Geografisch thema

Woumen

ID
14640
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14640

Beschrijving

Woumen is een deelgemeente van Diksmuide met 1332 inwoners (2003) en circa 1382 hectare (gegevens stad Diksmuide, 2003). In 1971 wordt het grondgebied van de parochie Jonkershove van Woumen afgesplitst en bij Houthulst gevoegd. In 1977 komt de huidige fusiegemeente Diksmuide tot stand door het samengaan van Diksmuide, Pervijze, Driekapellen, Leke, Beerst, Vladslo en Woumen.

Woumen is gelegen in het noordwesten van de provincie West-Vlaanderen ten oosten van de IJzer op zo'n 3,5 kilometer ten zuiden van de stad Diksmuide. Omliggende gemeenten zijn: ten noorden Esen (Diksmuide), ten oosten Klerken en Houthulst (Houthulst), ten zuiden Merkem (Houthulst) en ten westen Nieuwkapelle en Sint-Jacobskapelle (Diksmuide).

Woumen is een landbouw- en woondorp. Het grondgebied van Woumen is gelegen op de grens van de grachtenrijke polders - de zogenaamde broeken van Woumen - en de hoger gelegen zandleemstreek. De broeken van Woumen zijn laaggelegen weidegronden aan de rechteroever van de IJzer. Ze beslaan ongeveer een gebied van 650 hectare en worden in het noorden begrensd door de soortgelijke broeken van Esen en in het zuiden door de broeken van Merkem. Tot voor de installatie van een gemaal in 1953 stonden de broeken doorgaans van Allerheiligen tot Pasen geheel of gedeeltelijk onder water.

Woumen telt slechts één belangrijke verkeersweg, de N 369 (Diksmuide-Ieper). Deze doorsnijdt het grondgebied in noord-zuidelijke richting ten westen van de dorpskom. Naast de IJzer - de natuurlijke grens aan de westkant van het grondgebied -, worden de broeken van Woumen door talrijke kleine waterlopen doorsneden die de hoger gelegen zandleemstreek en de broeken via de IJzer afwateren. De belangrijkste waterlopen zijn de Houten Sluisvaart en de Stenen Sluisvaart die de Blankaartvijver ten zuiden van de broeken (circa 67 hectare) met de IJzer verbinden. In deze twee waterlopen monden kleinere waterlopen uit zoals onder meer de Walevaart, de Kerkebeek, de Noordkantvaart. De Blankaartvijver wordt op zijn beurt voornamelijk vanuit de hoger gelegen zandleemstreek gevoed door de Velkelokerbeek, de Ronebeek en de Steenbeek, waarbij de laatste twee thans op het grondgebied Jonkershove (Houthulst) gelegen zijn. De grootste van deze waterlopen, waaronder onder meer de twee sluisvaarten en de Ronebeek werden tot voor de Eerste Wereldoorlog nog als transportwegen aangewend.

Woumen wordt in de bronnen voor het eerst in 1096 aangeduid als "Walnes". Voor deze benaming en de latere vormen zoals "Wouma", "Woldman" "Wouma", "Woume", "Woemen" zijn geen echt bevredigende etymologische verklaring voor handen.

Ontstaan van het landschap en ontginningsgeschiedenis

Vermits Woumen op de grens van de zandleemstreek gelegen is, lijkt het niet uitgesloten dat dit gebied (net als de rest van het zandleemstreek) reeds in de vroeg-Romeinse periode in gebruik wordt genomen voor landbouw. Door de hogere ligging is het gebied minder onderhevig aan de opeenvolgende zee-inbraken van de zogenaamde duinkerketransgressies van de 3de tot de 8ste eeuw en van de 11de eeuw. De hypothese van bewoningscontinuïteit kan geformuleerd worden, maar wordt door de literatuur niet bevestigd (Woumen duikt in de geschiedschrijving slechts op in de 11de eeuw).

Romeinse periode en vroege middeleeuwen

Het huidige tracé van de Steenstraat in het zuidoosten op de grens tussen Woumen en Klerken (Houthulst) is een onderdeel van het romeinse diverticulum of de zijbaan ten noorden van de grote verbindingsweg tussen Boulogne-sur-Mer (Gesoriacum) en Keulen. Deze secundaire weg loopt vanaf Steenvoorde (Noord-Frankrijk) in noordoostelijke richting verder over Poperinge, Woumen/Houthulst, Esen, Werken en Aartrijke tot Brugge en werd bij het begin van onze tijdrekening aangelegd om de ontsluiting van het kustgebied te vergemakkelijken. Op plaatsen waar de Romeinse Steenstraat archeologisch werd vastgesteld, bestond de bedding uit natuursteen, zoals rolkeien, ijzerhoudende zandsteen en veldsteen.

