Beschrijving
De bescherming als dorpsgezicht betreft de parochiekerk Sint-Carolus Borromeus met de onmiddellijke omgeving, bestaande uit de gehuchtskern van Westerlo-Heultje, een gaaf bewaard geheel van rondom een plein gelegen hoofdgebouwen (kerk, pastorie, parochiecentrum, klooster annex school) die een architecturaal ensemble vormen in een eenvoudige neogotische of neotraditionele baksteenarchitectuur.
Waarden
Westerlo-Heultje: plein, pastorie, parochiecentrum, voormalig klooster annex school is beschermd als dorpsgezicht omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde:
De uitbouw van dit 'stichtingsdorp' weerspiegelt de invloed van de eeuwenlange aanwezigheid van een adellijke familie op het bouwkundige patrimonium van een bepaalde regio. Dit grootschalige project, gefaseerd voltooid in de periode 1894-1922, is één van de vele opdrachten die de familie de Merode toevertrouwde aan de Leuvense architect Pieter Langerock (1859-1923). Voor Gravin Jeanne de Merode (1853-1944), verwant met het ultramontaanse Sint-Lucasmilieu en zeer actief in katholieke bewegingen, lag de keuze van Langerock, opgeleid aan de Gentse Sint-Lucasschool en stagiair van Joris Helleputte, voor het bouwproject in Heultje dan ook voor de hand. De gehuchtskern van Westerlo-Heultje bestaat Uit een gaaf bewaard geheel van rondom een plein gelegen hoofdgebouwen (kerk, pastorie, parochiecentrum, klooster annex school) die een architecturaal ensemble vormen in een eenvoudige neogotische of neotraditionele baksteenarchitectuur. De Sint-Carolus Borromeuskerk (1894-1896) is een harmonieus voorbeeld van een landelijke parochiekerk in neogotische stijl, met kenmerken eigen aan de Sint-Lucasneogotiek,maar tegelijk ook referenties aan de lokale bouwtraditie. Het oorspronkelijke planconcept van eind 19de eeuw, een éénbeukige kruiskerk met toren, koor en kerkhof bleef gaaf bewaard. Het kerkhof is inherent aan het toenmalige kerkconcept en wordt aldus mee opgenomen in de afbakening. De gaaf bewaarde uitwendige vormgeving en planindeling (1894-1896) van de pastorie beantwoordt aan de geijkte bouwtypologie van de pastoorswoning uit de 19de - vroeg 20ste eeuw. De zij- en achtergevels hebben evenzeer intrinsieke erfgoedwaarde, het volledige perceel van de pastorie met voor- en achtertuin is inherent aan het toenmalige pastorieconcept en wordt aldus mee opgenomen in de afbakening. Het plein maakt intrinsiek deel uit van het geheel: het creëert een zekere ruimtelijkheid waardoor de monumentaliteit van de diverse gebouwen tot zijn recht komt. De Lourdesgrot in de bidtuin is een representatief voorbeeld van de zogenaamde 'kunstbeton' in religieuze context uit het midden van de 20ste eeuw. Het oorspronkelijke schoolconcept bleef gaaf bewaard en is nog sterk gebaseerd op de 19de-eeuwse typologieën met als vaste componenten de rondom een speelplaats gegroepeerde klassenvleugels, de typische gaanderijen en 'gemakken' en de afsluitingsmuur met poort. Het klooster en de schoolgebouwen getuigen van een eenvoudige en verzorgde vormentaal en een beperkt materiaalgebruik: rechthoekige baksteenconstructies onder zadeldaken met een minimaal gebruik van natuursteen in een bouwstijl met neotraditionele en/of neogotische elementen. Het rijker uitgewerkte kloostergebouw verleent het geheel een monumentale indruk en bevestigt de sociale positie van de zusters in de dorpsgemeenschap. Naast de beeldbepalende straatgevels van het klooster- en schoolcomplex, hebben van het klooster tevens de achter- en zijgevels en het bijgebouwen van de school alle op de speelplaats uitgevende gevels en bijgebouwen alsook de speelplaats zelf intrinsieke erfgoedwaarde als inherente delen van het oorspronkelijke klooster- en schoolconcept.
historische waarde
in casu stedenbouwkundige waarde:
Westerlo-Heultje is een voorbeeld van een nieuw in de 19de eeuw ontstaan landelijk gehucht dat onder impuls en met financiële bijdrage van het plaatselijke mecenaat gesticht werd en uitgroeide tot een zelfstandige dorpsgemeenschap met een eigen parochiale en sociale infrastructuur. Het beeldbepalende geheel is een door dezelfde architect ontworpen ensemble van kerk, pastorie en parochiecentrum rondom een centraal plein alsook een verderaf gelegen klooster annex school dat de gehuchtskern sterk karakteriseert, domineert en structureert.
volkskundige waarde
Religieuze 'monumenten' zoals de bidtuin met Lourdesgrot en Calvarie alsook de heiligenbeelden op het plein zijn de materiële getuigen van een intense volksdevotie kenmerkend voor het katholieke 'réveil' en opflakkerende volksgeloof na de twee wereldoorlogen. De Lourdesgrot te Westerlo-Heultje is een gaaf bewaard en bescheiden voorbeeld van een 'vrije copie' in klein formaat van de grot te Lourdes.
historische waarde
Dit geheel van gebouwen bestaande uit een kerk, pastorie, parochiecentrum, tussenliggend plein met beelden en klooster annex school weerspiegelt de identiteit van het gehucht Westerlo-Heultje en zijn relatie met de adellijke familie de Merode. Westerlo-Heultje is een voorbeeld van een gehucht dat zich op het einde van de 19do eeuw ontwikkeld heeft in het ontginningsgebied van de Kempen. Uniek voor Heultje is dat het hier werkelijk om een 'stichtingsdorp' gaat: onder impuls en met de financiële bijdrage van gravin Jeanne de Mérode (1853-1944), de tweede ongehuwde dochter van Graaf Charles-Antolne de Mérode-Westerloo, ontstond een nieuwe zelfstandige dorpsgemeenschap met een eigen parochiale en sociale infrastructuur.