Zuidelijk gelegen deelgemeente van Puurs, gelegen aan de baan Mechelen-Dendermonde. Oppervlakte: 653 hectare en 1.546 inwoners (1/1/1994).
Landbouw- en woongemeente, in 1914 om militaire redenen platgelegd door de Belgische Genietroepen (zie oude prentkaarten). Over de oudste geschiedenis van de gemeente is weinig bekend. Etymologisch kan de naam Liezele als "-sele" stichting opklimmen tot de tweede Frankische kolonisatieperiode van de 6de eeuw. Geografisch behoorde Liezele niet meer tot het echte Rupelgebied met broeken en donken, maar bestond het gebied in de 6de-, 7de eeuw uit grote heiden, weiden en bossen gelegen tussen de Lippelo- en de Molenbeek. Liezele ontstond volgens J. Verbesselt als "beemdendorp", de heideontginning kwam later. De eerste officiële vermelding van Liezele als parochie dateert van 1138-1139, wanneer de bisschop van Kamerijk de kapel van Liezele toewees aan de abdij van Affligem. Op wereldlijk vlak werd het gebied tijdens de middeleeuwen in onverdeeldheid beheerd door de heren van Grimbergen (geslacht Berthout en hun opvolgers) en de hertogen van Brabant. Waarschijnlijk hadden ook de kasteleinen van Gent (zie Bornem) en het Sint-Romboutskapittel van Mechelen er invloed. In 1662 kwam de heerlijkheid Liezele, samen met Lippelo en Malderen, in het bezit van J.F. de la Pierre en in 1697 door erfenis en huwelijk in dat van Hendrik Wild und Rheingrave, graaf van Salm-Kyrbourg. De laatste heer van Liezele - prins Frederik van Salm, graaf van Hoorn- verkocht zijn goederen in 1792.
Heden vrij schaars bebouwd landelijk gebied met onder meer het als landschap beschermde Fort van Liezele (1908-1914) met recreatieve functie (zie Brandstraat). Oudere bebouwing verdwenen in 1914; in de naamgeving van landhuizen uit het eerste en tweede kwart van de 20ste eeuw, her en der reminiscenties aan vroegere kastelen gelegen aan de Molenbeek (Hof ten Broeck, Schemelbert, Hof-ter-Bollen). Van deze kastelen bleven de omgrachtingen en gedeelten van de omringende, beboomde domeinen bewaard. Een deel van het Hof ter Bollen (Hof ter Bollendreef nummer 33), in de middeleeuwen zogenaamd "Huys mette Clooten" of "Hoff ter Voirde" aan een overgang van de Molenbeek, werd in 1965 en volgende verkaveld .
- Heemkundige jaarboeken van de Vereniging voor Heemkunde in Klein-Brabant, 1972-1973, 1974, 1976, 1979-1980, 1990-1991.
- MELKENBEECK J., Heraldiek der gemeenten van Klein-Brabant, in: Eigen Schoon en de Brabander, LII, 1969, p. 185-191.
- Profiel van Klein-Brabant, Antwerpen, 1981.
- VERBESSELT J., Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, deel IX: Tussen Zenne en Rupel, Pittem, 1969, p. 273-289.