erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Jan Baptist met kerkhof

bouwkundig / landschappelijk element
ID
46747
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/46747

Juridische gevolgen

Beschrijving

Op een verhevenheid gelegen vrijstaande kerk met omringend kerkhof, omsloten door een kerkhofmuur en haag, vóór de toren vijf oude linden; perceel begrensd door de Klinketstraat ten westen en Poeleinde ten oosten.

Historiek

Wortel maakte deel uit van Furgelarus (Vorsel), een niet afgelijnd grondgebied dat vóór 726 aan de geloofsverkondiger Willibrordus zou geschonken zijn die het in 726 overdroeg aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Antwerpen (zie gemeente-inleiding). Over deze beginperiode is weinig gekend, maar een eerste kerkje wordt gesitueerd in de tijd toen de lokale bevolking door de volgelingen van Willibrordus gekerstend was en de zendeling als een heilige werd vereerd. In 1155 bestond te Wortel een kerkje of (vierde)kapel; in dat jaar droeg de bisschop van Kamerijk het patronaats- en tiendrecht opnieuw over aan het kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Antwerpen dat mogelijk uit zijn tienden van Vorsel had bijgedragen tot de opbouw ervan; ook de Sint-Michielsabdij bezat reeds sinds 1148 tienden en goederen te Wortel. Buiten bewaarde cijnsboeken (1351), de stichting van enkele kapelanieën in de tweede helft van de 14de eeuw - eerste helft van de 15de eeuw en het "moerklokje" van 1421 is over deze vroegere kerk -met vermoedelijk drie altaren- weinig gekend.

De bouw van de huidige gotische kerk werd begonnen circa 1425; de toren was voltooid in 1429; vermoedelijk gebeurde dit met de milde steun van Jan IV van Kuik (1380-1442) voor wie de massieve toren wellicht ook diende tot schuilplaats en verdediging van zijn nabijgelegen kasteel; na de afbraak van het primitieve kerkje in 1460-1461 volgde ook de opbouw van een nieuw bedehuis; wanneer het volledige kerkgebouw beëindigd werd is tot nog toe onduidelijk (1530?).

Eind 16de eeuw, een periode van oorlog, plunderingen en pest (brand in 1583?), werd voor het gering aantal inwoners enkel het koor hersteld tot noodkapel. Ten tijde van de gevechten tussen Maurits van Nassau en de Spaanse troepen (1603) heeft de omgeving vermoedelijk ook zware schade geleden, zie de pentekening door P. Le Poivre (1603) met gezicht op het kasteel van Hoogstraten en omgeving waarop de kerk van Wortel afgebeeld staat als schrans, ook de in de noordwestelijke torenmuur bewaarde kanonskogel wordt in verband gebracht met deze periode.

Tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621), wanneer de nodige financiële middelen terug voorhanden waren, werd vermoedelijk de heropbouw van de kerk voltooid en kreeg het koor een bedekking met schaliën. In het tweede en vierde kwart van de 17de eeuw herstellingswerken aan de toren. In 1718 werd het kerkgewelf (na een brand?) hersteld, het opschrift met chronogram op de scheiboog van de viering "DeUs paCIs sIt VobIsCUM" verwijst hiernaar; in 1733 aanleg van een nieuwe vloer; door toedoen van pastoor Collins (1760-1780) bekwam de kerk circa 1765 een relikwie van Sint-Jan Baptist; in 1776 werd de kerk gewit. Volgens de opzoekingen van J. Lauwerys werd onder pastoor J.J. van Divelt (1781-1816) een nieuwe sacristie (ten zuiden) gebouwd; deze sacristie werd op haar beurt, vermoedelijk circa 1884, vervangen door de huidige.

In het vierde kwart van de 18de eeuw - 19de eeuw - eerste kwart van de 20ste eeuw herstellings- en onderhoudswerken onder meer aan de toren en de daken, het interieur (witten); in 1912-1913 de bouw van een tweede sacristie in de noordelijke kooroksel naar ontwerp van J. Taeymans, het ontwerp dateert van 27/10/1911. In 1934-1936 onder leiding van S. Leurs exterieur en interieur gerestaureerd naar pre-neogotische fase.

Zware oorlogsschade in 1944; in de periode 1968-1972 een tweede grondige restauratie onder leiding van provinciaal architect N. Van de Velde.