Negende eeuw

Tot voor de Eerste Wereldoorlog waren er in de perceels- en wegenstructuur (onder meer Kerkhofstraat en Woumenweg) sporen van een achtvormige gracht te onderkennen die een tweeledige site aflijnde. Deze had de vorm van een nagenoeg rond eiland van circa 50 meter doorsnede en ten zuiden aansluitend een ovaalvormig eiland van 200 meter op circa 150 meter (zie huidige inplanting van de kerk). Deze structuur gaat zeker terug op de castrale motte met neerhof van de heren van Woumen die onder meer als een "munitio" van Rykaard van Woumen vermeld wordt in de eigentijdse kroniek van de moord op Karel de Goede (1127). Naar analogie met gelijkaardige structuren te Werken, Merkem, Roesbrugge en Elverdinge is het evenwel niet uitgesloten dat deze structuur in oorsprong zelfs terugklimt tot de Karolingische versterkingen die werden opgeworpen tegen de twee Noormanneninvallen langs het inbraakgebied van de IJzergolf (respectievelijk circa 851 en 880-890).
Vermits de inplanting van deze structuur wellicht strategisch bepaald werd, is het niet zeker of de oudste bewoningskern zich ook in de huidige dorpskern situeerde. Zo zijn de naam van de patroonheilige, de nabije ligging van de eeuwenoude Steenstraat en de aanwezigheid van een 'kapel' tot 1840 mogelijke aanwijzingen dat de Sint-Pieterswijk (zie Sint-Pietersstraat) ten zuidwesten van de huidige dorpskern de oudste of toch een van de oudste bewoningskernen is.

Tiende eeuw

Archeologisch onderzoek in de de Sint-Andreaskerk (1986) toonde aan dat de kerk in de 10-11de eeuw reeds een houten voorganger had.

Elfde eeuw

1096: Woumen wordt voor het eerst vermeld als "Walnes" in een document dat het beheer van het bos van Houthulst regelt tussen de graaf van Vlaanderen en de Sint-Pietersabdij van Corbie, de eigenaar van het bos. Deze summiere gegevens laten vermoeden dat Woumen in de vroege middeleeuwen deel uitmaakte van het grootgrondbezit van de Benediktijnerabdij Sint-Pieters van Corbie (Noord-Frankrijk).

1096-1099: een zekere Wouter van Woumen neemt deel aan de Eerste kruistocht (1096-1099) onder leiding van Godfried van Bouillon en Robrecht II, Graaf van Vlaanderen.

Twaalfde eeuw

1139: de kerk van Woumen, toegewijd aan Sint-Andreas, wordt voor het eerst in de cartularia vermeld van de Sint-Bertinusabdij (Sint-Omaars). De eerder uitzonderlijke patroonheilige laat echter een oudere datering vermoeden. Volgens de resultaten van het archeologisch onderzoek was de houten Sint-Andreaskerk voor het midden van de 12de eeuw reeds vervangen door een natuurstenen romaanse kruiskerk. In de loop van de tweede helft van de 12de eeuw wordt het romaanse koor verlengd en met een halfondergrondse gangcrypte uitgerust.

1144: Celestinus II bevestigt in een pauselijke bul de Sint-Bertijnsabdij in haar (gedeeltelijk) bezit van de kerk te Woumen.
1189: een langdurige twist tussen Boudewijn van Woumen en de abdij van Corbie omtrent het tiendenrecht te Woumen wordt beslecht in het voordeel van de abdij. De daaropvolgende decennia wordt dit tiendenrecht echter opnieuw aangevochten door de erfgenamen van Boudewijn.

Dertiende eeuw

Tweede kwart 13de eeuw: de romaanse kerk wordt met een westtoren uitgebreid.

Laatste kwart 13de eeuw: diverse leden van de familie 'Van Woumen' zetelen in het laatste kwart van de 13de en het eerste kwart van de 14de eeuw in het schepencollege van het Brugse Vrije. Woumen behoorde samen met Esen en Klerken tot het Woumen-Ambacht binnen deze Kasselrij. In diezelfde periode wordt de Sint-Andreaskerk uitgebreid met een vroeggotisch koor.

Veertiende eeuw

1331: Woumen wordt voor het eerst in de bronnen als parochie vermeld. Het patronaatsrecht van de kerk behoort toe aan het kapittel van Sint-Omaars. In latere tijden behoort dit patronaatsrecht achtereenvolgens toe aan de abdij van Sint-Jan-binnen-Ieper en de abdij van de Eeckhoutte te Brugge.

