Recent verkavelde landelijke gemeente ten zuiden van Antwerpen. 5.749 inwoners en 558 hectare in 1981. Voormalig gehucht van Kontich. Door toedoen van de abdij van Lobbes ontstond in het noorden van de gemeente aan de huidige Groenstraat de zogenaamde "Royhoeve" of "Rooienhoeve", later ook "Ter Lint" of "Linthoeve" genaamd. Deze was gelegen op een verhevenheid, een doek. Vanaf de 13de eeuw verscheen de naam Lint.
Het Lintse landschap omvatte beemden, weiden, broek- of moerasland in het noorden en voornamelijk bossen in het zuiden en het oosten. Dorpsbebouwing aan de kruising van de wegen naar Lier, Hove, Duffel en Kontich, groeide uit tot een gehuchtskern. Hoeven, landerijen en bossen kwamen in bezit van kloosters en abdijen zoals onder meer het Falconklooster van Antwerpen, de Sint-Bernardsabdij van Hemiksem, het Sint-Elisabethgasthuis van Antwerpen. De belangrijkste grootgrondbezitter was echter de Sint-Baafsabdij van Gent, die te Lint de hoeve "Ter Hogen Beken" of "Moederhoeve" in de huidige Moederhoefstraat en "Ten Larenvelde" in de huidige Koning Albertstraat bezat. Op rechterlijk gebied stond het gehucht Lint onder het gezag van het Land van Ryen en vanaf het ogenblik dat Kontich een eigen heer had stond Lint dus onder het rechterlijk gezag van die heer. In de loop van de 19de en de 20ste eeuw bleef Lint een landelijke gemeente met rondom de kerk woningen van de burgerij, winkels en herbergen. Het dorp werd ook bepaald door de brouwerij "Den Aker" en het tegenover gelegen kasteeltje. Vanaf 1830 streefde het gehucht Lint naar een burgerlijke onafhankelijkheid. Men zag voor de gemeente dezelfde afbakening als deze van de parochie, die vastgelegd werd in 1823, met dus ook Duffelshoek en Kontich-kazerne. Bij Koninklijk Besluit van 23 juni 1869 werd de afscheiding bezegeld met als westgrens de spoorweg Antwerpen-Brussel, waardoor Duffelshoek en Kontich-kazerne bij Kontich bleven.
Nabij de spoorweg Antwerpen-Brussel vestigde zich hier wat nijverheid, zoals in 1874 een zeep- en sodafabriek waarvan de gebouwen in 1933 werden verkocht aan de N.V. Sobemi, die blikverpakkingen vervaardigd. Sinds de fusie met de N.V. Thomassen & Drijver in 1964 kende het bedrijf een gestadige groei. De kasteelvrouw Houyet stichtte hier in 1880-81 een godsgasthuis en een kinderkribbe. Aan de Statiestraat ontstond circa 1894 een halte aan de spoorweg Kontich-Lier, die ook veel heeft bijgedragen tot de groei van de gemeente.
De spoorlijn Kontich-Lier doorkruist de gemeente horizontaal. Ten zuiden van deze spoorlijn bevindt zich de dorpskern gesitueerd aan de kruising van de wegen naar Kontich (ten westen), Hove (ten noorden), Lier (ten oosten) en Duffel (ten zuiden). Kerk en pastorie liggen bij het kruispunt, terwijl de belangrijkste gebouwen onder meer het huidig gemeentehuis, brouwerij en Schranshoeve zich in de dorpskern bevinden. De bebouwing bestaat er overwegend uit een lintbebouwing van burgerhuizen met twee bouwlagen, vanaf het eerste kwart van de 20ste eeuw; hiertussen enkele eenvoudige kleinschalige woningen uit de 19de eeuw. De voornaamste uitvalswegen werden vanaf 1970 met elkaar verbonden door recente verkavelngen voor eengezinswoningen. De stationswijk ten noordwesten van de gemeente dit is in aansluiting met het station Kontich-kazerne bevat voornamelijk eengezinswoningen uit het tweede en derde kwart van de 20ste eeuw met hiertussen reeksen eenvoudige gekoppelde arbeiderswoningen uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Het enige nog overblijvende landelijke gebied strekt zich uit ten oosten van de gemeente aan de Liersesteenweg, in het noorden begrensd door Heilig Geestbos en aansluitend bij bos en agrarisch gebied van de gemeenten Hove en Boechout namelijk uitloper van domein "Hof van Boechout".
- DE LAITIN A., Omzwervingen in de provincie Antwerpen. Het labeurgewest bezuiden Antwerpen tot aan de Nete, s.l., 1953, onuitgegeven, p. 52-53.
- GOEYVAERTS F., Bijdragen tot de geschiedenis van Lint I. De kapel van Onze Lieve Vrouw van Marpingen, Lint, 1946.
- Heemkundige kring "Eugeen Goeyvaerts", Lint in oude foto's, Lier, s.d., (1983).
- Heemkundige kring "Eugeen Goeyvaerts" Lint, Lijst voor bescherming vatbare monumenten en dorpsgezichten, onuitgegeven nota, 1978.
- VAN PASSEN R., Geschiedenis van Kontich, uitg. gemeentebestuur Kontich, 1964.
- VAN PASSEN R., Historische schets, in Gemeentegids Lint, 1970, p. 6-17.
- VAN PASSEN R., Straatnamen, in Gemeentegids Lint, 1970, p. 74-83.
- VAN PASSEN R., Toponymie van Kontich en Lint, Gent, Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde, 1962.