erfgoedobject

Sociale woonwijk van Volkswelzijn

bouwkundig element
ID
302119
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302119

Juridische gevolgen

Beschrijving

Sociale wijk met gezinswoningen, in 1957-1960 gerealiseerd door de sociale huisvestingsmaatschappij Volkswelzijn naar ontwerp van Robert Verbanck en Rik Van de Sompel, en tussen 1969 en 1981 in het zuiden aangevuld met een 150-tal bejaardenappartementen in hoogbouw, naar ontwerp van Rik Van de Sompel.

Bouwgeschiedenis en situering

In de tweede helft van de jaren vijftig bouwde de sociale huisvestingsmaatschappij Volkswelzijn onder voorzitterschap van dokter Anatole De Witte 163 gezinswoningen in de wijk Klein-Parijs ter vervanging van gesloopte krotwoningen. In 1957 verrezen 108 woningen aan de Rode Kruislaan, het Dokter De Witteplein en het Basiel De Cockplein, en drie jaar later werden nog 55 extra woningen gerealiseerd door aannemer Omer Poelman (Wetteren) aan de Azalealaan, Begonialaan, Basiel De Cockplein, H. Vandemeulebrouckplein, Rozenlaan en Tulpenlaan. Het ontwerp was van de Gentse architect-urbanist Robert Verbanck en zijn stadsgenoot ingenieur-architect-urbanist Rik Van de Sompel (zie gedenkplaten Rode Kruislaan 15 en Oud Strijdersplein 1). Er werd ook een schooltje voorzien aan het Dokter De Witteplein 17, evenals enkele winkels rond datzelfde plein (Oudstrijdersplein 22 en 1 en Rode Kruislaan 15). Op het H. Vandemeulebrouckeplein werd in 1959 in opdracht van het Socialistisch Partijbestuur Sint-Gillis-bij-Dendermonde een monument opgericht ter ere van de voormalige burgemeester (1927-1932) Hippolyte Vandemeulebroucke, naar ontwerp van beeldhouwer Jos De Decker.

Tussen 1969 en 1981 werd deze wijk in het zuiden aangevuld met een 150-tal bejaardenwoningen, verdeeld over vier appartementsgebouwen naar ontwerp van Rik Van de Sompel: Burgemeester Paul Hendrickxplein 1 (1971), Leliënlaan 1 (1972), Burgemeester Paul Hendrickxplein 17 (1976) en Breestraat 109 (1981). Eind jaren negentig werden deze appartementsgebouwen onder leiding van architect Hendrik Marievoet gerenoveerd en trok de maatschappij ten zuiden hiervan sociale woningen op naar ontwerp van Thomas Nollet en Hilde Huyghe, als noordelijke uitbreiding van de wijk ‘t Kruis.

Typering en beschrijving

De ‘Tuinwijk’ van Sint-Gillis-Dendermonde is in oorsprong een typische naoorlogse volkswijk die gekenmerkt wordt door een overwicht aan grondgebonden eengezinswoningen met private voor- en achtertuinen (ontsloten via wandelpaden) en vier gemeenschappelijke groenruimtes (H. Vandemeulebrouckeplein, Dokter De Witteplein, Leliënlaan en Burgemeester Paul Hendrickxplein). De wegenaanleg werd gefinancierd door de staat binnen de wet Brunfaut (1949). De woningen zijn orthogonaal ingeplant behalve aan de rand van de wijk waar ze de bestaande verkavelings- en stratenpatronen volgen. Enkele woningen worden ontsloten door wandelpaden in het groen. De vormgeving van de woningen is te bestempelen als een sober baksteentraditionalisme (twee bouwlagen en twee traveeën, bakstenen lijstgevels en pannen zadeldaken) met een eerder strakke detaillering (schrijnwerk). Op plannen uit 1954 wordt aangeduid dat het metselwerk van de huizen diende (wit) geschilderd te worden maar waarschijnlijk werd dit nooit uitgevoerd. De drie winkels (naar ontwerp van Van de Sompel) hebben een iets modernere vormgeving (expo-stijl), evenals het schooltje aan het Dokter De Witteplein 17.

Het monument op het H. Vandemeulebrouckeplein bestaat uit een trapeziumvormige arduinen sokkel met daarop het hoofd van H. Vandemeulebroucke, uitgevoerd in witte steen (66 x 38 x 37 cm) en onderaan rechts door de kunstenaar gesigneerd: Jos De Decker 1959. Achter het beeld rijst een licht gebogen natuurstenen muur op, met boven het monument in bronzen letters: "HIPP. / VANDEMEULEBROUCKE / BURGEMEESTER / 1927 1932".