1384: tot in de 14de eeuw zou Woumen een bloeiende lakennijverheid hebben gehad. Bij de intrekking van het recht om lakens anders dan voor privé-gebruik te weven wordt landbouw opnieuw de voornaamste bron van inkomsten.

Vijftiende eeuw

1488: na het overlijden van Maria van Bourgondië (1482) neemt Maximiliaan van Oostenrijk het regentschap van de Nederlanden waar. Door zijn politiek van hoge belastingen komen de steden Brugge en Gent echter in opstand, waarop Maximiliaan zijn legers naar Vlaanderen stuurt. Vanuit de stad Diksmuide - die de zijde van Maximiliaan kiest - plunderen zijn Duitse troepen in 1488 de omliggende dorpen, waaronder ook Woumen. De Sint-Andreaskerk wordt hierbij platgebrand. Mogelijk mag de verbouwing tot hallenkerk en de verhoging van de westtoren met één bouwlaag hiermee in verband worden gebracht.

Zestiende eeuw

Tijdens de 16de eeuw wordt de streek getroffen door een verzwakte economische toestand en de godsdiensttroebelen.

1559: bij de herverdeling van de bisdommen wordt Woumen bij het bisdom Brugge gevoegd.

Circa 1561 - 1571: op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van de hand van Pieter Pourbus is Woumen aangeduid als "Women". Op het laatste kwart van de 16de eeuw wordt de dorpskern gekenmerkt door een eerder verspreide bebouwing langs een dicht stratennetwerk. Een concentratie van verspreide bebouwing strekt zich eveneens uit langs de Woumenweg en de IJzerdijk. Ter hoogte van de kruising tussen de huidige Sint-Pietersstraat en de Steenstraat is een "capelle" en een windmolen gesitueerd. Het gebied ten westen van de dorpskern is als de uitgebreidere voorloper van de zogenaamde Blankaart nagenoeg volledig blauw ingekleurd. Deze grote waterplas is het resultaat van een systematische turfontginning op deze plaats vanaf de 15de eeuw. De naam is etymologisch in verband te brengen met de uitdrukking 'blank staan'.

3 juli 1583: de Sint-Andreaskerk wordt "gedestrueert ende verbrandt" door de hervormingsgezinden. Tegen het einde van de 16de - begin 17de eeuw is de kerk opnieuw hersteld.

Zeventiende eeuw

In de loop van de 17de eeuw wordt de kerk met twee zijkoren uitgebreid.

1615: eerste vermelding van de Watering van Woumen. Deze watering was tot 1971 verantwoordelijk voor het beheer van de waterlopen, dijken en sluizen in de broeken van Woumen, Merkem en Esen.

1641: de nu niet meer bestaande kapel Sint-Pieters in de Woestijne wordt voor het eerst vermeld in Sanderus’ Flandria Illustrata.

1683: de legers van Lodewijk XIV vallen Vlaanderen opnieuw binnen. De expansiedrang van de grootmacht Frankrijk is werkelijk onstuitbaar: de komende zeventig jaar wordt Diksmuide door wisselende troepen herhaaldelijk belegerd en ingenomen. Hierbij gaan de bewoners van het omringende platteland snel gebukt onder de aanhoudende troepenbewegingen en opeisingen. Met de Vrede van Rijswijk (1697) komt een kort einde aan de vijandelijkheden.

Achttiende eeuw

1700: Karel II, Koning van Spanje, overlijdt kinderloos. Weldra ontspint zich de Spaanse successie-oorlog (1701-1703) waarbij Vlaanderen opnieuw het gelag betaalt. Vanaf 1704 wordt het opnieuw overspoeld door Franse, Engelse en Hollandse troepen.

1770-1778: op de Ferrariskaart is Woumen aangeduid als "Woomen" met ter hoogte van de huidige dorpskern een kleine eerder verspreide concentratie van bebouwing. De scheiding tussen de laaggelegen polders met een heel geringe bebouwing - met uitzondering van de IJzeroever - en de hoger gelegen zandleemstreek met een hogere concentratie aan bebouwing en een dichter netwerk van straten is hier bijzonder goed waar te nemen. Door een geleidelijke verlanding - door de aanvoer van slib en een opeenstapeling van plantenresten - is "Den Blanckaert" in het laatste kwart van de 18de eeuw in oppervlakte reeds sterk teruggedrongen. Op dit moment telt Woumen twee molens: een eerste ter hoogte van de kruising Woumenweg-Kerkhofstraat en een tweede, een 17de-eeuwse houten staakmolen, aangeduid als de "Roonemolen" ongeveer ter hoogte van het huidige Blankaart Kasteel (zie Iepersteenweg).

