erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Martinus

bouwkundig element
ID
74020
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/74020

Juridische gevolgen

Beschrijving

Dorpskerk met georiënteerd koor afwijkend naar het noorden, gelegen binnen een weinig uitgesproken straatbocht aan de noordwestelijke straatzijde tegenover Sint-Franciscusstraat. Beslaat de zuidelijke helft van een veelhoekig vroeger kerkhof, nu met gras begroeid en omzoomd door een lindenrij; omringende bakstenen kerkhofmuur ten noordwesten palend aan een uitgestrekte hoogstamboomgaard, ten noorden aan weiland, ten zuidwesten aan een recent gecreëerde groenzone tussen het voorpleintje van de kerk en het Sadonespad. Niettegenstaande het schip veel jonger is dan de massieve westtoren sluiten hun massa's op zeer aanvaardbare wijze bij elkaar aan.

Historiek

Opbrakel bezat zeker eind 11de eeuw een bidplaats aangezien het patronaat van de kerk toen aan de abdij van Ename toekwam. Laatromaanse toren als oudste deel van de huidige kerk gewoonlijk gedateerd in de 13de eeuw; vooralsnog geen oudere sporen bijgevolg is er ook geen zekerheid of de voorgaande kerk op dezelfde plek stond. Gegevens over welomschreven bouwwerken zijn pas vanaf de 16de eeuw voorhanden. Wellicht onderging de kerk in de gotische periode herhaaldelijk wijzigingen; divers materiaal lijkt gerecupereerd bij de 18de-eeuwse herbouw en ook verschillend bakstenen metselwerk getuigt van toenmalige veranderingswerken; in welke mate koor en schip op de vroegere kerk teruggaan, mogelijk zelfs met hergebruikt natuurstenen metselwerk zoals verondersteld door A. Cambier, kan echter slechts door een archeologisch en diepgaand bouwhistorisch onderzoek bevestigd worden. Vernielingswerken in de 16de eeuw leidden tot vermelde herbouw van koor (1589) en herstel van toren (1595). In de 17de eeuw voornamelijk herstellingswerken onder meer van Heilige Kruiskoor (1625) en Onze-Lieve-Vrouwkoor (1635). Schip nieuw gebouwd in 1716 waarvan overwelving startte in 1718. Nieuw hoogkoor gebouwd in 1742 met achter aangebouwde sacristie van 1743. In 1754 vond een verruiming van het schip plaats met verhoging van het dak; terwijl in het koor al in 1754 stucwerken plaatsvonden gebeurde dit in 1756 voor het schip, overwelfd in 1755. Bouwvallige toren in 1755 hersteld en nogmaals in 1847-1848. In 1868: verlenging oostwaarts van de sacristie en plaatsing van neogotisch maaswerk in de vensters van zijbeuken en koor. Neogotische polychromie van kerkinterieur uit 1910, intussen overschilderd. Vroeger witsel van de buitenkerk verdwenen. Binnenschilderwerken van 1967 met fantaisistische kleurtinten. Geplande onderhoudswerken aan de westtoren wegens scheurvorming en uitbuiking van westzijde onder leiding van architectenbureau Bressers (Gent).

Beschrijving

In plattegrond vertoont de kerk een vierkante westtoren, de zuidoostelijke hoek met rechthoekige uitbouw waarin torentrapkoker; kort driebeukig schip van drie traveeën waarvan bredere middenbeuk uitlopend op koor van twee traveeën met driezijdige sluiting; sacristie tegen het koorhoofd, vroegere doopkapel in de oksel van westtoren met noordelijke zijbeuk. Westtoren uit overgangsperiode laatromaanse naar vroeggotische stijl vertoont een opvallend zware vierkante onderbouw van onregelmatige lokale ijzerzandsteen vermengd met zandsteen, naast enige rode tegelpannen ook bakstenen metselwerk van herstellingen; lagere benedenverdieping enigszins afgelijnd door waterlijst op lichte gevelversnijding; jonger korfbogig portaal uitgespaard in verdiept, breed en gedrukt spitsboogveld van vroeger portaal. Hoog rondboogvenster in dito spaarveld aanzettend op voornoemde omlopende waterlijst boven de inkom. In beide zijgevels en op dezelfde aanzethoogte een met baksteen gedicht lager spitsboogvenster. Torentrapkoker afgedekt door steil lessenaarsdak; ernaast in de zuidoostelijke torengevel een recent gestoken deur. Halve piramidevormige verklimmingen bekleed met leien, naar het achthoekig en drieledig bovendeel van de toren; metselwerk van onderste geleding idem als vierkante onderbouw en bijgevolg wellicht nog laatromaans. Klokkenkamer van zandstenen en baksteen met zandstenen hoekkettingen en spitsbogige galmgaten, wellicht deels laatst in 18de-eeuwse bouwfase bijgewerkt. Hoge ingesnoerde achtzijdige leien torenspits.

