Zogenaamd Oosterlingenhuis.
Voormalig natiehuis van de Oosterlingen, oorspronkelijk groter, thans opgesplitst in Krom Genthof nummer 1 en Oosterlingenplein nummer 4. Afgebeeld als één van de zeven wonderen van Brugge, op het schilderij toegeschreven aan P. Claeissens de Oude.
Van circa 1458 tot 1553: natiehuis van de Oosterlingen die reeds in de loop van de 13de of 14de eeuw diverse huizen en stapelplaatsen in Brugge gebruikten.
1478: aanvraag tot verbouwing ingediend en uitgevoerd onder leiding van Jan van der Poele; vermoedelijk voltooid in 1481 toen het beeld van Keizer Frederik III werd aangebracht op de torenspits.
1555: verplaatsing van kantoor naar Antwerpen. 1562: Marcus Gerards tekent de Loge als een rechthoekig gebouw van vijf traveeën en twee en een halve bouwlaag onder vermoedelijk een zadeldak (nok loodrecht op de straat) achter een hoge schermgevel met hoektorens en links ervan lager huis met twee hoektorentjes en twee vensternissen op elke gevel; bedaking en torentjes bekroond door middel van ijzeren dubbele arend; ommuurde binnenplaats.
1582: toren wordt door een brand geteisterd zie onder andere A. Sanderus (1641) tekent toren zonder spits.
1642: volgens muuropschrift "desen 3 vauten:mede 2 hoghe streckende muere darop stande syn ghemets tot den cost van jaqves robinson P. marcus feys en syn kynderen intjaer 1642".
Eind 16de eeuw en in 1666: herstellen van daken en torentjes. In de loop van de 18de eeuw: bebouwen van ommuurde binnenplaats aan westzijde; resultaat is een lijstgevel in het midden doorbroken door een traptop. Rechthoekige muuropeningen, op licht verhoogde begane grond in bepleisterde omlijsting en op tweede bouwlaag kruiskozijnen onder ontlastingsbogen.
1769: hoofdgebouw wordt verlaagd in opdracht van de nieuwe eigenaar Louis Ancke. 1866: bouwen van een twee traveeën breed neogotisch gebouw met ingangspoort. 1920: inrichten als hotel onder leiding van Edward Forrier: hij verandert de kamerverdeling op de verdieping en vervangt de empiretrap.
1930: de bergplaats rechts van het gebouw wordt afgebroken om er een gebouw op te richten "ter vergrooting van het huis" naar ontwerp van architect M. De Meester (Brugge), het huidige nummer 3.
1965-1966: verhogen van Oosterlingenplein nummer 4 met één bouwlaag. 1988: vrijkomen van gepolychromeerde zoldering. Ze wordt geconsolideerd door de conserveringsploeg van de Afdeling Monumenten en Landschappen.
1995: vernieuwen van dakbedekking en dakgebinte. 1998: consoliderende restauratie van de voor- en achtergevel naar ontwerp van architect L. Vermeersch (Brugge).
Enerzijds Krom Genthof nummer 1, een breedhuis van vijf traveeën, souterrain en twee en een halve bouwlaag + poortgebouw onder zadeldak. Verankerde bakstenen lijstgevel op hoge plint met vier betraliede kelderopeningen onder meer in gedrukt spitsboognis met afgeschuinde dagkanten, opening in derde travee van 1924, en sporen van oorspronkelijke ingang in tweede travee. Gebruik van Balegemse zandsteen voor plint en hoekblokken. Rechthoekige vensters in doorlopende geprofileerde nissen met sporen van oorspronkelijke aanzetten en licht getoogde beëindiging ter hoogte van de voormalige aanzet van de hoektorentjes. Borstweringen van de bovenvensters met verfijnd maaswerk, ingekort door het verlagen van de vensters met 19de-eeuwse lekdrempels. Bewaard 19de-eeuws houtwerk: ramen met afgeronde hoeken. Typerende kroonlijst uit het derde kwart van de 18de eeuw. Rechts neogotisch poortgebouw van twee traveeën en twee en een halve bouwlaag; gevelopbouw naar patroon van hoofdgebouw; bovenvensters in doorlopende nissen met kopiërend maaswerk in de borstweringen.
Achtergevel van het hoofdgebouw aan de Gouden-Handrei met zelfde ordonnantie en aanpassingen als de voorgevel. Afgeschuinde hoeken onder de hogerop lopende hoekblokken. In de eerste en vierde travee twee kelderopeningen in spitsboognissen met afgeschuinde dagkanten; oorspronkelijk in de tweede travee kelderdeur en in de vijfde travee ingang naar de begane grond.
Interieur. Kelders uit 1642, zie ingemetselde steen; vroegere torenaanzet. Aan straatzijde, ovaal salon uit het vierde kwart van de 18de eeuw of het eerste kwart van de 19de eeuw. Kleine overwelfde ruimte. Voorts salon met moer- en kinderbalken uit de 15de eeuw en sporen van spreidsel. Moerbalk rust op geprofileerde consoles met reliëfversiering van adelaar. Ovaal salon met empire aankleding. Spiltrap van 1920 in plaats van empiretrap, sporen van trap, zie marmeren vloer. Op bovenverdieping, kamer met gepolychromeerde balklaag; balksleutels met afbeelding van rijksadelaar volgens een beschrijving van Thomas Platter uit Basel 1599 waren deze geel en zwart gepolychromeerd; kinderbalken met zogenaamd persbrokaat, uitgevoerd in blauw en goud. Schouwen uit de tweede helft van de 18de eeuw.
Anderzijds, Oosterlingenplein nummer 4. Een breedhuis van drie + vier + drie traveeën en vier bouwlagen onder zadeldak met dakschild links (Vlaamse pannen). Verankerde bakstenen lijstgevel bewaart sporen van oospronkelijk natiehuis, zie bakstenen metselwerk met fijne voegen in de gevel Gouden-Handrei en in de twee aansluitende traveeën in de huidige W.-gevel; het gebruik van zandsteen voor vroegere doorlopende onderdorpels, muurkettingen en plint; reiegevel gemarkeerd door Brugse travee, type I aanzettend op zandstenen basissen, links een vernieuwde accoladeboog met maaswerk. Neobarokke natuurstenen deuromlijsting. Voorts 19de-eeuwse muuropeningen. Recente dakkapellen.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, doss. 202.
- Dienst Openbare Werken Brugge, Bouwvergunningen, nr. 3401/1998.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 365/1920, nr. 309/1924.
- BEERNAERT B., Open Monumentendag. Zorg en zin voor kleur, Brugge, 1996, p. 40-46.
- BUYLE M., Het plafond van het Oosterlingenhuis te Brugge, in M&L, XII, 1993, p. 54-57.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 180-186.
- DESMIDT F., Het Oosterlingenhuis te Brugge en zijn ontwerper Jan van der Poele, Antwerpen, 1948.
- RYCKAERT M., Historische stedenatlas van België. Brugge, Tielt, 1991, p. 105-106.