In Vlaanderen zijn er zestien Belgische militaire begraafplaatsen terug te vinden, die aangelegd zijn tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Deze begraafplaatsen worden nu beheerd door het Ministerie van Defensie. Daarnaast zijn er nog tal van Belgische militaire ereperken terug te vinden op andere begraafplaatsen of kerkhoven.
Tijdens de oorlog werden Belgische militairen begraven op kerkhoven, inderhaast aangelegde begraafplaatsen of gewoon ergens te velde, daar waar ze gesneuveld waren. Geleidelijk aan werden er begraafplaatsen aangelegd achter het front, in het onbezette België. Deze verschenen vooral in de nabijheid van medische posten, zoals in Oeren, WestVleteren, Hoogstade, Steenkerke, Adinkerke en De Panne. In het bezette België zouden na de oorlog verzamelbegraafplaatsen worden ingericht.
Na lang aarzelen en naar het voorbeeld van de Franse overheid, liet de Belgische regering na de oorlog de repatriëring van doden toe. Ongeveer de helft van de Belgische doden werd in het begin van de jaren 1920 gerepatrieerd naar burgerlijke begraafplaatsen in de gemeente van herkomst. De andere graven en begraafplaatsen werden gehergroepeerd op militaire begraafplaatsen. Er werd een ‘Dienst Militaire begraafplaatsen’ opgericht binnen het Ministerie van Landsverdediging. De aanleg en het onderhoud werd vanaf 1920 waargenomen door ‘Nos tombes/Onze graven’. Vanaf 1928 viel het beheer van de Belgische militaire begraafplaatsen in handen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het Ministerie van Defensie nam vanaf januari 2004 het beheer opnieuw over.
De Belgische militaire begraafplaatsen hebben eigen stijlkenmerken. Zo is er vaak een imposante voormuur, meestal opgetrokken uit rode baksteen, afgewerkt met natuursteen en verfraaid met diverse sierelementen. Een vlaggenmast met de Belgische driekleur is steeds aanwezig en neemt meestal een centrale plaats op de begraafplaats in. Op een aantal begraafplaatsen of ereperken staat een gedenkkruis of een ander religieus symbool. Het grondplan, register en bezoekersboek zijn doorgaans ondergebracht in een houten schuilhuisje.
De rijen graven zijn vrij strak en symmetrisch aangelegd in grasperken, die meestal afgewisseld worden met paden uit steenslag. Verzamelbegraafplaatsen, die na de oorlog zijn ingericht, zijn aangelegd volgens een geometrisch patroon. Regelmatig zijn de graven in dubbele rijen, rug-aan-rug opgesteld. De haagjes, die oorspronkelijk achter of tussen de rijen graven waren aangeplant, zijn vaak verdwenen.
Hoewel één bepaalde soort aanplanting het uitzicht van de begraafplaats kan domineren, is er vaak een amalgaam aan bomen, hagen of struiksoorten te zien. Bomen, struiken en hagen kunnen een symbolische waarde bezitten. Een altijdgroene boom staat symbool voor het eeuwig leven. Een boom die zijn loof verliest, staat voor de wereld die zich steeds opnieuw hernieuwt, een sterven-om-te-leven. Laurier(kers) wordt gebruikt voor het huldigen van mensen, maar symboliseert tegelijk de kroon van martelaarschap. Een treurwilg staat symbool voor rouw. Ook taxus wordt met rouw en droefheid geassocieerd, maar kan iets heiligs markeren. Hulst wordt in christelijke tradities evenzeer in verband gebracht met iets heiligs, maar kan ook verwijzen naar de gekruisigde Christus. Berken staan symbool voor leven en dood, evenals voor bescherming tegen het kwade…
Het is niet duidelijk in hoeverre de keuze voor bepaalde boom- of struiksoorten op Belgische militaire begraafplaatsen is bepaald omwille van hun symbolische geladenheid. Mogelijk spelen andere eigenschappen een grotere rol, zoals bijvoorbeeld het altijdgroene karakter, decoratieve kwaliteiten of onderhoudszorgen.
