erfgoedobject

Complex met winkels en kantoren in beaux-artsstijl

bouwkundig element
ID
5005
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5005

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Monumentaal complex met winkels en kantoren in beaux-artsstijl op de hoek van Hopland en Kolveniersstraat, gebouwd in opdracht van barones Axeline de Caters-de Bosschaert, naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs uit 1910. Het perceel maakte eertijds deel uit van het Kolveniershof, dat hier sinds de 16de eeuw gevestigd was. Axeline de Bosschaert (Antwerpen, 1872-Berchem, 1960), huwde in 1898 met luchtvaartpionier baron Pierre de Caters (Berchem, 1875-Parijs, 1944) met wie zij drie kinderen kreeg geboren tussen 1899 en 1904. Als enige dochter van ridder Charles de Bosschaert (Antwerpen, 1813-La Hulpe, 1892) en Amélie Weber de Treuenfels (Antwerpen, 1835-La Hulpe, 1934), de toenmalige eigenaars van het Rubenshuis, stamde zij uit een familie die minstens sinds de 17de eeuw tot de notabelen van Antwerpen behoorde. Haar overgrootvader Charles Nicolas Joseph de Bosschaert (1715-1792) had het Rubenshuis in 1764 verworven, zijzelf zou het in 1937 verkopen aan de stad Antwerpen. Vader Charles de Bosschaert was in 1887-1888 begonnen met de verkaveling van de gronden horend bij het Rubenshuis, waarop hij zijde Wapper een geheel van drie burgerhuizen liet bouwen, gevolgd door een eenheidsbebouwing van zes winkelhuizen of meergezinswoningen zijde Hopland, ontworpen door de architect Lievin Van Opstal. In opdracht van haar moeder, de douairière de Bosschaert-Weber de Treuenfels, had Hertogs in 1900-1901 op het tussenliggende perceel al een neobarok pakhuis gebouwd, waarvan de bewaarde pui vandaag de tuinmuur vormt van het Rubenshuis.

Actief vanaf omstreeks 1885, geldt Joseph Hertogs als een van de meest succesvolle architecten in Antwerpen. Zijn loopbaan in dienst van de vermogende, overwegend liberale mercantiele burgerij, leverde een vijfhonderdtal bouwprojecten op, vooral burger-, heren- en landhuizen, winkels- en warenhuizen, kantoor- en bankgebouwen. Deze evolueren van eclecticisme en neorenaissance, naar een klassiek geïnspireerde beaux-artsstijl. Vroeg in zijn loopbaan liet hij zich al opmerken met de synagoge Shomre Hadass uit 1891-1893 in de Bouwmeestersstraat. Omstreeks de eeuwwisseling, zijn rijpe eclectische periode, drukte hij met monumentale bouwwerken als het Hansahuis uit 1897/1901 op de hoek van Suikerrui en Ernest Van Dijckkaai en Grands Magasins Leonhard Tietz uit 1900 aan de Meir, zijn stempel op het Antwerpse stadsbeeld. Het vastgoedproject De Caters-de Bosschaert is met zijn versoberde beaux-arts-vormentaal representatief voor het latere oeuvre van de architect, uit het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog. Een van de belangrijkste realisaties uit deze periode is het hotel Thys - later Smidt van Gelder - uit 1905 aan de Belgiëlei, waarvan de klassieke ordonnantie aan het Parijse Lodewijk XIV-hotel is ontleend. De laatste jaren van zijn loopbaan kort vóór zijn overlijden in 1930, was Hertogs geassocieerd met de architect Gerard De Ridder.

Architectuur

Het complex bestaat uit een afgerond hoofdvolume met een gevelbreedte van twaalf traveeën aan het Hopland, en een zeven traveeën brede annex in de Kolveniersstraat, respectievelijk vier en twee bouwlagen hoog, elk met een entresol en twee mansardeniveaus. Volgens de bouwplannen bestond het programma oorspronkelijk uit zes winkels met woonst op begane grond en entresol, en kantoorsuites op de bovenverdiepingen, ontsloten door twee inkom- en traphallen in de middenas van beide vleugels. De lijstgevels met een aan de Lodewijk XVI-stijl ontleend decor, zijn opgebouwd uit een hoge onderbouw met een parement uit blauwe hardsteen, en een bovenbouw in kolossale orde die zich onderscheidt door een verzorgd parement uit witte natuursteen. Van beide volumes is de middenas geaccentueerd door het kantoorportaal met oculus, en wordt de onderbouw geritmeerd door de winkelpuien met smeedijzeren borstwering ter hoogte van de entresol. Het schrijnwerk van de entresol traceert een brede korfboog, met cirkels in de zwikken. De bovenbouw van het hoofdvolume wordt nadrukkelijk gemarkeerd door het omlopende balkon met zware consoles en een balustrade, de postamenten bekroond door siervazen. Kolossale pilasters met guirlandemedaillon markeren de centrale portaalas, en bundelen de flankerende traveeën. De rechthoekige en in de topgeleding rondbogige bovenvensters, zijn horizontaal gegroepeerd tot regelmatige registers, en verticaal gevat in oplopende, vlakke omlijstingen met een entablement annex Frans balkon met smeedijzeren borstwering tussen de eerste en tweede verdieping, en een paneel op de borstwering van de derde verdieping; een driehoekig fronton accentueert de portaalas. Een gekorniste kroonlijst en een attiekbalustrade, de postamenten alternerend bekroond door siervazen en vijf putti, vormt de gevelbeëindiging. Zeven houten dakkapellen alternerend onder driehoekig fronton en gestrekte waterlijst markeren het eerste register van de mansarde, dakkapellen met gebogen fronton oorspronkelijk altererend met oeils-de-boeuf het tweede register, dat oorspronkelijk werd geaccentueerd door een smeedijzeren borstwering. De bovenverdieping en mansarde van de annex zijde Kolveniersstraat, beantwoordt aan een gelijkaardig opzet evenwel zonder balkon. Bewaard houten schrijnwerk van inkomdeuren met siersmeedwerk, entresolramen en bovenvensters.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1910#1968.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Complex met winkels en kantoren in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5005 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.