Laatclassicistisch gevel van negen traveeën en twee bouwlagen onder twee parallelle schilddaken, teruggaand op een oude 17de-eeuwse kern. Vóór 1848, enkelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen met rechts aanbouw van twee traveeën en één bouwlaag; laatst genoemde wordt in 1848 op twee bouwlagen gebracht waardoor wordt overgeschakeld op een asymmetrisch dubbelhuistype van zes traveeën. In 1860 wordt de linker aanbouw van drie traveeën en anderhalve verdieping verhoogd en opgenomen in de algemene gevelcompositie. Bepleisterde en zalmkleurig beschilderde lijstgevel in verankerde baksteenbouw. Zeven kelderopeningen: drie getraliede, drie blinde en één beluikte. Verhoogde begane grond. Rechthoekige vensters met arduinen lekdrempels, doorlopend op tweede bouwlaag. Grosso modo bewaard houtwerk uit de 19de eeuw, op begane grond vernieuwd. Kroonlijst op klossen. Oudere korfboogpoort met afgeschuinde dagkanten geflankeerd door smeedijzeren schamppalen in de tweede linker travee; behouden doch enigszins aangepaste geblokte 17de-eeuwse barokdeuromlijsting; in de zevende travee; steektrap en achterin geplaatste vleugeldeur sinds 1860; 19de-eeuwse voetenschrapers.
Achtergevel: verankerde bepleisterde lijstgevel van acht traveeën en twee bouwlagen. Rechthoekige muuropeningen met afgeschuinde dagkanten en eenvoudige sluitsteen, op verdieping smeedijzeren balustrade. Tandlijst en gestileerde consoles onder kroonlijst. Terras op zeven korfbogen aanzettend op pijlers.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 44/1848, nr. 129/1860.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 177.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)