De Hoogbrug (Hoge Brug) is gelegen ten zuidoosten van de Grote Markt en speelde een belangrijke functie als verbinding tussen het kerkelijke domein van Sint-Gummarus en de stedelijke administratie. De benaming verwijst naar een gemetste boogbrug met hoger middengedeelte. De eerste stenen brug is vermoedelijk te situeren circa 1421 maar deze werd herhaaldelijk herbouwd of aangepast. In 1842-1843 verving men ze door een draaiende vlakke brug en in 1889 door een ijzeren brug, die in 1914 werd opgeblazen door de Belgische Genie. Ook het huis dat voor de Eerste Wereldoorlog vlak naast de brug stond werd in oktober 1914 vernield door de Belgische genietroepen.
Na de oorlog kocht de stad het perceel voor de aanleg van een nieuwe monumentale stenen brug naar plannen (gedateerd 28 april 1921) van J. Millecam en Egide Van der Paal (Victor Jacobslei 23, Berchem-Antwerpen). De Dienst der Verwoeste Gewesten kwam tussen in de realisatie hiervan, ondanks kritiek van de Hoog Koninklijk Commissaris die het ontwerp weinig geslaagd vond als "kunstwerk" (in beide betekenissen van het woord) en weinig passend in de lijst van oude gebouwen. Hij vroeg ook om de witte Euvillesteen te vervangen door Belgische blauwe steen. De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen keurde de plannen wel goed op advies van briefwisselend lid Isidoor Opsomer, een kunstschilder van Lier. De brug werd voltooid in juli 1923 door de Lierse aannemer Gommaar Van Rymenant. In 1940 werd de brug andermaal opgeblazen maar kort nadien hersteld. In 1967 volgde de verbreding en modernisering van de bestaande brug.
De Hoge Brug is een klassieke witstenen brug op drie steekbogen tussen pijlers met een wigvormige verzwaring, met een gekasseid wegdek en een ijzeren leuning.
- Stadsarchief Lier Oude plans nummer 99.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten dossiers 5688 en 9308.
- LENS A. & MORTELMANS J. 1980: Gids voor oud Lier, Antwerpen, 29-30.