Driebeukig schip met pseudobasilicale aanleg afgedekt onder laag reikend zadeldak, evenals het koor merendeels bakstenen metselwerk met zandstenen hoekkettingen; zijbeuken met ijzerzandsteen in de plint, met hoogteverschil tussen noordelijke langsgevel en zuidelijke langsgevel. Oostgevel middenbeuk vertoont twee steekbogige bovenlichten in puntgeveltop met vlechtingen, en jaartal 1754 in cijferankers verwijzend naar de verhoging van het schip. Beide langsgevels met segmentboogvensters, in de zuidgevel echter volledig in geprofileerde zandstenen omlijstingen, vermoedelijk met uitzondering van de boog gerecupereerd of overblijvend uit laatgotische bouwfase evenals het gedichte korfboogdeurtje in westzijde van de zuidelijke zijbeuk. Smalle hoge steekboogvensters van koor aanzettend boven plint van onregelmatig breukstenen metselwerk met veel ijzerhoudende zandsteen; plint ook voor oud deel sacristie verschillend voor noord- en zuidzijde. Muurwerk boven koorvensters mogelijk resultaat van een verhoging (?). In zuidelijke kooroksel, tegen zijbeukmuur aangepaste vroegere calvarie, nu een Jezusbeeld aan kruis tegen gevelbepleistering met landschapsschildering boven jong breukstenen metselwerk dat een vroeger vagevuur vervangt; afdak op gecementeerde steunen.

Interieur

Benedenruimte van toren met wellicht 18de-eeuws tongewelf. Scheidingsmuur van toren met schip van ijzerzandsteen met sporen van spitsboog op doksaal; overig binnenmetselwerk van achtkantige bovendeel toren blijkt baksteen. Tongewelf van middenbeuk geleed door gordelbogen en op monumentaal entablement; asymmetrisch gebogen overwelving in de veel lagere zijbeuken, dito koor met gedrukt gewelf. Rondbogige scheibogen op hoge Toscaanse zuilen. Verfijnde stucdecoratie in rococostijl met jaartal 1754 op scheidingsboog van beuk met koor; medaillons met christelijke symboliek en Bijbelse voorstellingen. Beide bepleisterde koepelgewelven in het 18de-eeuwse deel van de sacristie verrijkt met fijne stucornamentiek.

Mobilair

Altaardoek met voorstelling van "Laatste avondmaal", Vlaamse school, 18de eeuw. Schilderij "Vertrek van de jonge Tobias" door Jozef Paelinck, eerste helft van de 19de eeuw. Calvariebeeldengroep met geschilderd houten Jezusbeeld aan kruis, 19de eeuw met gipsen Johannes- en Mariabeeld. Serie beeldconsoles met engelen evenals heiligenbeelden thans gewit behalve onder andere Piëtabeeld.

Meubilair. Hoofdaltaar met marmeren altaartafel, germarmerde houten altaarportiek uit de 18de eeuw. Twee portiekvormige geschilderde houten zijaltaren (18de of 19de eeuw). Lambrisering in koor in Lodewijk XV-stijl uit de 18de eeuw. Preekstoel in rococostijl van 1765. Twee laat-18de-eeuwse biechtstoelen. Orgel door L.B van Peteghem (Gent) in een eiken klankkast van D. De Staercke (Nederbrakel), 1789. Circa 1900 instrument gewijzigd door Fr. Joris (Ronse). Stenen doopvont, vermoedelijk uit de 15de eeuw. Ingelijste neogotische kruisweg geschilderd op metaal. Grisailleglasramen van 1911-1912. Grafstenen in wanden van portaal onder andere van pastoor Thomas Perlo († 1756) en van de dorpsheer F. R. D. Maroucx († 1761).

  • Informatie orgel door Patrick Roose (agentschap Onroerend Erfgoed).
  • Rijksarchief Gent, Provinciaal Archief, 1830-1850, nummer 2551/3.
  • BRAKELS T., Geschiedenis van Nederbrakel Opbrakel en omstreken , Kortrijk, 1952, p. 217-223.
  • DE BROUWER J., Bijdrage tot de geschiedenis van de kerkelijke instellingen in het Land van Aalst tussen 1621 en 1796, Deel II, Dendermonde, 1975, p. 406, 435, 445, 486.
  • DE MOOR L. - CAMBIER A., De Kerk van Opbrakel. Geschiedenis-beschrijving-toekomstplannen, in Annalen Geschied- en Oudheidkundige Kring van Ronse en het Tenement van Inde, XXVII, 1978, p. 129-168).
  • DE WOLF K., Romaanse bouwkunst (1000 - 1225), Architectuurgids Zuid-Oost-Vlaanderen, Zottegem, s.d., p. 84.
  • VANDENBUSSCHE - VAN DEN KERKHOVE C., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Brakel, Brussel, 1980, p. 16-18.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Brakelbos met Hof ten Bossche en vallei van de Sassegembeek

  • Is deel van
    St.-Martensstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/74020 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.