Oorspronkelijk bestond dit complex uit twee verschillende gebouwen namelijk het "Schaakberd" en het "Klein Schaakberd". Eerstgenoemde was oorspronkelijk vermoedelijk een burgerwoning, voor 't eerst vermeld in 1426 en in de 16de eeuw omgevormd tot brouwerij; laatstgenoemde is 1606 gedateerd door muurankers, mogelijk verwijzend naar de verbouwing waarbij dit gebouw verenigd werd met het "Schaakberd". Het complex werd door de stad aangekocht in 1912. Na de Eerste Wereldoorlog – waarin deze gebouwen grotendeels gespaard bleven – werd het "Klein Schaakberd" tijdelijk ingericht als postkantoor. Architect J. Van Peborgh maakte reeds begin jaren twintig plannen voor restauratie en verbouwing tot politiekantoor maar de Dienst der Verwoeste Gewesten subsidieerde dit niet omdat deze plannen veel verder gingen dan herstel van oorlogsschade. Uiteindelijk volgde pas in 1931-1937 een grondige restauratie naar ontwerp van Van Peborgh, waarna het complex werd ingericht voor stads- en politiediensten. 20 februari 1939 werd dit pand bij Koninklijk Besluit beschermd als monument.
Vroeg 17de-eeuws traditioneel complex bestaande uit twee diephuizen van respectievelijk vier en drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken (leien) met trapgevels (respectievelijk twee- en driedelig, beide met een overhoeks topstuk). Het parement bestaat uit baksteen met gebruik van zandsteen voor een plint met schuine afzaat, en voor speklagen, neggen en vensters. De gevel is zichtbaar verankerd, in de linker trapgevel met een jaartalanker "1606" ter hoogte van de borstwering van de tweede verdieping. De gevel wordt opengewerkt met rechthoekige kruisvensters en in de top met kloosterkozijnen en rechthoekige luiken. Op de eerste en tweede verdieping zijn de kordons doorgetrokken tot onderdorpels. Een rondboogdeurtje in een kwarthol geprofileerde zandstenen omlijsting met een bolkozijn als bovenlicht geeft toegang tot het complex. De gevelopeningen zijn ingevuld met houten schrijnwerk en - de bovenlichten – met glas in lood. Op de eerste en tweede verdieping zijn luiken voorzien, op de begane grond rechts van de deur, traliewerk.
- Stadsarchief Lier Oude plans nummer 91.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten dossier 5680.
- DONNET F. 1914: Inventaris der kunstvoorwerpen bewaard in openbare gebouwen, Antwerpen, 1142.
- LENS A. 1971: Lier in oude prentkaarten, Zaltbommel, nummer 12.
- LENS A. & MORTELMANS J. 1980: Gids voor oud Lier, Antwerpen, 55.
- VAN CELST M., REYNS N. & BRUGGEMAN J. 2012: Bouwhistorisch onderzoek : Lier-Grote Markt 57, ’t Schaeckberd, Bornem.
- VERMEIREN A. 1911: Openbare werken te Lier in XIV en XV, Lyrana, 293-302.