Van Sint-Jorisstraat naar Koningin Elisabethlaan. De naam, officieel vastgelegd sinds 1936, verwijst naar de in 1297 opgetrokken verkeersdam vanuit de toenmalige Vlamingpoort; van 1297 tot de 14de eeuw zogenaamd "Buiten Vlamingpoort", en tot de tweede helft van de 16de eeuw gebruikt met voor de huidige Sint-Jorisstraat en een deel van Koningin Elisabethlaan zie Marcus Gerardskaart (1562). Op deze kaart heeft de straat aan de noordzijde twee - vandaag onbestaande - zijstraten richting Sint-Clarastraat en één richting Ezelstraat met name het doodlopende steegje zogenaamd Azijnstraat; voorts gevarieerde bebouwing van kleinere breed- en diephuizen en ommuurden tuinen; aan de zuidzijde locatie van enerzijds de "Confrerie van Sint-Barbara" - gilde van de kolveniers - en anderzijds het klooster van de geschoeide karmelitessen of Sionklooster, gesticht in 1488 en afgeschaft 1783; van 1814-1865 gebruikt als militair hospitaal zie Poppkaart (1865); in 1868 afgebroken met uitzondering van de kerk, die nog werd gerestaureerd naar ontwerp van J. de Bethune (Brugge); tot haar sluiting in 1873 diende ze voor het recent opgerichte Engels Seminarie of zogenaamd "Seminarium Anglo-Belgicum"; in 1881 sloop van de kerk en openbare verkoop van de grond in afzonderlijke percelen zie eenheidsbebouwing nummers 19-45. Heden voornamelijk woonfunctie en in mindere mate commerciële activiteiten; belangrijke religieuze aanwezigheid zie het dominicanessenklooster (nummer 34).
Haast rechte straat met gekasseid wegdek, aan de zuidzijde gedomineerd door de vrij statige burgerwoningen (nummers 19-45) en aan de noordzijde afgeboord door kleinere bebouwing en de hedendaagse vormgeving van het dominicanessenklooster (nummer 34). Voornamelijk breedhuizen van twee traveeën à drie en twee bouwlagen onder zadeldaken, gebouwd in de 19de eeuw met eenvoudige bakstenen (nummer 2, 16, 20, 28, 30) of bepleisterde lijstgevels, al dan niet met weinig gemarkeerde omlijstingen rond de openingen (nummers 12, 14, 18, 44, 46, 48) of met doorgetrokken lekdrempels op de bovenverdieping (nummers 28-30). Nummers 4-8 in historiserende stijl: nummers 4-6 van 1937 naar ontwerp van architect J. Verbruggen (Brugge). Nummer 38, breed woonhuis van vier traveeën en twee bouwlagen gebouwd in 1881 in plaats van huis van één bouwlaag; oudere kern zie verankering boven segmentboogpoort; bewaard houtwerk. Nummers 40-42, twee 19de-eeuwse enkelhuizen volgens spiegelbeeldschema van drie traveeën en twee en een halve bouwlaag met verhoogde begane grond waarin kelderopeningen; mogelijk nog oudere kern. Banale baksteenarchitectuur uit jaren 1970 met name flatgebouw nummer 47.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 89/1881, nummer 991/1937.
- BRUYNSERAEDE R., Krijgsgasthuizen in Brugge, deel 5, in Brugse gidsenkroniek, XXXV, 2002, p. 90-106.
- CARLIER W., Van Engels seminarie tot Rijksnormaalschool, in Brugse Gidsenkroniek, XXXII, 1999, nummer 3, p. 103-106.
- RYCKAERT M., Historische Stedenatlas van België, Brussel, 1991, p. 196.