Beschrijving

Gebouw in sobere gotische stijl, voornamelijk opklimmend tot het tweede kwart van de 15de eeuw en het vierde kwart van de 15de eeuw - eerste kwart van de 16de eeuw. Behoort tot de typische "Kempische gotiek" uit de 15de eeuw - eerste kwart 16de eeuw.

Georiënteerde kruiskerk met pseudo-basilicale aanleg en westtoren. Kort driebeukig schip van drie traveeën; transept van twee traveeën, ten zuiden uitgewerkt als een aparte kapel met driezijdige sluiting; koor van drie rechte traveeën met driezijdige sluiting, sacristie aan zuidzijde, berging (voormalige sacristie) aan noordzijde; aan zuidelijke torenmuur palende doopkapel met zijportaal. Leien zadel- en lessenaarsdaken met dakkapellen en ijzeren kruisen als topversiering, op de scheiding van koor en schip een aandak.

Sobere baksteenbouw met summiere verwerking van natuursteen voor de hoekblokken van de bovenste torengeleding, de afzaten van het koor en van de steunberen, de muurgeleding en deuromlijsting van de doopkapel, de lekdrempels, lateien, kraag- en hoekstenen van sacristie en berging.

Stoere vierkante vroeggotische toren met drie geledingen onder ingesnoerd tentdak, gestut door versneden steunberen, aan de noordzijde met aanleunende ronde traptoren. Eerste geleding: korfbogige vleugeldeur met briefpaneeldecoratie en smeedijzeren beslag, samen met beeldennis gevat in een spitsbogig spaarveld; oculus met glas in lood in geprofileerde bakstenen omlijsting. Tweede geleding met schietgaten. Derde geleding verankerd, met gekoppelde spitsbogige galmgaten en eindigend op steigergaten onder geprofileerde bakstenen daklijst.

Gevels van zijbeuken en koor geritmeerd door versneden steunberen alternerend met spitsboogvensters; de in de noordelijke zijbeuk dichtgemetselde korfbogige muuropening verwijst vermoedelijk naar een voormalige ingang; bronnen spreken over een latere verhoging van de zijbeuken waardoor de gevels van de middenbeuk aan de buitenzijde tot enkele baksteenlagen gereduceerd zijn. Noordelijk transept met verankerde puntgevel met aandak en vlechtingen; zuidelijk transept met driezijdige sluiting waarin gekleurde glas-in-loodvensters; geprofileerde en getande bakstenen daklijsten. Spitsboogvensters in geprofileerde bakstenen omlijsting met afgeschuinde lekdrempel; in zijbeuken, koor (één travee) en noordelijke transept vensters met bakstenen Y-vormige tracering, in koorsluiting zandstenen maaswerk met driepas(bogen). De huidige doopkapel gaat terug op een volume uit de ontstaansfase van de kerk; het huidig voorkomen met een zandstenen gevelgeleding van pilasters onder een afgewolfd dakje valt wellicht later te dateren.

Interieur

Bepleisterd en beschilderd barok interieur. In schip spitse scheibogen op zuilen met octogonale sokkel; ter hoogte van de viering twee bundelpijlers met polygonale sokkel; op de scheiding van middenbeuk en zijbeuken met respectievelijk koor en transept tevens spitse scheibogen. Tongewelf in de middenbeuk, halve tongewelven in de zijbeuken, vlak plafond in koor. Classicistisch stucwerk uit het eerste kwart van de 18de eeuw: in schip en zijbeuken gewelfribben met een centraal cirkelmotief, gescheiden door gordelbogen uitgewerkt met panelen en eindigend op een gekorniste lijst met, in de middenbeuk, decoratief uitgelengde consoles; in koor eenvoudig stucplafond van lijstwerk met cirkelmotieven, tevens bepleisterde moerbalken. Blinde koorvensters in twee eerste rechte traveeën en in sluiting.

Binnenportaal met fraai houtsnijwerk, zie vleugeldeur en zijvensters met paneel- en lijstwerk en balusters, tweede kwart 19de eeuw; houten orgeltribune op vier pijlers met balustrade waarin een driezijdige uitsprong. Zwarte en witte marmeren vloer (tweede kwart 18de eeeuw ?).

