Meergezinswoning in art-nouveaustijl naar een ontwerp door de architect Jan Van Weert uit 1907, voltooud in 1908. Opdrachtgevers waren Jan Pieter Hubert Mingels (°Gronsveld, 1856) en zijn echtgenote Anna Catharina Stelten (°Nieuwstadt, 1856), beide afkomstig uit Nederlands-Limburg, die in 1886 te Antwerpen in het huwelijk traden. Mingels, een bakkersgast overgekomen uit Luik in 1886, en Stelten die al sinds 1880 als serveerster werkte in Antwerpen, baatten omstreeks 1895 een café uit aan de Oudeleeuwenrui.
De meergezinswoning Mingels-Stelten behoort tot het vroege oeuvre van Jan Van Weert, die in Antwerpen actief was van omstreeks 1900 tot kort na de Tweede Wereldoorlog. Het ontwerp is representatief voor de gematigde art-nouveaustijl, die hij tijdens zijn beginjaren beoefende, vaak gekenmerkt door een bijzondere aandacht voor sgraffito's en smeedwerk.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning vijf bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door rode baksteen voor speklagen, een borstwering en een mozaïekfries. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de plint, het portaal, hoekblokken, kraagstenen, lateien, lekdrempels met spuwer, een archivolt, en topstukken. De sgraffito’s die oorspronkelijk de boogvelden van de tweede verdieping en de borstwering van het dakvenster kleur gaven, zijn verdwenen. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het hoger opgetrokken portaalrisaliet, dat net als de rechter penant wordt gemarkeerd door getrapte postamenten op bewerkte kraagstenen. De schouderboogpoort met schamppalen en gedeeld bovenlicht, wordt geflankeerd door een winkelpui van dezelfde vorm oorspronkelijk met middenportaal, en de privé-inkom van de huurkwartieren. De bovenbouw beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van schouderbogige en rechthoekige vensters; twee- en drielichten op de derde verdieping. Een bogenfries oorspronkelijk afgewerkt met een houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. De topgeleding, oorspronkelijk opgevat als pseudo-mansarde met leien en dakkapellen is later verbouwd. Het oorspronkelijke schrijnwerk, de deuren verrijkt met art-nouveau-smeedwerk, de vensters met kleine roeden in het bovenlicht, is vernieuwd; bewaarde smeedijzeren keldertralies.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1907#1750; vreemdelingendossier 481#59662.