Laatgotisch diephuis van 1516 gebouwd in opdracht van edelsmid Jacob Cnoop, schoonvader van schilder Gerard David. Vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. 1925: restauratie naar ontwerp van architect L. Viérin (Brugge) onder meer aanbrengen van kruiskozijnen op eerste en tweede bouwlaag, en driepasnissen in de borstweringen. Huidig uitzicht resultaat van consoliderende restauratie in 1995 naar ontwerp van architect H. Davans (Brugge). Verankerde gevel met sterk vernieuwd zandstenen parement; boven de twee uiterste traveeën een puntgeveltje met peervormige nis met ingeschreven maaswerk; twee middentraveeën bekroond door een flamboyante gekrulde top verrijkt met hogels en een pinakel als topstuk. Uitkragende bovenverdieping op twee geprofileerde korfbogen opgevangen door een middenpijler en twee drieledige consoles. Bovenbouw met Brugse travee, type I; boogvelden en borstweringen getypeerd door gekoppelde driepassen. Rechthoekige muuropeningen met kruis- of bolkozijnen, laatst genoemde op de lagere derde bouwlaag en in de uiterste travee voorzien van laatgotisch maaswerk.
Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, doss. 202.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 154/1925.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 421-422.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)