Voormalig ambachtshuis van de huidenvetters. Verankerde baksteenbouw onder leien zadeldaken (nok parallel met het plein) bestaande uit twee vleugels parallel met Reie. Sinds de historiserende restauratie in 1912 van beide vleugels naar ontwerp van architect E. Timmery (Brugge) op basis van een anoniem 17de-eeuws schilderij uit de collectie van de Stedelijke Musea Brugge; typisch gebruik van Euvillesteen als restauratiesteen voor bol- en kruiskozijnen, waterlijsten, negblokken, cartouches, onderdorpels en lateien.
Nummer 10 aan de hoek met Braambergstraat. Hoekhuis van twee + één/twee traveeën en twee bouwlagen, op nieuwe cartouches gedateerd "ANNO / 1716" want toen herbouwd naar ontwerp van meester-metselaar E. Feys (Brugge). In 1912 onder meer terugplaatsen van bolkozijnen in de voorgevel en reconstructie van de winkelpui, zie schilderij. Barokke zijgevel met in- en uitgezwenkte top onder bekronend driehoekig fronton en met voluten met siervazen. Typerend spel tussen Euvillesteen voor sierelementen en bakstenen parement. Heropend drielicht op de begane grond. In zolderluik met tussenstijl opgenomen in een omlijsting aanzettend op klauwen en eindigend op voluten. Op begane grond, ouder metselwerk en pinnen voor het hangwerk van de poort die het pleintje afsloot, zie kaart van Marcus Gerards (1562).
Reiegevel: bakstenen lijstgevel van vier traveeën, herstelde bolkozijnen en deur met gedeeld bovenlicht leidt naar ponton.
Nummer 11. Aansluitend hoofdvolume, dubbelhuis van vijf/twee traveeën en twee bouwlagen, gedateerd op vernieuwde gevelstenen "1630" en "XVICXXX". Cartouche met opschrift zegt "DE EERSTE STEEN VAN HET NIEUW AMBACHTSHUIS DER HUIDEVETTERS WERD GELEGD DOOR DEN DEKEN JAN STUYLS. 7EN MAART 1630. BOUWMEESTER JAN DE SMET. HERSTELD IN 1912 DOOR B.M.STER E. TIMMERY". In 1912, terugbrengen van 19de-eeuwse begane grond van zes traveeën naar huidige indeling, gebaseerd op schilderij (zie hoger). Gevel horizontaal geleed door waterlijst van Euvillesteen boven begane grond en door op een op dito waterlijst overkragende bovenmuur, afgeboord met kantelen (20 treden). Begane grond geleed door betraliede bolkozijnen met afgeschuinde dagkanten, ontlastingsbogen met open voeg en als korte, natuurstenen banden doorgetrokken onder- tussen en bovendorpels. Rondboogdeur in geprofileerde arduinen lekdrempel bekroond door kruisbloem (1912). Op de bovenverdieping links kruiskozijnen met glas in lood.
Reiegevel: dito lijstgevel met herstelde bolkozijnen, bekroond door getrapt dakvenster (3 treden + topstuk). In oksel van nummer 11 en nummer 12, traptoren van vijf bouwlagen onder leien puntdak, hersteld in 1905; vierzijdige basis over twee bouwlagen, gescheiden door waterlijsten; drie volgende bouwlagen op octogonaal grondplan en met rechthoekige venstertjes in korfboognissen, bovenaan versierd met boogveldreliëfs. Aanpalend tuintje.
Interieur. Sleutelstukken met wapenschild.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 139-140.
- VANHOUTRYVE A., Brugse gedenkstenen en herdenkingsplaten. Historische analyse en retrospectieve, Brugge, 1990, p. 151-153.