1792-1794: Franse troepen vallen voor de zoveelste maal de Zuidelijke Nederlanden binnen en verslaan in oktober de Oostenrijkers (Slag bij Jemappes). Met de slag van Neerwinden (1793) worden de Fransen evenwel opnieuw verslagen. De daaropvolgende maanden vindt in de Diksmuidse regio een enorme geallieerde troepenbeweging plaats. Deze slaan hun kampement onder meer op in de Woumense broeken. Met de Slag van Fleurus (26 juni 1794) worden de Zuidelijke Nederlanden definitief bij Frankrijk ingelijfd. Woumen behoort voor de komende twintig jaar tot het Franse Departement van de Leie.

Negentiende eeuw

Door een herverdeling van de bisdommen ressorteert Woumen vanaf 1801 onder het bisdom Gent en vanaf 1834 onder het bisdom Brugge.

1830: aanleg van een steenweg tussen Diksmuide en Ieper door het grondgebied Woumen. Deze steenweg groeit uit tot de hoofdweg Diksmuide-Ieper, de huidige Woumenweg en Iepersteenweg.

1840: met de crisis in de vlasnijverheid komt een einde aan de bloeiende vlasteelt te Woumen. Noodgedwongen emigreren een groot aantal landbouwers dan ook naar Frankrijk, Wallonië en Canada.

1852-1856: bouw van het klooster de Heilige Jozef met een wezenschool, een lagere meisjesschool en een bejaardentehuis door pastoor Chavaete.

1864: Jonkershove, een gehucht in de zuidoostelijke hoek van de gemeente Woumen wordt een zelfstandige parochie.

1899: aanleg van de Jonkershovestraat tussen Woumen en Jonkershove.

Twintigste eeuw

25 september 1906: opening van de lijn nr. 107 van de Buurtspoorwegen Diksmuide-Woumen-Merkem-Bikschote-Elverdinge-Ieper en Merkem-Oostvleteren-Poperinge.

Eerste Wereldoorlog (zie ook De Eerste Wereldoorlog en het IJzerfront onder de algemene inleiding)

3 augustus 1914: België weigert Duitsland een vrije doorgang naar Frankrijk. De dag daarna valt Duitsland België binnen.

14 oktober 1914: Brugge valt. Koning Albert I beslist de linkeroever van de IJzer uit te bouwen als een verdedigingslinie.

20 oktober 1914: terwijl meer noordwaarts de Slag aan de IJzer wordt uitgevochten, nemen Duitse troepen zonder slag of stoot Woumen in.

28 oktober 1914: de kerk van Woumen wordt door geallieerde troepen beschoten.

November 1914: op verzoek van de Franse legerleiding wordt vanuit strategisch oogpunt de onmiddellijke omgeving van de Blankaart geïnundeerd. Wanneer de Duitse troepen eind november beseffen dat hun opmars hierdoor gestuit is, gaan ze over tot een systematische evacuatie van de Woumenaars. Aangezien deze kunstmatige buffer gedurende de volledige Eerste Wereldoorlog in stand wordt gehouden, blijven de krijgsverrichtingen in deze zone van de frontlinie eerder beperkt. Niettemin is de dorpskom van Woumen tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest.

28 september 1918: om 5.30 u wordt het Belgische tegenoffensief ingezet. Tegen 10 uur slaagt luitenant Colman erin de geduchte Blankaartstelling ter hoogte van het Woumenkasteel in te nemen (zie Iepersteenweg zonder nummer).

Wederopbouwperiode

1919: om de wederopbouw van het dorp in goede banen te leiden, laat Woumen zich - conform aan de wet van 8 april van dit jaar - op 23 juli 1919 'adopteren'. De heropbouw van het dorp volgt grotendeels de vooroorlogse aanleg. Vermoedelijk tekende architect R. Cauwe (Brugge) de aanleg- en rooilijnplannen van het dorp, vermits hij ook instond voor het ontwerp van de pastorij, het gemeentehuis, de parochiekerk en de overgrote meerderheid van de (handels)huizen en hoeves te Woumen.

1920: het klooster van de Zusters van de Heilige Jozef te Woumen wordt overgenomen door de Zusters van de H. Vicentius à Paulo van Gits, die de wederopbouw van het klooster op zich nemen.

1921: bouw van een voorlopige kerk in vakwerkbouw met bakstenen invulling op het terrein van het klooster.

1927: inhuldiging van het gedenkteken voor de militaire en burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog opgesteld op het dorpsplein.

