Straat beginnend bij de Knesselarestraat en eindigend bij de Oude Bruggeweg op het grondgebied Maldegem. Gelegen in het gehucht "Oostveld". Rechte geasfalteerde straat, met hellend verloop naar de kerk toe. Op de kaart van Ph. Vandermaelen (1846-1854) aangeduid met de naam "Zwarte Velde".
Naam voor wijk en straat. Op een kaart van 1755, gebaseerd op een register van 1636, aangeduid als "tinhoudt straete". Op dat ogenblik bevond zich aan weerszijden van de Knesselarestraat een herberg genaamd de "Wildeman" en de "Hoorn". Op de kaart van Ferraris (1770-1778) wordt het tweede deel van de straat vanaf de Bruinbergstraat, "nieunstraete" genoemd. De hoek met de herbergen draagt dan de naam "Den Hooren".
Ook hier was een steenbakkerij aanwezig. In 1842 werd een aanvraag ingediend voor het oprichten van een steenbakkerij op gronden gelegen tegenover de Bruinbergstraat.
Het heterogeen straatbeeld is fasegewijs tot stand gekomen. Oorspronkelijk een heidegebied, eigendom van de abdij van Ter Doest. Op de kaart van Ferraris (1770-1778) was de bebouwing geconcentreerd ter hoogte van de Ruweschuurstraat en ter hoogte van het kruispunt met de Knesselarestraat. De bebouwing bestond uit vrijstaande kleinschalige woningen. Het begin van de straat werd aan weerszijden getypeerd door bossen. Weinig overgebleven van bossen en de oorspronkelijke bebouwing. Ten zuiden van de Tinhoutstraat aanwezigheid van de ankerplaats zogenaamd "Burkel". Dit gebied bevindt zich in een zeer laat en systematisch ontgonnen gebied. Er zijn relicten van de oude heidegebieden die gemeenschappelijke graasgronden vormden. In de 18de- 19de eeuw werden ze weer bebost. Het dambordpatroon is het resultaat van het aanplanten van dreven tijdens deze systematische verkaveling en bebossing. Op Vandermaelen (1846-1854) en MGI 1/20000 (circa 1947) duidelijk dambordvormig patroon herkenbaar in het bosgebied. Het kasteel van Wapenaer (zie Ruweschuurstraat nummer 7) en haar parkaanleg sluiten via de dreven aan bij het loofbos.
De straat kan qua bebouwing opgesplitst worden in twee delen. Eerste straatgedeelte met woonhuizen, tweede straatgedeelte voorbij de Ruweschuurstraat met akker- en weilanden en verspreid gelegen hoeves. De oudste bebouwing is te situeren in het laatste kwart van de 18de eeuw (zie Tinhoutstraat nummer 202). De ontwikkeling van de huidige bewoningskern is tot stand gekomen vanaf 1911. Rond de kerk aanwezigheid van de belangrijkste functies, met name de pastorie (Tinhoutstraat nummer 115), de school (zie Tinhoutstraat nummer 137) en het dorpscafé ook gebruikt als het gemeentehuis van Oostveld. Tussen 1929 en 1945 werden hier verschillende arbeiderswoningen gebouwd door de Maatschappij Vrijhuis-Blijhuis. Doel was goedkope maar comfortabele woningen te bouwen die arbeiders tegen een haalbare prijs konden afbetalen. De huizen werden genoemd naar de bezieler en stichter van de maatschappij Jozef De Lille, namelijk "De Lille-huizen". De basisbebouwing bestaat enerzijds uit lage woningen in het laatste kwart van de 19de eeuw tot stand gekomen met een al dan niet beschilderd of bepleisterd gevelparement. Vanaf de jaren 1920-1930 worden woningen met twee bouwlagen gebouwd. De ene is meer uitgewerkt dan de andere onder meer door het benadrukken van de ontlastingsbogen en het benadrukken van de vensterregisters.
Geleidelijk aan wordt de straat volgebouwd. Tot op heden worden op reeds bestaande percelen of nieuwe percelen vrijstaande woningen gebouwd, vooral in het straatgedeelte tussen de Knesselarestraat en de Bruinbergstraat.
- Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC GIS-Vlaanderen.
- OCMW ARCHIEF BRUGGE, Fonds Kaarten en Plannen, Losse stukken, register 166.
- RYSERHOVE A., Het Beernem, Oedelem en Sint-Joris van toen, s.l., 1982, p. 112-113.
- VAN WONTERGHEM E., Sociaal wonen. Sociale woningbouw te Beernem, in Brochure Open Monumentendag Vlaanderen 2007. Gemeente Beernem, Beernem, 2007, p. 2-9.
- VAN WONTERGHEM E., Steenbakkerijen te Oedelem, in Brochure Open Monumentendag Vlaanderen 2003. Gemeente Beernem, Beernem, 2003, p. 14.