Kleine watermolen van 1850, gelegen op de Zweilingsloop, een kunstmatig aangelegde zijarm (900 meter, verval van 3 meter) van de Grote Nete. Enige molen van het bovenslagtype in de provincie, bestaande uit een metalen rad met houten velgen en ijzeren schoepen. De oprichting van deze molen moest kaderen in de grootscheepse ontginning van de Schoorheide, waardoor het belang van akkerbouw en graanteelt zou toenemen, zie gehuchtsinleiding.
Het ensemble is opgetrokken uit baksteen en bevat naast het molengebouw rechts ook een lager woonhuis links, aanvankelijk met winkel en herberg, beide één bouwlaag onder verspringende zadeldaken (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen).
Woning van drie traveeën, deels gesloopt zodat in de linkerzijgevel het gebint zichtbaar is, molengebouw van twee traveeën; getoogde of rechthoekige vensters onder houten of betonnen latei; tegen de rechter zijgevel, ten dele gecementeerd, ten dele bezet met kunstleien, bevindt zich het molenrad.
Het molengebouw biedt onderdak aan het oude maalwerk met houten raderwerk, één koppel maalstenen en ander toebehoren als onder meer het luiwerk; daarnaast is er de installatie voor het opwekken van elektriciteit, een elektrogenerator van 1925 die een elektromotor AEG uit de jaren 1940 aandreef; laatstgenoemde met marmeren bedieningspaneel en schakelbord. Activiteit stilgelegd in 1971, heden leegstaand en sterk vervallen. Bewaard sluiswerk. Kleinere bedrijfsgebouwen op het erf.
- Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Monumenten en Landschappen, Beschermingsdossier A/0291.
- E.D.K., Onze aandacht ten volle waard: de Hoolstmolen en het Topmolentje te Balen, (Levende molens, III, nummer 3, 22 februari 1980, p. 53-55).