Mobilair

Schilderijen: Prediking van Sint-Jan Baptist, tweede helft 17de eeuw, door P. Ykens; Tenhemelopneming van Maria, tweede helft 17de eeuw; Sint-Joris bevecht de draak, tweede helft 17de eeuw; Anna leert Maria lezen, 18de eeuw; Jezus aan het kruis met Maria Magdalena, 18de eeuw.

Beeldhouwwerk: paus Heilige Cornelius, tweede helft 15de eeuw, en buste van de Heilige Willibrordus (?), vierde kwart 15de eeuw - eerste kwart 16de eeuw, gepolychromeerd hout; Christus op de koude steen, 16de eeuw (gerestaureerd in 1972), eik; (draag)engel, tweede helft 17de eeuw, eik, afkomstig van voormalige preekstoel; kruisweg, 1869, door M. Heylen (Herentals), overschilderd; flankerende of bekronende beelden van altaren (Heilige Elisabeth, Onze-Lieve-Vrouw met kind, Heilige Joris te paard,...), witgeschilderd hout, vierde kwart 17de eeuw - eerste kwart 18de eeuw; reliektombe met buste van Sint-Jan Baptist, midden 18de eeuw, met ex-voto's, 19de eeuw, geschilderd hout; Sint-Jan Baptist, 1937, door Karel Seuntjes (exterieur, boven portaal).

Meubilair: drie portiekaltaren: barok hoofdaltaar, toegewijd aan Sint-Jan Baptist, tweede helft 17de eeuw, hout, diverse polychromielagen, mogelijk in de tweede helft van de 18de eeuw gemarmerd en verguld door P. Lacosta; (hoofd)altaartafel met voorstelling van Lam gods, 18de eeuw (?), gemarmerd en beschilderd hout; barok zijaltaar in noordwestelijk transept, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, tweede helft 17de eeuw met latere verbouwingen, hout, mogelijk in de tweede helft van de 18de eeuw gemarmerd en verguld door P. Lacosta; rococo zijaltaar in zuidoostelijk transept, toegewijd aan Sint-Joris, vierde kwart 18de eeuw met latere verbouwingen, hout, in 177(8?) gemarmerd en verguld door P. Lacosta, gesigneerd en gedateerd op linker zuil; koorbanken, eik, 1654; niskast in omlijsting met festoenen en bekroond met Mariamonogram, tegen een als draperie uitgewerkte achtergrond (noordelijk transept), niskast in omlijsting bekroond met Lam Gods tegen een als draperie uitgewerkte achtergrond (zuidelijk transept), eerste helft 18de eeuw, gemarmerd en verguld hout; doopvont, 17de eeuw, arduin en koper (deksel); in spitsboognis geplaatst orgel, tweede kwart 19de eeuw, door T. Smet en J.P. de Bruyn, latere verbouwingen; deuren sacristie en berging, eik, circa 1760; eiken sacristiewandkast, circa 1788.

Varia: in het zuidoostelijk transept drie glasramen, 1935, door Jan Huet (Wortel), na beschadiging in 1944 door kunstenaar zelf gerestaureerd in 1973; in vloer oude grafzerken uit voornamelijk de 17de en de 18de eeuw; het "moerklokje", 1421; de "hertogenklok", 1525, versierd met de wapens van A. de Lalaing en E. Van Culemborg; klokje van de voormalige pastorie, 1672 (koor); de "tiendenklok", 1726, door A. Julien; de "Mariaklok", 1972, door J. Sergeys.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier A/0845.
  • Provinciaal Archief Antwerpen, Kerken, Wortel, dossier 6.
  • ERNALSTEEN J., Wortel. De kerk (1429-1350), in Jaarboek van Koninklijk Hoogstraatse Oudheidkundige Kring,1964, p. 181-194.
  • JANSEN J., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Antwerpen. Kanton Turnhout II, Brussel, 1977, p. 62-64.
  • LAUWERYS J., Wortel. Bouwstoffen voor een geschiedenis, in Jaarboek van Koninklijk Hoogstraatse Oudheidkundige Kring, L, 1982.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Voor de hoofdingang van de kerk werden langs de straatkant zes lindes aangeplant. De bomen werden hoog opgesnoeid. Vandaag zijn er nog vijf lindes bewaard.

Auteurs: Verdurmen, Inge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Jan Baptist met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/46747 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.