Gemeente van 1187 hectare en 3420 inwoners (1978), begrensd door Kemzeke en Sint-Gillis (noorden), Sint-Niklaas (oosten), Belsele (zuiden), Kemzeke (westen).
Gelegen op de Romeinse heirbaan, is een vroege bewoning hier niet uitgesloten. In 1117 behoorde de wijk, zogenaamd "Clapdorp", tot Kemzeke, waarvan het zich in 1234 afscheidt tot afzonderlijke parochie met patroonheilige Sint-Paulus. Vormde tot begin 17de eeuw samen met Kemzeke en Stekene een Vierschaar (behalve van 1551 tot 1594, periode waarin Stekene zelfstandig was). De in 1646 door de Reformatie uit Hulst verdreven paters Recolletten vestigden zich na mislukte pogingen in Stekene en Sint-Niklaas uiteindelijk voor korte tijd te Sint-Pauwels (wijk Patershoek). In 1689 kregen ze toelating hun klooster in Sint-Niklaas op te richten.
Plattegrond behorend tot het gemengd type straat- en centrumdorp met centrale driehoekige, begraasde en met bomen beplante dries waarop een waterpomp van arduin van 1777. Aangename bebouwing uit de 18de en 19de eeuw met kleinschalige toegangswegen. Beeldbepalend zijn de ten Oosten van de dries gelegen kerk en zogenaamde "Roomanmolen", ruimtelijk geïntegreerd met de omwalde pastorie aan de rand van het akkerland. De toegangswegen, Potter- en Zandstraat vertonen een sterk verspringende rooilijn met heterogene architectuur in lintbebouwing die enerzijds tot aan de grens met Sint-Niklaas reikt, anderzijds tot vlak bij het centrum van Kemzeke. Historisch en landschappelijk belangrijk zijn de in de landbouwzone gelegen omwalde pastorie, hof ter Grouwesteen, hof ter Wallen. hof ter Vierschaar en hof te Voorde.
Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n2 (S-T), Brussel - Gent.
Auteurs: Demey, Anthony
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)