erfgoedobject

Bogardenschool

bouwkundig element
ID
82001
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/82001

Juridische gevolgen

Beschrijving

Gelegen aan de hoek met Arsenaalstraat. Voormalige "Bogardenschool", heden "AKADEMIE VAN SCHOONE KUNSTEN NIJVERHEID EN HANDELSCHOOL", zie gevelsteen van 1897-1898 boven de poort. Gebouwencomplex met kern teruggaand tot de 16de eeuw, opgetrokken op U-vormige plattegrond rondom een binnentuin, afgesloten door een poortgebouwtje en smeedijzeren hek gebouwd in 1895 naar ontwerp van stadsarchitect C. De Wulf (Brugge). In de binnentuin, beeld van Jan van Eyck van 1828 door de toenmalige directeur van de Academie J.R. Calloigne (Brugge).

Reeds vóór 1252 zijn bogarden of begarden - de mannelijke, semi-religieuze tegenhanger van de begijnen - in Brugge aanwezig; op de huidige locatie, mogelijk in bestaande gebouwen, richten ze hun convent op.

1290-1291: bouw van een eerste kapel.

1374: wijding van de verbouwde of volledig vernieuwde kapel.

In de loop van de de 15de eeuw: sterke teruggang van de orde.

1513: voormalig bogardenklooster wordt door de Stad omgevormd tot onderwijsinstelling voor kansarme kinderen, vanaf 1520 volledig beheerd door de Stad.

1550-1551: bouw van de schoolvleugel ten zuidwesten van de kapel.

1562: Marcus Gerards tekent de school als volledig ommuurd complex met kapel en aanpalende vleugel met haaks daarop een tweede vleugel; ter hoogte van de huidige conciërgerie staan lagere bijgebouwen.

1676: na sloop van de middeleeuwse kapel, bouwen op zelfde locatie van de huidige barokkapel, gewijd in 1677.

1796: opnemen van de school als liefdadigheidsinstelling onder het beheer van de Burgerlijke Godshuizen.

1845: optrekken van een laag gebouw ten zuiden van kapel.

1883: definitieve sluiting van de school wegens het gebrek aan financiële middelen.

1886-1930: gebouwen deels in gebruik als museum voor de verzameling van de Academie uit de Poortersloge, en vanaf 1891 deels gebruikt als Stedelijke Kunstacademie en Nijverheidsschool.

1897-1898: restauratie van de bestaande gebouwen en bouw van de conciërgewoning en de neogotische vleugels naar ontwerp van stadsarchitect C. De Wulf.

1967: herinrichting van de zolderverdieping van de 18de-eeuwse vleugel tot klaslokalen onder leiding van aannemer Vandendorpe en onder meer vervangen van de oorspronkelijke vloer door beton.

1975: restauratie van de kapel (1), herbestemd als tentoonstellingsruimte onder leiding van de Dienst Monumentenzorg en Ruimtelijke Ordening Brugge en onder meer toevoegen van twee dakvensters op noordwestelijke dakhelling.

1979-1981: restauratie van de monumentale schouw naar ontwerp van architect J. Bellaert.

2001-2002: grondige consoliderende gevelrestauratie naar ontwerp van architect B. Vanooteghem (Brugge) onder meer schilderen van alle 16de-18de-eeuwse gevels.

1. Bogardenkapel. Georiënteerde kapel, aan westzijde palend aan de 16de-eeuwse schoolvleugel. Eenvoudige, barokke kapel van drie traveeën, opgetrokken uit verankerde baksteen onder leien zadeldak waarop, aan westzijde, imposante dakruiter met kruisbeeld. Aan straatzijde, gevel met in- en uitgezwenkte top, gedateerd "1676" en bekroond met geleed, gebogen fronton. Blinde onderbouw afgelijnd door een geprononceerde waterlijst van witte natuursteen; dito materiaal voor de afboordende voluten en hun bolbekroningen, datering en afwerking van het fronton onder topstuk. Fraaie baroknis in omlijsting van witte natuursteen, oorspronkelijk voorzien van beeld van Heilige Laurentius, patroon van de bogardenschool. Boven de nis, witstenen gevelsteen met wapenschild van de stad. In de zijgevels, grote segmentboogvensters in geprofileerde, natuurstenen omlijstingen; glas-in-loodramen met ijzeren harnas. Aan noordzijde, barok rondboogportaal in zware, geprofileerde omlijsting van natuursteen bekroond door driehoekig fronton; benagelde houten paneeldeur met fraaie naald verlevendigd met beelden van Heilige Laurentius en Stefanus, gesculpteerd door Michiel Cathelaen.

Interieur. Eenbeukige ruimte overkluisd met verankerde graatgewelven, geritmeerd door gordelbogen opgevangen door consoles met engelenkopje. Oorspronkelijke schaduwschilderingen op oostelijke muur als accentuering van het altaar en flankerende beeldnissen, ontdekt tijdens restauratie van 1978-1980. Deur naar voormalige sacristie in geprofileerde nis met oren.

