Het voormalig kasteel "Leeuwenhof" staat voor het eerst op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1841) afgebeeld. In het verlengde van het parallel met de straat opgetrokken gebouw bevindt zich een ongeveer even brede hoefijzervormige vijver, waarvan de armen noordwaarts wijzen. Op de topografische kaart van 1863 wordt voor het eerst de aanleg van het parkje zichtbaar: een druk padenpatroon dat varianten van een cirkel beschrijft en een symmetrische hoefijzervormige vijver. Dit doet vermoeden dat het parkje in een gemengde stijl was uitgevoerd waarbij naast elementen van een vroeg-landschappelijke aanleg (padenpatroon) ook werd teruggegrepen naar meer formele elementen (vijver) uit een oudere vormentaal. Een omheiningsmuur en naastgelegen langwerpige moestuin liggen langs de volledige oostgrens van het park.

Het landhuis deed tijdens de 19de eeuw dienst als buitenhuis. Begin 20ste eeuw komt het in bezit van de familie De Smet, een welstellende familie actief in de textielnijverheid. Op de topokaart van 1937 is duidelijk dat het parkje ondertussen in laat landschappelijke stijl werd aangepast, waarbij vooral de vergroting van de vijver tot een grote, organisch vormgegeven vijver met twee eilandjes opvalt. Een tuinbrug zorgt voor de verbinding tussen het grootste eiland en het park. Langs de westzijde van de vijver staat vandaag een grote groep vleugelnoten (Pterocarya fraxinifolia). Het park is met uitzondering van de oostzijde volledig omgracht.

Het tijdens de oorlog sterk beschadigde landhuis werd in 1946 aangekocht door de heer De Craene voor de oprichting van "Jongensstad", een tehuis voor ouderloze kinderen. Het landhuis werd in die jaren nagenoeg totaal verbouwd en het domein bebouwd met enkele afzonderlijke huizen en gebouwen, waaronder een klaslokaal naar ontwerp van Huib Hoste uit 1949. Dit klaslokaal deed, mits een kleine aanpassing, dienst als kapel en is sinds 2014 in gebruik als jeugdhuis.