is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Klooster van de minderbroeders kapucijnen
Deze vaststelling was geldig van tot
Klooster van de minderbroeders kapucijnen.
Op vraag van de Izegemse pastoor, vestigen de paters redemptoristen zich in 1899 te Izegem. Reeds in 1870 wordt door de pastoor een eerste maal aan het bisdom gevraagd om hier een klooster te vestigen, dat tevens het centrum zou worden van een nieuwe parochie, om de steeds snellere bevolkingsgroei op te vangen.
1899: oprichting van nieuwe gebouwen, naar ontwerp van de broeders Stanislas van Brugge en Simon van Ingelmunster onder toezicht van Roeselaarse architect Jules Soete. Worden in 1901 betrokken door de nieuwe kloostergemeenschap.
1907: uiteindelijke stichting van de nieuwe parochie met de meer oost gelegen Heilig Hartkerk als parochiekerk; de kloosterkerk fungeert als hulpkerk behalve tijdens de jaren 1917-1919, wanneer de Heilig Hartkerk dienst doet als schouwburg.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog: klooster ingericht als lazaret en kerk gebruikt als feest- en concertzaal tot 1917. Klooster zwaar beschadigd tijdens het bevrijdingsoffensief. 1919: uitvoeren van herstellingswerken.
In de jaren 1980: herbestemming van het klooster als opvangcentrum van zorgbehoevende en demente bejaarden in het zogenaamde "Pandje", en een vormings- en bezinningscentrum zogenaamd "De Harp". De voormalige kloostertuin met vijver wordt in gebruik genomen als stadspark, de vroegere moestuin is thans voetbalveld.
Sober neogotisch kloostercomplex van donkere baksteen, in oorsprong volledig ommuurd (1907). Het omvat de kloosterkerk (loodrecht op de straat) en het klooster gegroepeerd rondom een binnenhof en voorts het voormalige seminarie, de brouwerij en de hofstede. Thans aangepast aan de huidige behoeften als dienstencentrum.
Sint-Antonius van Paduakerk: Noord-zuid-georiënteerd bedehuis. Driebeukige basilicale kerk met vernieuwd zuidelijk torentje; schip van vijf traveeën; zijbeuken en transept met rechte sluiting; koor van twee rechte traveeën en met vlakke sluiting; een zuidelijke sacristie.
Donkere baksteenbouw; schip afgedekt door leien zadeldak; zijbeuken door lessenaarsdaken; houten dakkapellen onder tentdak. Centrale puntgevel met aandak en bekronend arduinen kruis; brede, markante spitsboognis met drie ingeschreven spitsboogvensters. Rondboogportaal onder druiplijst, waarboven nis met Sint-Antonius van Padua. Zijgevels geritmeerd door geprofileerde spitsboognissen; aflijnende overhoekse muizentandfries. Bepleisterd en witbeschilderd interieur, in oorsprong beschilderd met onder meer uitbeelding van Sint-Franciscus en zijn volgelingen boven het altaar, uitgevoerd door G. Meunier (Wasseiges). Schip geritmeerd door spitsbogige scheibogen van baksteen op arduinen zuilen met achthoekige sokkel en eenvoudig knoppenkapiteel. Houten spitstongewelven geaccentueerd door groen-rood-goud beschilderde ribben. Bovenvensters opgenomen in steekkappen. Boven de kruising bakstenen kruisribgewelf: met hardstenen ribben opgevangen door de gebundelde kruisingspijlers. Ten westen, orgeltribune; borstwering met spitsboog fries met geschilderde engelenfiguren die onder meer muziekinstrumenten bespelen.
Mobilair. Neogotische biechtstoelen, preekstoel en altaar. Koor met twee glas-in-loodvensters met heiligenfiguren.
Aan de straat gelegen klooster met grosso modo U-vormige plattegrond (bouwplan L-vormig). Langgestrekte vleugel aan straatzijde; veertien venstertraveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldak; drie dakkapellen onder tentdak. Verticale gevelritmering door doorgetrokken segmentboognissen; getoogde vensters op arduinen afzaten; behouden schrijnwerk met kleine roedeverdeling. Linker poorttravee oplopend in dakvenster gemarkeerd door Brugse travee. Arduinen spitsboogportaal met gedeeld bovenlicht. Muurnis met heiligenbeeld. Lager aanpalende vleugel, voormalige remise, getypeerd door spitsboogfries.
Overige gebouwen in aansluitende bouwstijl, doch met hedendaagse verbouwingen van onder meer veranda's.
Bron: DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C. & VANNESTE P. met medewerking van TANSENS A. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Van de kloostergebouwen uit 1899 bleef enkel het klokkentorentje van de kerk en de kapittelzaal bewaard, in 2024 herbestemd.
De bouwwerken van 1899 tot 1901 werden uitgevoerd door de aannemers Camiel Mullie uit Izegem en Leonard Verstraete uit Rumbeke.