8 juli 1951: onthulling van een gedenkplaat voor de inname van Rille (Woumen) aan de gevel van het gemeentehuis.

1953: door de bouw van een pompstation worden de waterzieke broeken bruikbaar gemaakt voor de landbouw.

1971-1973: bouw van een waterspaarbekken met een inhoud van 3.000.000m3 ten oosten van de IJzeroever op de grens tussen Woumen en Merkem.

23 februari 1985: de Sint-Andreaskerk wordt door een brand (vermoedelijk kortsluiting) in de as gelegd. Enkel de twee sacristieën en de toren blijven gespaard. In de daaropvolgende jaren (1986-1988) wordt de kerk gerestaureerd naar ontwerp van architect Willy De Vriendt die opteert voor een volledige nieuwe ruimtewerking en een hedendaags interieuraankleding, maar met het behoud van het bestaande volume.

Landschappelijk en bouwkundig erfgoed

Woumen is een typisch straatdorp met ter hoogte van de dorpskern een nagenoeg aaneensluitende lintbebouwing langs de Woumenweg. Door zijn ligging in het frontgebied werd Woumen tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig verwoest. Het bouwkundig erfgoed te Woumen wordt dan ook volledig getypeerd door een sobere wederopbouwarchitectuur van de jaren 1920, geïnspireerd op de lokale baksteenarchitectuur. Uitzonderingen op deze sobere architectuur vormen het "Blankaart Kasteel"  en de Sint-Andreas parochiekerk. Deze laatste werd nagenoeg naar vooroorlogs model heropgebouwd naar ontwerp van R. Cauwe (Brugge), maar de desastreuze brand van 1985 wijzigde de oorspronkelijke opzet ingrijpend. Het "Blankaart Kasteel" werd na de Eerste Wereldoorlog weliswaar op een kleinere schaal heropgebouwd naar ontwerp van architect J. Gunst (Oostende), maar dan wel duidelijk geïnspireerd op het vooroorlogse eclectische ontwerp van architect J. Schadde (Antwerpen).

  • CARNIER M., Bidplaatsen en parochies in het bisdom Terwaan, Brussel, 1999, p. 255-258.
  • DEBRUYNE M., DEBUSSCHERE M., Woumen, Woumen, 1952.
  • DE COCK J., Een hofstede te Woumen, s.l., 1990.
  • DEMOEN H., Het Diksmuidse van toen, Een verzameling beknopte historische gegevens, aangevuld met historische foto's en prentbriefkaarten, Brugge, 1984., p. 142-149.
  • DE ROO N., HINDRYCKX K., Beeld van een stroom, De IJzer, Tielt, 1995.
  • JACOBS M. , Zij die vielen als helden… Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge, 1996, p. 439-440.
  • PRIEM V., Kastelen en landhuizen in de Westhoek, Tweede deel, Ieper, 1998.
  • De Sint-Andreaskerk te Woumen, in Mandeldal, jg. 15, nr. 12, 1990, p. 104-105.
  • De Roonemolen of Blankaartmolen te Woumen, in Curiosa, jg. 31, nr. 310, 1993, p. 25-26.
  • Woumen, een en al natuurreservaat, in Curiosa, jg. 35, nr. 348, 1997, p. 11-17.
  • TERMOTE J., Opgravingen in de Sint-Andreaskerk te Woumen, in Den Dyzere, jg. 7, nr. 3, 1988, p. 4-19.
  • THOEN H., VANHOUTTE S., De Romeinse wegen in het Vlaamse kustgebied. Leiden alle wegen naar Oudenburg?, in MEULEMEESTER J.L., Alle wegen leiden naar…, Oudenburg, 2004, p. 50-57.
  • VLAMYNCK J., De “Broeken” van Woumen , in Bachten de Kupe, jg. 28, 1986, p. 151-168.
  • VLAMYNCK J., De “Broeken” van Woumen II, III, IV, V, in Bachten de Kupe, jg. 29, 1987, p. 17-29, p.90-96, p. 123-128 en 151-159.
  • VLAMYNCK J., De “Broeken” van Woumen VII, in Bachten de Kupe, jg. 30, 1988, p. 15- 25.
  • VLAMYNCK J., Woumen in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972.
  • VLAMYNCK J., Bijdragen tot de geschiedenis van Woumen, Deel I en Deel II, Beernem, 1983.
  • VLAMYNCK J., De Sint-Andrieskerk van Woumen door brand vernield, in Den Dyzere, jg. 4, nr. 1, 1985, p. 4-7.

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woumen [online], https://id.erfgoed.net/themas/14640 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.