is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Niklaas met kerkhof
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Niklaas
Deze vaststelling was geldig van tot
Eerste vermelding van een kerk in 1072 onder het patroonschap van Sint-Niklaas. In 1145 vermeld als kapel in de bezittingen van de Sint-Pietersabdij. De huidige kerk echter werd grotendeels gebouwd in 1775 onder leiding van L. De Villegas, religieus en bouwmeester van de Sint-Pietersabdij (jaarsteen in noordelijke gevel en koor). Westelijke zijde uitgebreid met twee traveeën en nieuwe toren voorzien van een hoge naaldspits circa 1860 naar ontwerp van architect E. de Perre.
Grondige herstellingswerken en wederopbouw van de westelijke-gevel en toren na de zware oorlogsschade van 1918 (toren opgeblazen) in 1920-1922 (laatstgenoemd jaartal in de hoeken van de uurwerken aangebracht) waarbij het uitzicht enigszins wijzigde en de toren van een zwaar tentdak voorzien werd.
Kerk iets inspringend ten opzichte van de huidige rooilijn met omringend, ommuurd kerkhof met typische ovale vorm.
Bakstenen gebouw op rechthoekige plattegrond: driebeukige pseudobasilicale kerk van zeven traveeën met recht afgesloten koor van één travee, links en rechts geflankeerd door een vierkante berging en sacristie. Opgaand metselwerk van donkere baksteen op een plint van hardsteen en met verwerking van zandsteen voor vensteromlijstingen, aflijnende geprofileerde kroonlijst en hoekblokken aan de oostgevel van het koor. Afdekkend zadeldak (leien) en tentdak voor de toren. Eenvoudige westgevel met stoere ingebouwde, vierkante toren begrensd door afgeschuinde steunberen. Centrale getoogde deur onder waterlijst. Erboven ruim rondboogvenster, houten luik en omlijste uurwerkplaten en galmgaten in de toren. Zijbeuken onder natuurstenen afschuining met schouderstukken voorzien van ruime getoogde omlijste benedenvensters en vierkante bovenvenstertjes, aangebracht tijdens de restauratiewerken van 1922. Zijgevels geritmeerd door eenvoudige licht getoogde en vlak omlijste vensters (ijzeren harnas en glas in lood). Zuidelijke gevel met tegen de derde travee aangebouwde doopkapel op vierkante plattegrond. Koor met hooggeplaatste vensters in de zijgevels en blinde oostgevel met kleine jaarsteen.
Sober beschilderd interieur met rondboogarcaden op Toscaanse zuilen met hoge achtzijdige arduinen sokkel. Overkluizing met gedrukte koepelgewelven gescheiden door brede gordelbogen aanzettend op versierde consoles.
Schilderijen: Piëta (Vlaamse school, 18de eeuw); Heilige Cornelius paus geneest zieken (Vlaamse school, 19de eeuw). Beeldhouwwerk: Heilige Cornelius paus (hout, 18de eeuw?); idem, (gepolychromeerd hout, 19de eeuw); Heilige Nikolaas van Bari (gepolychromeerd hout, 19de eeuw). Hoofdaltaar toegewijd aan Heilige Nikolaas van Bari (gepolychromeerd en gemarmerd hout, 19de eeuw); zijaltaren ter ere van Onze-Lieve-Vrouw (links) en Heilige Cornelius (rechts). Koorgestoelte met beeldjes van de Heilige Nikolaas (eikenhout, 17de eeuw en hersteld in de 19de eeuw). Communiebank met beeldjes en cherubijnen en putti (eikenhout, 17de en 19de eeuw). Preekstoel met stenen reliëfs (19de eeuw). Merkwaardige biechtstoelen met gesculpteerde versiering met heiligenfiguren (eikenhout, 17de eeuw, hersteld in de 19de eeuw). Doopvont (18de eeuw).
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nd, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Kerkhof omheen de kerk met een collectie graftekens uit de 18de tot 20ste eeuw.
De kerk met het omringende kerkhof staan aangeduid op een figuratieve kaart uit 1683. Op de Ferrariskaart van 1770-1778 staat het kerkhof duidelijk aangeduid met kruisjes. De site is dan ommuurd. Na de Tweede Wereldoorlog werd het kerkhof naar het noordoosten uitgebreid.
Op het vooroorlogse kerkhof bleef een geheel van graftekens bewaard die een beeld geven van de grafkunst van de late 18de eeuw tot de 20ste eeuw. Zo illustreert de begraafplaats bijzonder goed de evolutie die werd ingezet door de wetgeving van 1784 waarbij niet langer in de kerk maar wel op het omringende plattelandskerkhof mocht worden bijgezet. De classicistische grafplaat van Gudwaldus Seiger, abt van de Sint-Pietersabdij van Gent, is één van de oudste bewaarde getuigenissen in het Gentse van de elite die voortaan ook op het kerkhof werd begraven. De grafkapel Soenens-Stauthamer (1837) illustreert hoe de elite aan de wetgeving poogde te voldoen maar op hetzelfde ogenblik een band met het kerkgraf nastreefde. De grafkapel met ervoor het grafperceel aangeduid met een hardstenen afboording en een kruis werd tegen de kerk aangebouwd en is enkel toegankelijk vanuit de kerk. De rechthoekige gecementeerde kapel onder een zadeldak, haaks op de voorgevel, heeft vier hoekpilasters met hardstenen dekplaten. De vrije puntgevel heeft een opengewerkte segmentboogvomrige nis waarin een kruisbeeld hangt. De tekstplaten voor de familie Soenens-Stauthamer hangen in de kapel en zijn enkel van in de kerk zichtbaar.
Er bleven zowel grafplaten tegen de kerkmuur als vrijstaande graftekens bewaard. Ze zijn opgetrokken uit blauwe hardsteen, vaak in combinatie met witte marmer voor de tekstplaten. Tot de opvallendste exemplaren behoren het neoclassicistische graftekens Blommaert (+1827), de Coninck (+1796), della Faille d’Huysse-van den Hecke de Lembeke (+1913), De Potter-Baut (+ 1801), Morel de Westgavers-Stevens (+1820), de neogotische graftekens de Potter (1906), de Ville de Goyet (+1948), Ottoy (+1900).
Is deel van
Dorpsstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Niklaas met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/26951 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.