De appartementsgebouwen werden ingeplant in de zuidwestelijke hoek van de wijk langs de ringlaan (Breestraat-Resedalaan), en volgen de bestaande verkavelings- en stratenpatronen. Ze zijn steeds gelegen aan een groen plein. Aan de Leliënlaan staat het gebouw geïsoleerd, de drie overige gebouwen (aan de Resedalaan, Breestraat en Burgemeester Hendrickxplein) zijn op elkaar betrokken en vormen vrij besloten buitenruimtes.

Vlasbloem (1971) en Boterbloem (1972) zijn hoogbouw appartementsgebouwen van zeven verdiepingen met 35 appartementen, Klaproos (1976) en Zonnebloem (1981) middelhoogbouw appartementsgebouwen van drie verdiepingen met respectievelijk 33 appartementen en 51 appartementen. Alle appartementen zijn bejaardenwoningen waarvan vier ADL (= assistentie bij dagelijks leven). De Zonnebloem bevat daarnaast ook een ADL-centrum, een verblijfsruimte voor mensen met beperkingen die in de omgeving wonen. Op het gelijkvloers bevinden zich garages.

De voorgevels van deze appartementsgebouwen (gericht naar het groenplein) bestaan uit beglaasde galerijen, de achtergevels worden gekenmerkt door een zaagvorm die dynamiek verleent, een betere oriëntatie (lichtinval) mogelijk maakt, meer privacy geeft aan de terrassen, en de individualiteit van de woningen benadrukt. Deze zaagvorm is mogelijk beïnvloed door de langblokken die Renaat Braem ontwierp voor de sociale woonwijk Sint-Maartensdal te Leuven (1960-1971). De beglaasde galerijen of 'luchtstraten' bieden door de schuine, zaagtandinplanting van de appartementen plaats voor een semi-private 'buitenruimte' met plantenbakken. De keuken kijkt uit op deze galerij, de woon- en slaapkamer op de straat. Het oorspronkelijk, brutalistische gevelmateriaal (beton en gele baksteen) werd in 1997 bedekt met bepleistering en beschildering in primaire kleuren omwille van herkenbaarheid, oriëntatie, identiteit en eigenwaarde (functioneel en esthetisch).

Evaluatie

Deze wijk heeft een architecturale en stedenbouwkundige waarde, enerzijds als representatief voorbeeld van de naoorlogse volkswijk, anderzijds omwille van de vrij uitzonderlijke, modernistisch geïnspireerde bejaardenwoningen. Typerend aan de volkswijk zijn de circulatiepatronen (met wandelpaden), de groenaanleg (pleinen en voortuinen), de voorzieningen (winkels en school) en de architecturale homogeniteit qua schaal, silhouet en materialiteit. Het monumentale kunstwerk aan het H. Vandemeulebrouckeplein draagt bij tot de artistieke waarde van de wijk en de context van de krotopruiming geeft die wijk ook een historische waarde. De bejaardenwoningen worden getypeerd door hun schaal (hoogbouw), zaagtand-volumetrie en de aanwezigheid van de ruime, beglaasde galerijen.

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam STGILLISDE_TUINWIJK_4290.
  • Stadsarchief Dendermonde, Dossier 879.1 : 878.4.
  • Dienst Stedenbouw Dendermonde, Bouwdossier Tuinwijk Sint-Gillis (1971-1981).
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 4290, Dendermonde, Tuinwijk.
  • HERREGOTS K. & BOSMANS W. 2011: Kleur in sociale woningbouw: esthetisch én functioneel, Woonwoord 17, 10-13.
  • MAEREVOET L. 2015: Sociale huisvesting anders bekeken. Monumentale kunst in sociale huisvesting 1945-1985, onuitgegeven masterproef UGent, Vakgroep Kunstwetenschappen, ID 38.
  • S.N. 1997: Monografieën erkende bouwmaatschappijen, in: S.N., Bouwstenen van sociaal woonbeleid ’45-‘95. De VHM bekijkt 50 jaar volkshuisvesting in Vlaanderen. Deel 2, Brussel, 99.
  • SCHEPENS L. & VERVLIET M. 2015: Oefening sociale woonwijk Sint-Gillis Dendermonde, onuitgegeven oefening UGent, Vakgroep Kunstwetenschappen.

Auteurs: Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociale woonwijk van Volkswelzijn [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302119 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.