erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Job

bouwkundig element
ID
75879
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/75879

Juridische gevolgen

Beschrijving

Vrijstaande neogotische kerk, in 1851-1874 opgetrokken in drie fasen. Ten zuiden en ten oosten het kerkhof, heraangelegd met onder meer perken en verharde paden en omhaagd met beuk.

HISTORIEK

Van oudsher behoorde Schoonbroek tot de Sint-Martinusparochie van Retie die zelf afhing van de norbertijnen van Tongerlo. Reeds vóór 1400 bestond er een verering voor Job in Schoonbroek; in de 15de en de 16de eeuw, geteisterd door talrijke epidemieën, hechtte men veel belang aan deze heilige wiens patronaatschap aldus sterk verspreid raakte; het ter plaatse bewaarde Sint-Jobretabel uit het tweede kwart van de 16de eeuw getuigt van een intense volksdevotie in Schoonbroek. Tot midden 20ste eeuw bleef Schoonbroek een druk bezocht bedevaartsoord.

Volgens de overlevering in 1476 bouw van een kapel voor de gelovigen van het gehucht; tot 1554 bediend door geestelijken, aangesteld door Tongerlo, nadien tevens door de augustijnen van de priorij van Corsendonk. In 1565 bouw van een nieuwe en grotere kapel; vanaf dan mochten er doopsels en begrafenissen plaatsvinden, er werd een doopvont geplaatst en een kerkhof gewijd. Circa 1803 werd Schoonbroek een zelfstandige kapelanij, in 1842 een parochie. Op bestuurlijk vlak was Schoonbroek in 1809 bij Turnhout gevoegd. Circa 1851 verbouwing van het bestaande bedehuis naar ontwerp van E. Gife: door een verbreding van het hoofdvolume kwamen de zijgevels quasi in hetzelfde vlak te liggen als die van het bestaande (?) transept; dit resulteerde in een kerk met nieuw schip van drie traveeën en oudere onderdelen namelijk een ondiep transept en een klein koor met driezijdige sluiting; het huidige eenbeukige schip dateert van deze bouwfase. Sinds 1858 was Schoonbroek een gehucht van Oud-Turnhout dat rond dezelfde periode bestuurlijk onafhankelijk werd van Turnhout. Turnhout investeerde niet langer in de voltooiing van de kerk. De huidige transept- en koorpartij dateren van vergrotingswerken in 1861. Tot dan gebeurden de werken naar ontwerp van de provinciale bouwmeesters E. Gife en J. Van Gastel, zie gedenksteen in de buitenmuur van het zuidelijk transept. In 1874 werd de westelijke dakruiter vervangen door de huidige toren naar ontwerp van P.J. Taeymans, het ontwerp dateert van 28/1/1874. Ondanks recente herstellingswerken is het metselwerk van voornamelijk de toren sterk verweerd en het voegwerk verzand of uitgespoeld.

BESCHRIJVING

Georiënteerde eenbeukige kruiskerk met een schip van vier traveeën, een ingebouwde westtoren, een transept van één vlak afgesloten travee en een koor van één rechte travee met driezijdige sluiting, sacristie aan zuid- en berging aan noordzijde; (afgewolfde) zadeldaken (leien) met bekronend smeedijzeren kruis boven koor.

Baksteenbouw op dito plint met verwerking van zandsteen voor onder meer afzaat, dek- en kraagstenen, hoekblokken, aandaken, maaswerk en lekdrempels. Vierledige toren op vierkant grondplan onder een octogonale, ingesnoerde naaldspits (leien) met bekronend smeedijzeren kruis en windvaan; gestut door versneden steunberen, aan de noordzijde met een aanleunende ronde traptoren. Van onder naar boven een houten segmentboogdeur in bakstenen omlijsting onder leien lessenaarsdakje met een bekronende blinde fries van driepasbogen, een spits drielichtvenster in een geprofileerde bakstenen omlijsting met monelen en maaswerk van zandsteen, voorts verluchtingssleuven, gekoppelde spitse galmgaten met torenuurwerk en een fraaie beëindiging met bakstenen keperboogfries, tandlijst en kwartbolle lijst. Gevels van schip, transept en koor met bakstenen tandlijst; geritmeerd door versneden steunberen en spitsboogvensters in een bakstenen omlijsting; meest westelijke schiptravee met kleiner spitsboogvenster; middelste venster van koorsluiting gedicht. Puntgevels van het transept met verluchtingssleuf, vlechtingen, aandak, top- en schouderstukken. Tegen de westelijke muur van het zuidelijk transept, bij de begraafplaats van de pastoors, een houten kruis onder dito afdakje (het Christusbeeld staat binnen). Sacristie en berging met rechthoekige getraliede vensters in arduinen omlijsting onder strekse boog; berging met korfboogdeur.

Bepleisterd en beschilderd interieur. Eenbeukig schip, kruising, transept en koor met kruisribgewelven en spitse gordelbogen, alle eindigend op gepolychromeerde en vergulde opengewerkte consoles; koorsluiting met straalgewelf. Koor met retabel van Sint-Job, zie mobilair. Kruising afgezet met spitse scheibogen. Eerste (inkomportaal) en tweede geleding van de toren met kruisribgewelf waarvan de ribben opgevangen worden in een met hout afgedekte ring. Spitsboogvensters gevat in een gelijkvormig spaarveld. Vloer van arduin en marmer, 1864-1865.