★ 2. 16de-eeuwse vleugel. Ten zuidwesten van de kapel staat een aangebouwde bakstenen traptoren op polygonale plattegrond onder tentdak (leipannen). Licht getoogde vensteropeningen met afgeschuinde dagkanten. Lage tudorboogdeur; groot zandstenen beeld van Maria met Kind (1636) onder baldakijn. Aanpalende verankerde, vleugel van veertien traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), ten noordoosten ingesloten door de kapel en ten zuidwesten door de 18de-eeuwse vleugel. Beide gevels zijn geritmeerd door Brugse travee, type I, afwisselend doorgetrokken tot in dakvensters en afgesloten door segmentbogen. Centrale ingang. Rechthoekige vensters onder rollaag (al dan niet met open voeg) en/of strek en met vernieuwde dorpels van witte natuursteen. Op muurdam tussen vijfde en zesde travee, zandstenen gevelsteen met gedeeltelijk geïdentificeerd jaartal "… XII CB". Zes dakvensters opgevat als tuitgevels met schouderstukken en vernieuwde bolkozijnen.

Interieur. Deels onderkelderd (twee beuken van twee traveeën) door tongewelven op middenpijler. Bewaarde balklagen. In zogenaamde "Leraarskamer" beklede moerbalk en monumentale marmeren 18de-eeuwse schouw met boezem opgesmukt in rococostijl.

3. Kleine 16de-eeuwse vleugel en schouw. Monumentale schoorsteenschacht aanknopend bij de laatgotische baksteengotiek, heden aanleunend bij een vleugeltje uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Verankerde baksteenbouw, sinds 1979 gestut door als doorgang uitgebouwde steunbeer. Bijzonder voorbeeld qua opbouw, verzorgde vormgeving en vakmanschap. Rijkelijk gebruik van geprofileerde baksteen onder meer in de zuidwestelijke wand versierd met samengestelde accoladeboognis met afgeschuinde dagkanten en verfijnd ingeschreven maaswerk. Het smallere topstuk zet aan op een omlopende lijst van baksteen en valt op door het X-vormig ornament dat als basis dient voor de geprofileerde pijpen van de korte zijden en de rechthoekige nissen en de tracering van de brede zijden.

4. Vleugel uit het tweede kwart van de 18de eeuw. Verankerde, bakstenen constructie van vijf (oostelijke) en tien (westelijke) traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen), ontworpen door beeldhouwer-architect H. Pulinx jr. (Brugge). Aan oostzijde: natuurstenen plint, gevels geritmeerd door lisenen; segmentbogige benedenvensters in bakstenen omlijstingen en rechthoekige bovenvensters in bepleisterde omlijstingen op binnen het spaarveld doorgetrokken lekdrempels. Recente dakvensters. Analoge westgevel van oorspronkelijk zes traveeën, in de loop van de eerste helft van de 20ste eeuw verlengd in noordwestelijke richting met vier traveeën; verbouwde bovenvensters op spiegel. Negen nieuwe dakkapellen.

Interieur. Oorspronkelijk één ruimte, met name refter van Bogardenschool, later verdeeld in verschillende ruimten; overkluizing door middel van tongewelven waarvan gordelbogen worden opgevangen door pilasters in de zijwanden.

5. Uitbreiding uit de eerste helft van de 19de eeuw (nummer 88). Dubbelhuis van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen) met bepleisterde en beschilderde lijstgevel. Centrale poort geaccentueerd door twee halfverheven pilasters onder kroonlijst. Twee flankerende vensters in geprofileerde, houten omlijsting dateren van na 1845. Tot circa jaren 1980, deuropening in uiterst linkse travee.

6. Uitbreiding uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Baksteenbouw in neo-Brugse stijl onder leien zadeldaken, ontworpen in 1892 door stadsarchitect C. De Wulf (Brugge). Typerende verwerking van trapgevels, dakvensters, Brugse travee type I met maaswerk, getrapte dakvensters, kruis- en bolkozijnen en een sierlijke traptoren met lantaarn en leien spits naar "historisch" model.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier 244.
  • Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 34/1845.
  • Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Fiche, mei 1977.
  • BEERNAERT B., Open Monumentendag Vlaanderen. 17de-eeuwse architectuur in de binnenstad, Brugge, 1993, nr. 8.
  • DEZUTTER W., GOETINCK M. (ed.), 125 jaar stedelijke nijverheidsschool. Techniek als hefboom voor wetenschap en cultuur, tentoonstellingscatalogus, 1979.
  • ESTHER J., Arthur Vandendorpe, restaureren, renoveren, Brugge, 1994, p. 131.
  • RYCKAERT M., Historische Stedenatlas van België, Brussel, 1991, p. 161-162 en 182.

Bron: GILTÉ S., VANWALLEGHEM A. & VAN VLAENDEREN P. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Middeleeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nb Zuid, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bogardenschool [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/82001 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.