Tot voor 1977 bestuurlijk deel uitmakend van Sinaai. Afzonderlijke parochie met kerk ten noorden van de moederparochie en bestaande uit een lange, bijna rechtlijnig lopende strook grond, begrensd door Moerbeke (ten westen) en Stekene (ten oosten).
De zandige en onvruchtbare grond met voornamelijk bossen en heide, werden door de monniken van de abdij van Boudelo stilaan in cultuur gebracht. In 1197 vestigt monnik Boudewijn de Bocla uit de Sint-Pietersabdij zich als heremijt op deze "woeste gronden" en sticht er een Cisterciënzerabdij. Aanvankelijk zeer arm, groeide deze door allerlei schenkingen, vooral van de graaf van Vlaanderen, vrij snel uit tot een belangrijke abdij. Dit was aanleiding voor de Gentenaars onder leiding van Raes van de Voorde om in 1381 en 1382 de abdij te plunderen. Begin 15de eeuw werden abdij en kerk heropgebouwd doch op 22 juni 1452 (strijd tussen de Gentenaars tegen Filips de Goede) met uitzondering van de kerk in brand gestoken. Circa 1460 was ze alweer hersteld. In 1572 verlaten de monniken uit voorzorg definitief hun abdij, die op 8 augustus 1578 door de Calvinisten totaal verwoest werd. Nooit meer heropgebouwd, dienden de puinen als steengroeve, tot in 1824 alle stenen en zelfs funderingen werden verkocht om de sluis van Terneuzen te bouwen en dijken te verstevigen. Pas in 1911 werd het terrein met een laagje landbouwgrond bedekt. Noodopgravingen in 1972-1975 konden de aanleg van de abdij grotendeels reconstrueren.
ASAERT G., Het archief van de abdij van Boudelo te Sinaai- Waas en te Gent, Brussel, 1976.
DE BELIE A., De Boudelo-abdij te Klein-Sinaai, in Archaeologia Belgica, Brussel, 1974, p. 72-75; 1976, p. 111-113.
VYNCKE P.F., Geschiedkundige schets der abdij van Baudeloo, Gent, [1921].
Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n2 (S-T), Brussel - Gent. Auteurs: Demey, Anthony Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)