Vooral de grafstenen beïnvloeden de sfeer op de Belgische militaire begraafplaatsen en ereperken. Normaliter liggen de doden individueel onder officiële grafstenen begraven, maar ook graven met twee of meer doden is mogelijk. Deze grafstenen, naar het ontwerp van architect Fernand Symons, werden in augustus 1924 officieel in gebruik genomen en vanaf 1925 veralgemeend. De arduinen grafstenen meten H. 100 x Br. 52 x D. 15cm en wegen bijna 150kg. Ze zijn versierd met diverse krullen, uitsteeksels en een guirlande. Op de steen was (oorspronkelijk) een bronzen grafplaat bevestigd, waarop de gegevens van de dode vermeld staan. Oorspronkelijk gebeurde dit in acht regels: naam, voornamen, rang ofwel soort militair, regiment of andere eenheid, geboorteplaats, geboortedatum, vermelding ‘Stierf voor België’ en ten slotte sterfdatum. De taalkeuze gebeurde door de nabestaanden. Niet-geïdentificeerde doden werden herdacht met een tweetalige tekst. Onderaan staan de eretekens. Inmiddels zijn vele oorspronkelijke grafplaten vervangen. Boven de plaat zit een rond geëmailleerd plaatje met de nationale driekleur en meestal een symbool (kruis of leeuw).
Op enkele uitzonderingen na ging de invoering van de officiële Belgische grafsteen ten koste van particuliere graftekens, houten kruisjes en zogenaamde ‘heldenhuldezerkjes’. Indien de familie geen aanvraag tot behoud van de oorspronkelijke graftekens had ingediend, werden ze onherroepelijk vervangen door de officiële Belgische grafsteen.
De heldenhuldezerkjes waren betonnen zerken in de vorm van een Keltisch kruis, naar een ontwerp van Joe English. Ze werden vanaf augustus 1916 door het Vlaamsgezinde Comité Heldenhulde geplaatst op graven van Vlaamse studenten en vrienden. De kostprijs werd betaald door de kameraden. Vooral de befaamde letters ‘AVV – VVK’ en de blauwvoet verwijzen naar het Vlaamse gedachtegoed. Vermoedelijk waren er oorspronkelijk een 800-tal heldenhuldezerkjes opgericht, waarvan er nu nog een 75-tal overgebleven zijn. De in 1925 verzamelde en vernietigde heldenhuldezerkjes werden soms gebruikt voor de verharding van de toegangsweg naar de begraafplaats met luid protest van Vlaamsgezinden tot gevolg. Heldenhuldezerkjes of imitaties ervan zijn eveneens terug te vinden op gemeentelijke begraafplaatsen.
Er zijn zestien begraafplaatsen in Vlaanderen, die als ‘Belgische militaire begraafplaatsen’ staan gecatalogeerd. Daarnaast zijn er nog tal van Belgische militaire ereperken terug te vinden op gemeentelijke begraafplaatsen of kerkhoven. Ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog werden enkele begraafplaatsen aangevuld met nieuwe militaire doden. De meeste doden uit deze nieuwe wereldbrand waren door de nabestaanden gerepatrieerd naar de plaats van herkomst.
Bron: Onroerend erfgoed, Belgische militaire begraafplaatsen in Vlaanderen, criterianota horend bij de beschermingsdossiers (DECOODT H., 2008).
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Erfgoed Eerste Wereldoorlog
Is deel van
Erfgoed Tweede Wereldoorlog
Is gerelateerd aan
Britse militaire begraafplaatsen en ereperken
Is gerelateerd aan
Duitse militaire begraafplaatsen
Is gerelateerd aan
Franse militaire begraafplaatsen en ereperken
Is gerelateerd aan
Kerkhoven en buitenbegraafplaatsen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Belgische militaire begraafplaatsen en ereperken [online], https://id.erfgoed.net/themas/17275 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.