De Stenen Molen is een stenen koren- en oliewindmolen van het type bovenkruier, gebouwd in 1771 als grondzeiler en een eeuw later omgebouwd tot stellingmolen (verhoogd en voorzien van een galerij op gemetselde pijlers).
Historiek
De Stenen Molen werd gebouwd op verzoek van Pieter Mehauden, mulder te Melsen, die in 1758 de bestaande standaardmolen met de molendam en aanhorigheden had aangekocht en deze naderhand liet slopen met het oog op het oprichten van een nieuwe stenen molen. Het octrooi tot oprichting werd hem door Keizerin Maria-Theresia verleend op 17 april 1771. In oktober 1772 was de molen al in gebruik als olieslagerij. Waarschijnlijk had deze molen vanaf het begin de dubbele functie van olieslagerij en graanmaalderij. Later was het alleen nog een korenwindmolen. Wanneer het oliestampkot werd verwijderd, valt niet met zekerheid te bepalen. In 1870-1871 werd de molen door de eigenaar (Désiré De Backer en erfgenamen) verhoogd met een ronde bovenbouw, zodat een stenen stellingmolen met een gemetselde galerij werd bekomen. Bij de aftocht van het Duitse leger werd de molen in 1918 zwaar beschadigd. De molen werd hersteld maar er werd tevens een mechanische maalderij aan toegevoegd. In de meidagen van 1940 takelden oorlogshandelingen de molen andermaal zwaar toe. De wijkende Belgische troepen staken de molen in brand. Sindsdien werd de schade niet meer hersteld. In 1982 werd de gemetselde galerij afgebroken.
Beschrijving
De achthoekige 18de-eeuwse onderbouw heeft de vorm van een afgeknotte piramide. De eigenlijke, 19de-eeuwse molenromp die daarboven uitrijst, is een eerder licht conische kegel die onder de stellinggaten een bakstenen uitkraging heeft. De parementzone op de grens tussen beide rompdelen is gedeeltelijk met baksteen op kant aangevuld. De molen werd in de 19de eeuw (naar aanleiding van het hoger optrekken van de molen) tevens voorzien van een galerij op 16 gemetselde pijlers die onderling door segmentbogen verbonden waren. Metalen liggers, waartussen segment L-vormige troggewelven waren gemetst, verbonden de pijlers met de romp. Deze constructie was zeer zeldzaam en in Oost-Vlaanderen uniek. Ze was een compromis tussen de traditionele 18de-eeuwse molenbouw (bijvoorbeeld met een galerij op houten pijlers) en recentere technologische evoluties (de metalen I-profielen).
Direct ten zuidoosten van de molen bevindt zich de laat 18de-eeuwse molenaarswoning.
De Stenen Molen van Melsen heeft industrieel-archeologische waarde als molenromp omwille van de combinatie van een polygonale, sterk conische onderbouw van 1771 met een cilindervormig bovendeel van 1871, de bouwsporen van de zeer zeldzame en voor Oost-Vlaanderen unieke stenen galerij op pijlers en de karakteristieke en qua windvang zeer efficiënte inplanting van windmolens op de oostelijke hellingen boven de Scheldevallei tussen Oudenaarde en Gent. Daarnaast heeft de molen een esthetische waarde omwille van de hoogte van deze molenromp waardoor deze als een echt baken uittorent boven het valleilandschap van de Schelde. Ten slotte heeft de molen ook een historische waarde, onder andere omwille van de oorlogsschade die tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog werd aangebracht.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002216, Molenromp (DE SCHEPPER J. 2002).
- BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N2, Brussel - Turnhout.