is aangeduid als beschermd monument Bedevaartpark Mariapark
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Bedevaartpark Mariapark
Deze vaststelling is geldig sinds
Mariapark, modo "Genadedal", bedevaartspark aan de westzijde van de Dreef, tegenover het kapucijnenklooster.
Voortgaande op de "Caerte figuratief" van circa 1725 bevond zich hier oorspronkelijk het kloosterbos met gestructureerde aanleg van dreven en paden, middenin één van de twee grote visvijvers, afgebakend door grachten en sloten en doorkruist door de Leiloop; toegang via een brug tegenover de kerk. De plaatselijke kapucijnen vereerden reeds van bij het begin Maria en de lijdende Christus: circa 1722 bijvoorbeeld stond ter hoogte van het huidige "Theresiamonument" het omhaagde zogenaamde "Loretohuisje".
Naar aanleiding van een overleefde zeetocht op een missiereis naar Indië besliste provinciaal overste pater J.-B. Rutten een Mariagrot op te richten; bij zijn terugkeer in België in 1895 kwam deze tot stand in het kloosterbos van Meersel-Dreef. Hiertoe werd de Leiloop in het bos verlegd en in het verlengde van de overbrugde gracht en de dito Leiloop werd tot aan de grot een brede dreef aangelegd. Dit was de aanzet tot de uitbouw van een grootschalig bedevaartsoord in het vierde kwart van de 19de eeuw - eerste kwart van de 20ste eeuw.
Achtereenvolgens ontstonden voorstellingen van onder meer Jezus' lijdensweg (circa 1895), kruiswegstaties (circa 1896, vervangen in 1951), kapellen van de Zeven Smarten van Maria (1904), kapellen van diverse beschermheiligen zoals de Heilige Apollonia (circa 1899), de Heilige Gertrudis (1899), de Heilige Cornelius (1899) en de Heilige Godelieve (1899), de Calvarieberg (1900), de Gegeselde Christus (1900), de Heilige Antonius (1905). Omwille van het groeiend aantal bedevaarders werden voortdurend verfraaiingen en wijzigingen in de aanleg aangebracht zoals onder meer het bouwen van een nieuwe stenen brug over de Leiloop (1909), het aanleggen van wandelpaden in het park, het gedeeltelijk dempen en verleggen van de vijver en het uitbreiden van het domein in zuidelijke richting (1917).
Na de Eerste Wereldoorlog kende het Mariaal oord een heropbloei die leidde tot diverse herinrichtingswerken als onder meer de afsluiting van het plein vóór de grot en de bouw van een tweede brug met ingangspoort, beide in cementrustiek, van circa 1938, door "rotseerder" M. Geysels; hierbij hoorde ook een aanhoudende uitbreiding van het beeldenpark met onder meer het Heilig Hartbeeld (1923), het Theresiamonument en de Heilige Donatus (1928) en in 1933 de Heilige Bernadette, de La Vernaberg en de Heilig Hartkapel.
Het park werd sterk geteisterd in 1940. Op een sterke terugval van het aantal bedevaarders tijdens de Tweede Wereldoorlog volgde vanaf 1946 een zekere wederopleving: inwijding van een eigen begraafplaats (1946) en van de Rozenkransommegang (1948), ook oprichting van het Heilige Michaëlbeeld (1949), nieuwe kruiswegstaties (1951), de Heilige Lidwinakapel (1954), het Heilige Annabeeld (1955) en van de Heilige Jozefkapel (1955).
Tijdens de laatste decennia, evolutie naar een meer toeristische trekpleister. In de jaren 1960 aanleg van het plein vóór de grot en inrichting van een speeltuin tegenover het Mariapark. Beelden, kapellen en de begraafplaats werden in de jaren 1970-1980 hersteld en in 1985 werd de laatste kapel van de Heilige Clara en de Heilige Franciscus opgetrokken
Sterk beboomd park doorkruist door de Leiloop en met bewaarde vijverpartij; lindendreef in het verlengde van de ingang leidend naar de devotionele Lourdesgrot. De talrijke beelden(groepen), stenen, kapellen of andere uitbeeldingen zijn opgesteld aan paden ten noorden en ten zuiden van de grot; de belangrijkste worden hierna besproken.
