Voormalig godshuis "HEILIG NEST", zie recent beschilderd opschrift. Samenstel van twee breedhuizen van respectievelijk vier en drie traveeën en twee bouwlagen onder samenstel van zadeldaken, gebouwd in de 17de eeuw doch pas in gebruik als godshuis sinds het eerste kwart van de 20ste eeuw. "Kunstige Herstelling" van 2000-2001 naar ontwerp van architect F. Delacourt (Brugge): totale sanering. Beschilderde, bakstenen lijstgevels, nummer 19 voorzien van een getrapt dakvenster (6 treden en topstuk) boven de tweede en derde travee en nummer 21 verankerd. De bouwaanvraag van 1828 toont de begin-18de-eeuwse toestand van nummer 19: naast bewaarde, natuurstenen deuromlijsting in Lodewijk XIV-stijl was er in de linker travee een kleinere deur in geblokte omlijsting onder een nis; vensters met nu verdwenen, bepleisterde omlijstingen met oren en neuten. Wijzigingen in 1828: verlagen van onderdorpels van bovenvensters, verplaatsen van rechter venster en vernieuwen vensterindeling. Tussen 1828 en 1845: zelfde veranderingen aan benedenvensters en wijziging van linker deur. In 1965, verbouwen van linker deur tot venster. Nummer 21 in 1845 verhoogd met één bouwlaag. Bewaarde deur met uitvoerig versierde deurnaald onder meer voorzien van soort van kariatide en festoenen.
Reigevels, gerestaureerd als "Kunstige Herstelling" van 1985-1988 naar ontwerp van architect A. Schrauwen (Brugge), gebaseerd op een ontwerp van architect J. Priem (Brugge) van 1973. Nummer 19, bakstenen lijstgeveltje van één travee en kelderverdieping + één bouwlaag rechts uitlopend in een dakvenster met rondboognis, ingeschreven in een tuitgeveltje; rechthoekige venster onder strek met afgeschuinde dagkanten. Centrale, verankerde bakstenen lijstgevel van drie traveeën en kelderverdieping + twee bouwlagen; rechthoekige vensters in vernieuwde, bepleisterde 18de-eeuwse omlijstingen met oren en neuten, ter hoogte van de begane grond met fijne ontlastingsbogen. Linker zijgevel met aandak en schoorsteenschacht met typische rookmonden.
Rechts, 18de-eeuwse pilastergevel van drie traveeën en twee bouwlagen. Boven de eenvoudige kelderverdieping, twee registers met ordonnerende pilasters onder hoofdgestel en dakvenster met driehoekig fronton boven de middentravee. Contrasterend gebruik van rode baksteen voor de pilasters en witbeschilderde baksteen voor de lijsten, vensteromlijstingen en borstweringen, naar de teruggevonden sporen van kleurafwerking (1985-1986).
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief, dossier DW002063.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, zonder nummer/1828, nummer 91/1845.
- CONSTANDT L. (ed.), Stenen herleven, 111 jaar "Kunstige Herstellingen" in Brugge 1877-1988, 1988, p. 197-198.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 297-298.
- QUACKELBEEN P., De godshuizen te Brugge. Kunsthistorische studie van een aantal aspecten van de thans nog bestaande godshuizen te Brugge, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Rug, 1975, p. 162-163.