Kapel ten zuiden en berging ten noorden van het inkomportaal met eiken binnendeuren in Lodewijk XVI-stijl, 1861. Eerstgenoemde kapel, heden de Onze-Lieve-Vrouwekapel, eertijds de doopkapel. Orgeltribune met opengewerkte houten leuning op pijlers met vierkante sokkel. Sacristie met vals plafond van planchetten, eiken sacristiekast, een ijzeren brandkast en een moederklok die het uurwerk van de toren bediende. Traptoren met houten spiltrap.

Mobilair: Schilderijen: Christus aan het kruis, 17de eeuw, Vlaamse school. Beeldhouwwerk: neogotisch beschilderde Onze-Lieve-Vrouw met Kind (noordelijk zijaltaar), vierde kwart van de 16de eeuw, eerste kwart van de 17de eeuw, gepolychromeerd hout, afkomstig van de voormalige priorij van Corsendonk; Christusbeeld, 16de eeuw, hout; Heilige Rumoldus of Heilige Nicolaas van Myra, 17de eeuw, gepolychromeerde plaaster, en bas-reliëf met beeldengroep, de Bewening van Christus voorstellende, circa 1860, gepolychromeerd hout, beide afkomstig van het voormalige zuidelijke zijaltaar; 19de-eeuwse heiligenbeelden, plaaster, lichte polychromie, onder meer Heilige Anna, Heilige Barbara, Heilige Antonius abt, Heilige Antonius van Padua, Sint-Jozef, Heilige Sebastiaan, Heilige Donatus en de Heilige Lucia; kruisweg, 19de eeuw, plaasteren bas-reliëf.

Meubilair: neogotisch hoofd- en noordelijk zijaltaar, 1861, gepolychromeerd hout en/of steen: hoofdaltaar toegewijd aan Sint-Job met retabel van Sint-Job, noordelijk zijaltaar toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw.

Retabel van Sint-Job, aansluitend bij het maniërisme, beeldhouwwerk en vermoedelijk ook het schilderwerk door een Antwerps atelier, gemerkt met hand en burcht, circa 1540-1545, met gepolychromeerd, voornamelijk verguld, eiken beeldhouwwerk en beschilderde panelen, retabelbak met een in boogvorm verhoogd middenvak waarop bekronend beeld van Sint-Job en ondulerende zijvakken, met zes grote en negen kleine groepen waarboven een doorlopende troonhemel met ingewikkelde venstertraceringen en sluitstenen, binnenluiken met elk vijf geschilderde taferelen, buitenluiken met elk twee grote en één kleine heiligenfiguur, predella met drie geschilderde taferelen, in 1863-1864 beeldhouwwerk gerestaureerd en deels vernieuwd door atelier H. Peeters-Divoort (Turnhout), polychromie vernieuwd door K. Volders (Turnhout), in 1977 restauratie van de luiken, in 1992 van het beeldhouwwerk door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK).

Preekstoel, eind 17de-eeuws(?), eik; neogotisch(e) biechtstoel en koorgestoelte, 1861, eik; gotische doopvont met voorstelling van de vier windstreken, 16de eeuw, arduin met koperen deksel van 1862.

Orgel in laatklassieke stijl, 1839, door T. Smet (Duffel), vernieuwd in 1933 en geëlektrificeerd in 1955, houten orgelkast, 1861.

Varia: gekleurde glas-in-loodramen, twee in het koor met name glasraam van Sint-Job en van Sint-Felix van Valois, gedateerd en gesigneerd, 1888, door S. Coucke (Brugge); acht glasramen in het schip en transept met heiligenvoorstellingen, de twee meest westelijke van het schip zijn gedateerd en gesigneerd, 1931, door atelier Peene-Delodder (Brugge). Kleine klok van Onze-Lieve-Vrouw, 1669, afkomstig van de priorij van Corsendonk; grote klok van Sint-Job, 1953.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier 473.
  • Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Oud-Turnhout, schets 1862/7.
  • Provinciaal Archief Antwerpen, Kerken, Retie, dossiers 3, 5.
  • JANSEN J., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Antwerpen. Kanton Turnhout I, Brussel, 1976, 24-25.
  • S.N., Antwerpse retabels, 15de-16de eeuw, in tentoonstellingscataloog, onder Leiding van H. NIEUWDORP, 2 dln., Antwerpen, 1993.
  • SNEYERS E., Bijdrage tot de geschiedenis van Retie, s.l., 1972, 194.
  • STAPPAERTS R., De Wouwer. Evolutie van een Kempens dorp, s.l., 1999, 338-349.
  • VAN HERCK J., Het retabel van St.-Job te Schoonbroek, in Noordgouw. Cultureel Tijdschrift van de Provincie Antwerpen, V, nr. 2, s.l. , 1965, 1-20.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Arendonk, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n6, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Job [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/75879 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.