Lourdesgrot van 1895; in 1910 uitgebreid met een preekstoel; tot 1959 afgesloten met een ijzeren hekken. Sterk begroeide monumentale grot (circa 10 meter hoog, 15 meter breed), gecementeerde bakstenen constructie bekleed met rotsblokken, afkomstig van Bierk. Gebruikelijke opstelling met centrale boogvormige kaarsnis, het Onze-Lieve-Vrouwebeeld in de rechter bovennis en vóór de grot de knielende Heilige Bernadette; meer uitzonderlijk ingebouwde preekstoel rechts boven. Voorts een bron met neogotische achterwand van arduin en waterbekken. Het geheel wordt voorafgegaan door een hek in cementrustiek van boomstammen en -takken met tekst "Ave Maria Ave" van circa 1938, gesigneerd door rotseerder M. Geysels (Westmeerbeek). Kapel "De Geeseling" van circa 1900. Vijfhoekig bakstenen gebouwtje met gecementeerde plint onder ingesnoerde leien spits met geprofileerde daklijst op modillons en met topornament. Hoeklisenen met decoratieve bekroning waartussen spitsbogige vensters of nissen en panelen. Vloer van cementtegels; witgeschilderd beeld van Christus aan de geselkolom.
Kapellen van de Zeven Smarten van Maria van 1904, achter de grot opgesteld in een halve cirkel. Zeven rechthoekige bakstenen gebouwtjes onder overkragend leien zadeldakje met houten windborden. Met spitsboog opengewerkte voorgevel met arduinen dorpel en ijzeren hekje; spitsboogvensters. Per kapel een beeldengroep, oorspronkelijk beschilderd door J. Coomans, heden witgeschilderd.
Sint-Antoniuskapel van 1905. Rechthoekig bakstenen gebouwtje onder vooraan overkragend schilddak (kunstleien) opgevangen op houten kraagstukken die aansluiten bij de versneden steunberen. Rondboogopening in voorgevel; spitsboogvensters in zijgevels. Mobilair: neogotisch houten altaartje en dito lambrisering met briefpaneeldecoratie; witgeschilderd Sint-Antoniusbeeld.
Heilig Hartkapel van 1933. Witgeschilderde beeldengroep met Heilig Hart, Sint-Franciscus en de Heilige Margaretha Maria Alacoque door beeldhouwer A. De Beule (Gent), geplaatst onder een open tempeltje onder leien koepeldak met bekronende dakruiter onder klokvormige helm. Elke zijde is opgevat als een met brede rondboog opengewerkt puntgeveltje, steunend op Toscaanse hoekpijlers en bekroond door topvazen; overschilderde stenen constructie met schijnvoegen en gepolychromeerde eierlijsten. Verspringende stenen balustrade met siervazen op de postamenten.
La Vernagrot van 1933. Beelden door A. De Beule, rots door M. Geysels. In een M-vormig tracé geplaatste Rozenkransstaties van 1948 door A. De Beule: beschilderde stenen, licht uitgeholde rondboogpanelen met taferelen in reliëf; cementen sokkels door M. Geysels.
Kruisweg van 1951. Reliëfs door beeldhouwer J. Jacobs (Mechelen), naar verluidt geplaatst vóór de reliëfs van een vroegere kruisweg van 1896. Al dan niet gekoppelde kapellen van beschilderde kunststeen, verlevendigd door baksteenlijsten en breuksteen; ingewerkte getoogde panelen met taferelen in reliëf; eindigend aan de met rotsen beklede Calvarieberg (circa 1900) met witgeschilderde beelden van Onze-Lieve-Vrouw, Heilige Johannes en de gekruisigde Christus.
Voorts diverse witgeschilderde beelden(groepen) op sokkel van baksteen, cementrustiek zoals bijvoorbeeld imitatie van een door bliksem getroffen boomstam met de Heilige Donatus, door M. Geysels, of van rotsblokken zoals bijvoorbeeld het Heilige Theresiamonument, Heilige Anna door A. De Beule, Heilig Hart door A. De Beule, en zo meer.
Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Meerseldreef
Is deel van
Dreef
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bedevaartpark Mariapark [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/46667 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.