erfgoedobject

Geheel van burgerhuizen in neo-Vlaamserenaissance- en eclectische stijl

bouwkundig element
ID
10981
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10981

Juridische gevolgen

Beschrijving

Geheel van drie burgerhuizen in uiteenlopende stijlen op de hoek van Le Grellelei en Kardinaal Mercierlei, naar een ontwerp door de architecten Gebroeders Wauters uit 1912. Opdrachtgevers waren de juffrouwen Josepha (Le Grellelei 38) en Maria Wauters (Kardinaal Mercierlei 31), en Jozef De Wolf-Fierens (Le Grellelei 40). De juffrouwen Wauters moeten naaste verwanten van de architecten zijn geweest, wellicht zussen, ten tijde van het bouwproject gedomicilieerd op hetzelfde adres. Van de woning Josepha Wauters (Le Grellelei 38), gelijkaardig van type als het aanpalende ensemble burgerhuizen door de architect Adolphe Van Coppernolle, werd de gevel vernieuwd. Voor deze hoekpercelen is een eerder vastgoedproject teruggevonden uit 1911, ingediend door mevrouw Médard Finck-De Vos. Het betrof een handelspand met woonst en twee burgerhuizen in neorenaissancestijl naar een ontwerp door de architect Max Winders, dat uiteindelijk niet aan uitvoering toekwam.

Het architectenbureau van de broers Paul en Gust Wauters was actief van kort na de eeuwwisseling tot het einde van het interbellum. Zoals zij zich in hun vroege werk zowel van de neostijlen als de art nouveau bedienden, volgde hun productie tijdens het interbellum evenzeer de heersende trends beaux-arts en art deco.

Hoekpand

De woning De Wolf-Fierens, een hoekpand in neotraditionele stijl (Le Grellelei 40) met een gevelbrede van drie traveeën, omvat een souterrain en drie bouwlagen onder een afgeschuind zadeldak (nok loodrecht op de Le Grellelei). Opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, is spaarzaam gebruik gemaakt van witte natuursteen voor de deuromlijsting en het balkon, waterlijsten, lekdrempels, venstermonelen, hoekblokken en korbelen, blauwe hardsteen voor de plint en leien als dakbedekking. De door de puilijst gelede trapgevel (5 treden en topstuk), wordt op de bovenverdiepingen gemarkeerd door een Brugse travee, die is opengewerkt door gekoppelde kruiskozijnen en een rondboogtweelicht in de top. Waterlijsten op korbelen accentueren de korfboogopeningen van de begane grond, als om de suggestie te wekken van een overkragende bovenbouw. Het portaal wordt omlijst door een neo-Vlaamserenaissance-entablement met op de pilasters wortelmotieven, en op de fries arabesken en een schild met de initialen JDF van bouwheer Jozef De Wolf-Fierens. Tot de overige kenmerken behoren het afgeronde balkon met consoles en smeedijzer in de borstwering van de eerste verdieping, de smeedijzeren sierankers, en de overhoekse fiaal met bewerkte kraagsteen en smeedijzeren topstuk. Kolossale rondbogen ritmeren de volledig blinde zijgevel van drie traveeën; de oorspronkelijk open loggia op de eerste verdieping van de aanleunende achterbouw werd later gedicht. Het houten schrijnwerk van de met paneelwerk versierde inkomdeur en de benedenvensters is bewaard, evenals de smeedijzeren traliewerk van souterrain en tuinmuur en de gietijzeren voetschraper.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante vestibule met trappenbordes en de traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon eetkamer en veranda de begane grond, omvat de eerste verdieping twee slaapkamers en een kantoor met terras, en de tweede verdieping drie slaapkamers en een badkamer. Het dakniveau herbergt twee overige kamers en een mansarde; de speelkamer en keuken delen het souterrain.

Rijwoning

De woning Maria Wauters, een rijwoning in eclectische stijl (Kardinaal Mercierlei 31) met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat drie bouwlagen onder een zadeldak. Bovenop een geblokte pui uit blauwe hardsteen, is de lijstgevel opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, contrasterend verwerkt met witte natuursteen voor hoekblokken, en witte Silezische brikken voor speklagen, ontlastingsbogen en decoratieve mozaïekpanelen op de borstweringen en in het klassieke hoofdgestel. Axiaal van opzet legt de compositie de klemtoon op het twee traveeën brede middenrisaliet, dat op de bel-etage wordt gemarkeerd door een rechthoekige houten erker met voluutconsoles. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen op de begane grond, getoogde vensters op de eerste en rondboogvensters op de tweede verdieping, met lekdrempels. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is integraal bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk met rozetten van de begane grond.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, ontsloten door een centraal ingeplante traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de centrale vestibule geflankeerd door de spreekkamer en vestiaire enerzijds, en de ontbijtkamer en keuken anderzijds. De bel-etage omvat de eetkamer met office, het salon en de naaikamer, de tweede verdieping drie slaapkamers en de badkamer, het dakniveau vier mansardekamers.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 956#3350 (project De Wolf-Fierens en Wauters), 956#3207 (project Finck-De Vos).

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Kardinaal Mercierlei met omgeving

  • Is deel van
    Le Grellelei


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Geheel van burgerhuizen in neo-Vlaamserenaissance- en eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10981 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.