Achterin gelegen villa "Sneeuwwitje", gebouwd in 1941 naar ontwerp (1940) van architect Albert Impe (Tielt) in opdracht van Georges Vandendriessche, directeur en eigenaar van de voormalige weverij "NV West-Flandria".
Historiek
In 1927 wordt de mechanische weverij "Flandria", later gekend als "NV West-Flandria", opgericht door onder meer de gebroeders Emile en Leo Thiers en Gerard Van Wonterghem. Nadat de zaak reeds in 1934 failliet gaat, koopt de voormalige directeur Georges Vandendriessche de fabriek op, vanaf 1936 gekend is als "NV Lijnwaadweverij Georges Vandendriessche". Men blijft hetzelfde product weven, vnl. lakens en handdoeken. In 1941 laat hij naast de fabriek een villa voor zijn gezin optrekken. Door bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog is er lichte schade aan de fabriek, die definitief de deuren sluit in 1948. De villa blijft nog lange tijd bewoond door de familie Vandendriessche.
In het begin van de jaren 1960 breekt brand uit in de verlaten magazijnen van de fabriek, die naderhand tot woningen worden omgebouwd. De gewezen weverij wordt in 1973 verkocht aan het anodisatiebedrijf (oppervlaktebehandeling van aluminium) van Arsène Claerhout. In hetzelfde jaar wordt de garage rechts van de woning aangebouwd. Het complex is tot op heden bewaard gebleven (zie nummer 15); de grond vóór de fabriek is verkaveld.
Beschrijving
Villa met modernistische inslag gelegen in grote tuin, afgescheiden van de straat door lage, afgeronde bakstenen tuinmuurtjes met ijzeren hek tussen bakstenen pijlers waarachter haag. Baksteenbouw van twee bouwlagen onder hoog schilddak (zwartgeglazuurde mechanische pannen); vlak afgedekte dakkapel. Roodbakstenen parement met donkere bakstenen plint, verlevendigd door bepleisterde omlijsting en penanten van horizontaliserende vensterregisters, op begane grond voorzien van geometrische ijzeren hekjes. Doorlopende lekdrempels. Rechthoekige benedenerker onder leien schilddakje; beglazing met grote roedeverdeling. Verdwenen glas-in-loodvensters met ruitvormig patroon van benedenvensters. Tweedelige bovenvensters. Centrale inkom gevat in vlakke witstenen omlijsting. Bakstenen trap (drie treden) met witstenen hoekblokken.
VERBRUGGE J., Tielt, textielstad (Deel 2: twintigste eeuw), in De Roede van Tielt, jg. 21, nr. 2-3, 1990, p. 49, 67-69.
Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)