Georiënteerd bedehuis. Omringend kerkhof, ten zuiden, westen en noorden afgezet met haag. De laatgotische hallenkerk (15de eeuw) met westtoren, in 1903 gerestaureerd en uitgebreid met doopkapel en ten zuiden sacristie naar ontwerp van architect J. Carette (Kortrijk), werd tijdens de Eerste Wereldoorlog verwoest; heropgebouwd naar ontwerp van M. Hocepied (Moeskroen); gedateerd 1923, zie jaarsteen boven het westportaal. Grosso modo naar vooroorlogs uitzicht heropgebouwde hallenkerk met westtoren echter verlengd met één travee; architecturale uitwerking gekenmerkt door een teruggrijpen naar streekeigen elementen, zie metselaarstekens en de weglating van de neogotische details, aangebracht tijdens tijdens de restauratie van 1903. De plattegrond ontvouwt: een voorgeplaatste vierkante westtoren, met zeszijdig traptorentje in de zuidwesthoek; een driebeukig schip van vijf traveeën en zijbeuken met rechte sluiting; een doopkapel; een koor van één rechte travee en een driezijdige sluiting; een zuidelijk gelegen sacristie.
Donkerrode baksteenbouw. Sokkel van ijzerzandsteen. Gebruik van witte sierbaksteen voor metselaarstekens. Afdekking door middel van zadeldaken (leien).
Westtoren van drie geledingen onder ingesnoerd tentdak, met haaks op elkaar gestelde hoeksteunberen met versnijdingen. Verdiepte spitsboogdeur, en erboven, -venster. Twee aan twee gekoppelde spitsbogige galmgaten. Traveeën van schip en koor geritmeerd door steunberen met versnijdingen en spitsboogvensters (onder meer drielichten) in een geprofileerde omlijsting op afzaat. Aflijnende tandlijst.
Interieur: bepleisterd en witgeschilderde hallenkerk, geritmeerd door spitsboogvormige scheibogen op arduinen zuilen met achtzijdige sokkel en bloemknoppenkapiteel. Houten spitstongewelf voor schip en koor, voorzien van trekhaken. Vlak overzolderd portaal.
Mobilair: neogotisch.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten, 12738, 13047.
- Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, 968.