Kruisborrekapel, opgericht ter verering van het Heilig Kruis.
De kapel vormt het begin- en eindpunt van de "Kapellekensweg" of "Weg Oem", is gelegen op een steile helling en wordt omringd door een gordel van bomen en struiken waaronder linde (Tilia), els (Alnus), dennen (Pinus), hulst (Ilex) en andere.
Historiek
De verering van het Heilig Kruis is mogelijk gegroeid uit een heidense bronnencultus, zie de onmiddellijke nabijheid van de zogenaamde Kruisbron, heden afgedekt met een verweerde grafsteen en gelegen aan de voet van de verhevenheid waarop de kapel is gebouwd. De kapel werd gebouwd in 1622 door pastoor Calenus, ter vervanging van een oudere, mogelijk lemen kapel ter plaatse van het mirakel van het Heilig Kruis. In een kerkrekening van 1477 wordt er immers al een allusie gemaakt op het bestaan van een kapel; rekeningen vanaf het tweede decennium van de zestiende eeuw geven meer zekerheid; in de bouwrekeningen zelf is er trouwens sprake van het uitbreken van oudere fundamenten en de verkoop van het houten geraamte. In de loop van de volgende eeuwen werden meermaals vernieuwings- en herstellingswerken uitgevoerd, onder meer in 1642-1644 toen een nieuw torentje werd gebouwd en het dak werd herlegd.
In het Kaartboek van de abdij van Affligem wordt de kapel anno 1722 grosso modo weergegeven volgens haar huidig uitzicht; het portaal wordt evenwel afgedekt door een lessenaarsdak waar het nu een half schilddak vertoont. Onder de Franse bezetting werd de kapel gesloten voor de eredienst; ze werd heropend in 1802. Ze werd gerestaureerd in 1965 en in 2003 werd ze door vrijwilligers opgeknapt.
Beschrijving
Verankerde, eenbeukige constructie op rechthoekige plattegrond van twee traveeën met driezijdige sluiting onder een leien bedaking met opengewerkte, octogonale klokkentoren onder ingesnoerde naaldspits; het torentje werd volgens de kerkrekeningen vernieuwd in 1642-1644. Met uitzondering van de afgeknotte zuidpuntgevel volledig bepleisterde en witgeschilderde gevels op gepikte plint. Zuidelijke puntgevel van bak- en zandsteen, gemarkeerd door een aandak en schouderstukken; zandsteengebruik voor de hoekkettingen, muurbanden en de omlijsting van de oculus in de top; deze gevel die ook de inkomdeur bevat, wordt voorafgegaan door een mogelijk later toegevoegd voorportaal met bepleisterde gevels op gepikte plint en afgedekt door een half schilddak; met uitzondering van de oostzijde is dit portaal volledig gesloten. Inwendig eenvoudige bepleisterde wanden met diverse kapelletjes opgehangen aan de muren. Aan de noordzijde gevelsteen met vermelding "ANNO.1622 / IHS MA", verwijzend naar het oprichtingsjaar, en rechthoekige inkomdeur met zandstenen rechtstanden. Rondboogvensters in een beschilderde zandstenen omlijsting en voorzien van ijzeren roeden verlichten het schip.
Interieur
Sober bepleisterd interieur met gedrukt ton- en straalgewelf, laatstgenoemd beschilderd met engelenhoofdjes; gemarmerd barokaltaar geflankeerd door de beelden van Johannes de Doper links en Maria rechts. Het voorheen aanwezige altaarstuk dat de Kruisdood voorstelt, is momenteel weggehaald.
- DE GRAVE D., Geschiedenis der gemeente Assche, Asse, 1900, p. 441-445.
- OCKELEY J., De Kruisborrekapel vóór en na 1622, in 650 jaar Heilig Kruis te Asse. Situering, legende en verering, Asse, 1987, p. 117-120.
- OCKELEY J., Kaartboek van de abdij Affligem 1717-1752, Brussel, 2003, p. 46-47.