vastgesteld landschapsatlasrelict van tot heden
Schelde-Leie interfluvium
vaststellingsbesluiten: 06-12-2012 ID: 5079
Het Schelde-Leie interfluvium tussen Waregem, Kruishoutem en Oudenaarde is vastgesteld in de landschapsatlas.
Het geomorfologisch fenomeen van de asymmetrische valleien wordt zeer mooi geïllustreerd door onder meer de Malebeek-Walembeekvallei, de Holle Beekvallei en de Kordaalbeekvallei.
Het voorkomen van bronbeken in het valleigebied van de Malebeek-Walembeek -met meerdere goed ontwikkelde bronamfitheaters- en de daaraan gekoppelde bronbosjes herbergen een bijzonder rijke floristische waarde.
Ook de beboste eilanden in de Nokerse meersen zijn soortenrijk. In het bijzonder de hakhoutlaag en de kruidlaag herbergen een grote verscheidenheid aan planten.
De verschillende grote historische tuinen (onder andere pastorietuinen) hebben een hoge ecologische waarde. De waterpartijen in het kasteelpark van Lozer hebben een bijzondere waarde voor fauna en flora.
Ondanks dominante aanwezigheid van exotische boomsoorten in het boscomplex ‘Oud-Mooreghem & Spitaalsbossen’ en het Lozerbos hebben de bossen een opvallende rijke bosflora, met plantensoorten die regionaal zeldzaam tot zeer zeldzaam zijn.
De Rooigembeek kan in bepaalde zones nog nagenoeg natuurlijk meanderen. Aansluitend bevinden zich soms zeer steile hellingen. Grote delen van de beekvallei worden aangeduid als biologisch waardevol en biologisch zeer waardevol.
Er is een parallellisme tussen de landschappelijke verschijningsvorm en de fysische factoren (topografie, morfologie en pedologie). De open kouters liggen op de hoge droge gronden, de kleinschalige vallei met graslanden en bosjes ligt op de lagere, nattere gronden. De bewoning bevindt zich op de overgang van vallei naar kouter. In deze ankerplaats is de historisch continu ontwikkelde landschapsopbouw nog gaaf en herkenbaar aanwezig. Vanaf de Ferrariskaart en op latere topografische kaarten is de landschapsopbouw goed herkenbaar.
De boscomplexen Spitaalsbossen – Oud-Moregemwoud en Lozerbossen zijn restanten van oude boscomplexen die reeds zichtbaar zijn op kaarten uit de 18de en 19de eeuw.
De historische dorpskernen van Nokere, Lozer, Wannegem, Lede, Huize, Ouwegem, Ooike en Mullem hebben weinig structurele veranderingen ondergaan. Tot op heden vindt men op deze locaties sterke concentraties van bouwkundig erfgoed. Naast bouwkundig erfgoed is de aanwezigheid van typische dorpselementen zoals pompen zeer waardevol. Vele dorpskernen werden in de nabije omgeving van kasteeldomeinen opgericht. De nog structurele aanwezige verbindingen of de opbouw van de historische gebouwen verwijzen duidelijk naar de vroegere kasteel-dorp relaties.
Ondanks de veranderingen in de landbouw is het open karakter van de kouters bewaard gebleven.
De meeste kasteeldomeinen zijn al terug te vinden op de kabinetskaart van de Ferraris of de kaart van Vandermaelen. De kasteeldomeinen van Kruishoutem en Nokere zijn ontstaan uit oude waterburchten die na vernieling terug als waterkasteel werden opgebouwd. De kastelen van Kruishoutem en Nokere zijn opgericht in de typische bak- en zandsteenstijl.
De Slag bij Oudenaarde (1708) vond plaats op het platteland ten noordoosten van de stad Oudenaarde. De morfologie van het landschap speelde een belangrijke rol bij het verloop van de slag.
De Amerikaanse begraafplaats ‘Flanders Field’ is de enige Amerikaanse begraafplaats die getuigt van de Eerste Wereldoorlog. In het aanpalende boscomplex Spitaalsbossen–Oud-Moregemwoud vond de ‘Slag aan de Schelde’ (najaar 1944) plaats.
De esthetische waarde van de ankerplaats ligt in de afwisseling tussen open en gesloten landschapstypes. Het contrast tussen de valleien en de kouterruggen is uitdrukkelijk aanwezig in het gebied ten oosten van de waterscheidingskam Schelde-Leie.
De parallelle valleien met de hoger gelegen kouters zorgen voor gevarieerde en panoramische vergezichten naar blikvangers in de omgeving zoals de windmolen of kerktorens.
De bossen, akkers en gesloten valleigebieden zijn binnen dit gebied de voornaamste ruimtelijk-structurerende landschapstypes.
De waterscheidingskam tussen het Leie- en het Scheldebekken ligt als een centrale verhevenheid in het landschap.
Het gebied ten westen van de waterscheidingskam, dat behoort tot het Leiebekken, hangt structureel samen met de beekvallei van Malebeek-Walembeek en de zijlopen. Het valleilandschap bestaat er overwegend uit weilanden, met verspreide boscomplexen en KLE. Langs de waterlopen liggen twee kasteeldomeinen: in het westen het kasteel Oud-Moregem en in oosten het kasteel van Nokere. Vooral dit laatste kasteel is ruimtelijk zeer structurerend onder andere door de kasteeldreef die het kasteel met de dorpskern van Nokere verbindt. Het kasteel Oud-Moregem heeft geen kernrelatie.
Het oostelijke gedeelte, behorende tot het Scheldebekken, bestaat uit een duidelijk zuidwest-noordoost georiënteerde structuur van hoger gelegen open kouters en lager gelegen beekvalleien. De open kouters bestaan voornamelijk uit akkers en hebben een sterk onbebouwd karakter. De beekvalleien hebben een gemengde structuur van beekbegeleidende bosjes, kleine landschapselementen en weilanden. Op de hellingen vinden we een overgangszone met een kleinschaligere landbouwstructuur, verspreide bebouwing en kleine landschapselementen. Aansluitend op de valleigebieden liggen vier kasteeldomeinen met een duidelijke kernrelatie.
In het uiterste westen en in het noorden van de ankerplaats zijn de grootste boscomplexen gelegen: het Spitaalsbos–Oud-Moregem en het Lozerbos.
De kasseiwegen die het landschap karakteriseren, bepalen het uiterlijk van wielerwedstrijden in de omgeving (Nokere Koerse, Ronde van Vlaanderen).
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Schelde-Leie interfluvium [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/10408 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.