is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Park met poortgebouw en torenruïne van de familie Snoeck
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Poortgebouw en torenruïne van de familie Snoeck
Deze vaststelling was geldig van tot
Het domein van de familie Snoeck wordt aangelegd als buitenverblijf in de eerste helft van de 19de eeuw in het gehucht Triburie tussen de in 1836 aangelegde Doorniksesteenweg en de oude weg naar Doornik. Een eerste 'maison d'agrément', gekend als “Le Bras de Fer”, krijgt op een oude prentbriefkaart de datering 1835, maar dateert vermoedelijk van enkele jaren later. De topografische kaart van 1862 geeft een eerste, schematisch beeld van het domein: ten noorden van de vijver ligt het buitenverblijf in een omhaagd parkje, aangelegd in landschappelijke stijl, waarbij gazons, bomenclumps en een bomenrand met sierbeplanting doorsneden worden door een zwierig padenpatroon.
In 1875 is notaris César Snoeck (1834-1898), tevens eigenaar van villa Snoeck, telg van de Gentse drukkersfamilie en befaamd verzamelaar van muziekinstrumenten, eigenaar van het domein. Het bestaande woonhuis wordt vergroot en het domein in zuidoostelijke richting uitgebreid. In de zuidoosthoek wordt het poortgebouw opgetrokken, dat vervolgens in 1889 zijn huidige vorm krijgt. Nadien volgt nog een uitbreiding in zuidwestelijke richting met een neerhof met serres, stallen, bakoven en aansluitende moestuin en boomgaard, afgebeeld op de topografische kaart van 1884. In 1902 volgen aanpassingen aan het woonhuis, een kasteeltje met twee hoektorens onder tentdak en zijtrapgevels. Terzelfdertijd wordt een artificiële torenruïne, de zogenaamd 'pont du diable', gebouwd.
Het park en kasteel lopen oorlogsschade op en worden na WO II verkocht aan de notarisfamilie Luycx. Het park wordt na de opgelopen oorlogsschade herschikt (cf. bewaarde schetsen uit 1946) naar ontwerp van de bekende Vlaamse landschapsarchitect Jules Buyssens (1872-1958) in een vereenvoudigde pittoreske stijl en met respect voor resterende parkelementen uit de 19de en begin 20ste-eeuwse tijdslaag (onder meer parkvijver in apennootvorm, lindenaubette, solitaire bomen en bomengroepen). Rekening houdend met een nieuw te bouwen woonhuis wordt een nadrukkelijke vista uitgewerkt in noordelijke richting, op het gehucht De Klijpe met kerktoren. Centraal in het domein wordt een ovalen pad of 'trailway' aangelegd. De zuidwestelijke tuinzijde met vroeger neerhof en horticulturele aanleg wordt in het derde kwart van de 20ste eeuw afgesplitst en verkaveld. Het kasteel wordt afgebroken in 1952 en vervangen door een L-vormige bakstenen villa.
In de zuidelijke punt van het (deels) omhaagde park ligt een weinig achter de Doorniksesteenweg, de zogenaamde 'pont du diable'. Deze tuinfolly werd in 1902 gebouwd als artificiële torenruïne en belvedère met uitzicht op het heuvellandschap ten zuiden van de Doorniksesteenweg. De toren met groentekelder verzonken in een terp is opgetrokken in baksteen en plaatselijke ijzerzandsteen of 'bergsteen' en 'puddingsteen', een keiige variant van voornoemde ijzerzandsteen. De torenverdieping is toegankelijk langs een bakstenen gekanteelde loopbrug op drie spitsbogen, thans in vervallen toestand.
In de zuidoostelijke hoek van het domein ligt aan de straat en naast de inrit een poort- en dienstgebouw. Het huidig uitzicht is het resultaat van een uitbreiding en verbouwing in 1889, maar aflijningen van oude dakhellingen verwijzen nog naar het eerste poortgebouw uit 1875. Aan de straatzijde heeft het gebouw een bakstenen lijstgevel met dubbelhuisopstand onder zadeldak tussen zijtrapgevels en een middentravee met torentje onder schilddak. Spaarvelden onder muizetandfries en vensteropeningen omrand door klompstenen verlevendigen de gevels.
De huidige villa van één bouwlaag hoog onder flauw zadeldak, werd in 1952 op dezelfde locatie als het tijdens WO II beschadigde kasteeltje opgetrokken. De L-vormige bakstenen villa is van het type 'Louisiana', standaard villamodel naar Amerikaans ontwerp.
In het park van circa twee hectare bleven naast de vervaagde rondweg en vijver ook fragmenten van de hoogstamboomgaard bewaard. De parkbomencollectie uit de 19de- en vroeg 20ste-eeuwse tijdslaag bevat onder meer zeldzaam Amerikaans geelhout en verder trompetboom, taxus, Californische schijncipres, Noorse esdoorn, treurbeuk, gewone beuk, bruine beuk (deels in groep aangeplant), tamme kastanje, haagbeuk, zuilvormige zomereik, zomereik, witte paardenkastanje, zilverlinde, zomerlinde, Hollandse linde (deels in groep aangeplant) en zwarte moerbei. Volgens aantekeningen op een ongedateerd meetplan trof men voorheen ook zilveresdoorn, gewone esdoorn met purperrode bladonderzijde, bontbladige esdoorn, treuracacia, treuriep, hemelboom en Italiaanse populier in het park aan. Enkele soorten, waaronder blauwe Atlasceder, spar, levensboom, treurpeer, magnolia en vederesdoorn werden ingebracht bij de herschikking van het park naar ontwerp van Jules Buyssens in het midden van de 20ste eeuw.
Deze tekst is de samenvoeging van volgende teksten:
Auteurs: Lanclus, Kathleen; Himpe, Koen; Michiels, Marijke; Bogaert, Christiane; Debonne, Vincent
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Volgens de huidige eigenaars zou de firma Decoene uit Kortrijk betrokken zijn bij de bouw van de villa uit 1952. In 2016 werd het woonhuis uitgebreid met een oranjerie. In 2018 werd met de restauratie van de torenruïne gestart.
Op hun website is een inventaris van de oude en nieuw aangeplante bomencollectie aanwezig.
Is deel van
Doorniksesteenweg
Omvat
Doorniksesteenweg 15
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Park met poortgebouw en torenruïne van de familie Snoeck [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/28544 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.