervals tussen de forten II en VIII aan. Schans XVII bevond zich in de sector tussen fort VII en VIII. Typisch voor schansen uit deze periode is dat ze volledig in (ongewapend) beton zijn opgetrokken én dat het geschut achter een gepantserde geschutskoepel is opgesteld. In vergelijking met de schansen uit de buitenste fortengordel zijn de schansen uit de veiligheidsomwalling kleiner. De belangrijkste bouwwerkzaamheden liepen van 1910 tot 1912. Pas in april 1913 kregen de koepels en de artillerie een plaats (Gils 1998, 65).
De bouw van de schansen was een alternatieve oplossing voor een stadsomwalling. In het verleden had men de voorkeur gegeven aan omwallingen als vestingbouwkundige oplossing voor een tweede verdedigingslinie achter een vooruitgeschoven fortengordel. Maar dat concept stelde teveel problemen voor de stedelijke ontwikkeling rond Antwerpen. Daarom bleken rijen schansen tussen de forten een alternatief. Volgens het oorspronkelijke idee van generaal Deguise zouden de 18 schansen door een hek met elkaar verbonden worden. Dat moest vermijden dat infanterietroepen ongehinderd de ruimte tussen de schansen en de forten doordrongen. Maar het hek is nooit geplaatst. Bijzonder aan de schansen in de sector tussen fort VII en VIII was hun positionering. Het was de enige sector waar de schansen vóór het fort lagen. Elders lagen zij tussen de forten. Deze bijzondere positionering had te maken met fort VIII dat niet meer gemoderniseerd werd, omdat het rond 1905 al door de havenuitbreiding werd ingehaald. Om die havenuitbreiding mee te verdedigen, moest de verdedigingslinie meer naar het zuiden worden gelegd. De schansen mochten maximaal 550m van elkaar verwijderd zijn, omdat de 7,5cm snelvuurkanonnen die de tussenruimtes dekten maar zover doeltreffend konden vuren (S.n. 1907, 220).
Elke schans van de veiligheidsomwalling rond Antwerpen is volgens een typeplan opgebouwd en dat maakt ze gemakkelijk herkenbaar. De schansen van de binnenste fortengordel onderscheiden zich van de schansen uit de buitenste gordel door hun beperktere oppervlakte en hun slechts één verdieping tellende schansgebouw. Op een ellipsvormig omgracht schanseiland is een geschutkoepel in een verhoogde vuurkam ingebouwd. Aan de ingang van het fort ligt het één verdieping tellende schansgebouw, ook keelfrontgebouw of traditorebatterij genoemd. Het voorste gedeelte bij de ingang wordt aan elke kant door twee meer naar achter inspringende gevels gevolgd. Aan de vijandelijke zijde beschermt een aarden dek het gebouw tegen inslaande projectielen. In de geschutkoepel stond een wendbaar kanon achter een pantserkoepel opgesteld. Aan de aanvalszijde vertoont de vuurkam een zachte helling. Aan de binnenkant van het schanseiland is hij steil met een trapje (schietbanket). Daarop stonden de infanteristen met de vuurkam als borstwering. Op schans XVII heeft de vuurkam nog zijn originele hoogte. Schans XVII is de enige waaraan een bunker werd toegevoegd. De bunker aan de zuidzijde van de geschutkoepel is opgetrokken in beton en betonblokken. Samen met de loopgraaf in de vuurkam is dit een toevoeging uit de Tweede Wereldoorlog aan het oorspronkelijke grondplan van schans XVII.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden de schootsvelden van de schansen in gereedheid gebracht. Alles wat een goed zicht op de omgeving verhinderde, moest eraan geloven. De gemeente mobiliseerde een deel van de bevolking om de intervals tussen forten en schansen van loopgraven te voorzien, huizen in de zone van krijgsdienstbaarheden te ontmantelen, opgaande bomen te kappen. Het beboste deel van kasteeldomein Klaverblad dat pal aan de aanvalszijde lag, werd gekapt. Tot zolang bleef de vesting Antwerpen buiten schot. Pas eind september 1914 kwam de vesting in het vizier van de Duitse troepen. Op 5 oktober brak de tegenstander door de buitenste fortengordel ter hoogte van Lier. De zuidoostelijke sector tussen het fort van Walem en Broechem ging eraan. Het opperbevel vreesde ingesloten te geraken. Dat was het begin van de evacuatie van het veldleger uit de vesting. Maar de vestingtroepen moesten hun posities houden. In de binnenste fortengordel wachtte men bang en gedemoraliseerd af. De komst van een eenheid Britse mariniers, de allereerste buitenlandse steuntroepen, veranderde niets aan de situatie. Zij groeven zich in de loopgraven tussen de schansen in. Maar enkele dagen later gaven ook de Britten bevel tot terugtrekking. De verdediging stond verzwakt, buitenlandse steun was nauwelijks komen opdagen en de overrompeling totaal. Op 10 oktober capituleerde de vesting Antwerpen. Op dat moment waren de Duitse troepen wel voorbij de buitenste, maar nog ter hoogte van de binnenste fortengordel. De schansen zijn dus enkel vanuit de verte beschoten, niet echt belegerd. Ze vertonen weinig oorlogsschade.
In de jaren 1920-30 gebruikten sommige gezinnen de schansen als woning, o.a. uit woningnood en armoede. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zocht de bevolking er zijn toevlucht tijdens bombardementen. Tot de Duitse bezetter ‘herontdekte’ dat de schansen kwaliteitsstaal bevatten. Eind 1943 begonnen ze de stalen ringen van de geschutkoepel uit hun betonrand te lichten, mogelijk om ze in de Atlantikwal te hergebruiken. Maar ze bleven liggen: bij gebrek aan tijd of vervoer, dat is onduidelijk gebleven. De pantsers werden pas na de bevrijding weggehaald.
1947 is een mijlpaal in de geschiedenis van de vesting Antwerpen: toen werden alle overblijvende militaire verdedigingswerken gedeclasseerd, zo ook de schansen van de veiligheidsomwalling. Ze waren niet langer nuttig voor de defensie van het land. Van de 18 schansen zijn enkel schansen XVI-XVIII in hun geheel bewaard. Zeven zijn maar heel gedeeltelijk bewaard (enkel (een deel van) het traditoregebouw) en meestal geïntegreerd in een nieuw gebouw en zelfs niet zichtbaar, acht zijn gesloopt. Schansen in de binnenste fortengordel zijn dus zeldzaam. Schans XVII is het best bewaarde exemplaar.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Domeinen Klaverblad en Cleydael en kasteel van Hemiksem
Is deel van
Sint-Bernardsesteenweg
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Schans XVII [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216067 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.