erfgoedobject

Handels-, kantoor- en appartementsgebouw met werkplaats in art-nouveaustijl

bouwkundig element
ID
300405
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300405

Juridische gevolgen

Beschrijving

Complex van twee gebouwen in art-nouveaustijl, opgetrokken in opdracht van de heer Van den Heuvel, naar een ontwerp door de architect Jacques De Weerdt uit 1913 (gevelinscriptie). Volgens het oorspronkelijke programma omvatte het hoofdgebouw aan de Plantin en Moretuslei een winkel met privéwoning, vier huurkantoren en vier huurappartementen. Het achterliggende bijgebouw aan de Wipstraat bood ruimte aan een atelier met magazijnen en vier bescheiden huurkwartieren. Voor bouwheer Van den Heuvel, over wie verder niets bekend is, was het project vermoedelijk bedoeld als opbrengsteigendom voor multifunctioneel gebruik, met integratie van de eigen bedrijfs- en woonruimte.

Het complex Van den Heuvel maakt deel uit van een grotere groep van zeven aaneengesloten bouwprojecten die door Jacques De Weerdt tussen 1911 en 1914 werden ontworpen, in opdracht van vijf verschillende bouwheren (Plantin en Moretuslei 69 tot 91 hoek Provinciestraat 228). Samengesteld uit drie burgerhuizen, negen meergezinswoningen en twee bedrijfsgebouwen, beslaat het monumentale ensemble zowat een derde van het bouwblok gevormd door Plantin en Moretuslei, Provinciestraat, Wipstraat en Van Immerseelstraat. Met een uitbundige vormgeving laverend tussen beaux-arts en art nouveau, is het geheel representatief voor het oeuvre van de architect uit de periode vanaf omstreeks 1905 tot aan de Eerste Wereldoorlog. In nauwelijks tien jaar tijd realiseerde De Weerdt alleen al op het toenmalige grondgebied van de stad Antwerpen meer dan honderd panden, vaak van eenzelfde standaardtype. Zijn architectuur is herkenbaar aan de voorkeur voor natuursteen als parement, de vloeiende lijnvoering, de plastische volumetrie en het sierlijke smeedijzer in zweepslagstijl. Begonnen als tekenaar in dienst van de Belgische Spoorwegen vóór de eeuwwisseling, liep zijn carrière tijdens de minder productieve jaren 1920 ten einde.

Handel-, kantoor- en appartementsgebouw

Met een gevelbreedte van vijf traveeën omvat het hoofdgebouw vijf bouwlagen onder een pseudo-mansarde met dakkapellen en oeils-de-boeuf. Zoals voorgeschreven heeft de lijstgevel aan de Plantin en Moretuslei een parement uit witte natuursteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en leien als dakbedekking. Waar het monumentale gevelfront zijn compositieschema ontleent aan het Parijse 'immeuble' in beaux-artsstijl, berust het art-nouveaukarakter op de korfboogopeningen en de typische vormgeving van het smeedwerk, de ornamenten en profileringen. De opstand beantwoordt aan een vierledig schema, opgebouwd uit de pui, de bel-etage, de twee bovenverdiepingen, en de topgeleding uitgewerkt als attiekloggia met mansarde. Volkomen symmetrisch van opzet, ligt de klemtoon op de twee zijrisalieten, die een brede middenpartij met drielichten flankeren. Deze worden gemarkeerd door een rondboogportaal, een balkon met balustrade, oplopende erkers en een dakvenster met bewerkte booglijst. Een doorlopend smeedijzeren balkon lijnt de topgeleding af, waarvan de centrale korfboogloggia op maskerkopconsoles steunt. In het geveldecor vermengen wijnranken en maskerkoppen zich met zweepslagornamenten. Van beide portalen bleven de houten vleugeldeuren met smeedwerk bewaard; de winkelpui oorspronkelijk met middenportaal is aangepast, het vensterschrijnwerk vernieuwd.

Volgens de bouwplannen bestaat de begane grond uit een grote winkelruimte, waarbij een kantoor met wachtkamer aansluit, en vervolgens de privéwoning. Deze strekt zich over de drie niveau's van de achterbouw uit, met een biljartzaal in de kelder, een suite van salon en eetkamer en de keuken op de begane grond, en telkens twee slaapkamers met badkamer of 'cabinet de toilette' op de twee bovenverdiepingen. De winkel wordt rechts geflankeerd door de koetspoort naar het achterliggende atelier, en links door de vestibule en de halfronde traphal met lift die de kantoren en appartementen op de eerste tot de vierde verdieping ontsluit. De huurkantoren bestaan telkens uit één groot vertrek – op de vierde verdieping een suite van drie vertrekken - met eigen sanitair, de appartementen uit een slaapkamer met annex badkamer aan de straat, een suite van ‘veranda’ eetkamer met terras en de keuken aan het binnenhof. Op de dakverdieping bevinden zich zeven mansardekamers.

Bedrijfsgebouw met huurkwartieren

Het vier traveeën brede bijgebouw omvat vier bouwlagen onder een zadeldak. De sobere lijstgevel aan de Wipstraat, met jaarstenen “ANNO” “1913”, is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, doorspekt en geaccentueerd met blauwe en gele baksteen onder meer in de ontlastingsbogen en borstweringen. Hardsteen is gebruikt voor de plint, natuursteen voor pilasters, hoekblokken, dorpels, waterlijsten, steigergaten en ornamenten, ijzeren I-balken voor sommige lateien. Opgedeeld in een dubbelhoge pui en een bovenbouw, en volkomen symmetrisch van compositie, wordt de opstand gemarkeerd door het hoger opgetrokken middenrisaliet met pilasters, art-nouveauconsoles en -postamenten. Op de begane grond flankeren de privéportalen en trappenhuizen van de huurkwartieren de hoge, centrale rondboogpoort met oculi in de zwikken. Registers van getoogde en rechthoekige vensters, en een klassiek, gebroken hoofdgestel bepalen de bovenverdiepingen. De blinde friezen boven de poort en in het hoofdgestel waren vermoedelijk bestemd voor de bedrijfsnaam. Van het oorspronkelijk houten schrijnwerk zijn enkel de inkomdeuren, zij- en bovenlichten met ijzeren roeden van de privéportalen bewaard; de koetspoort en bovenvensters werden vernieuwd.

Volgens de bouwplannen neemt het dubbelhoge atelier met vide en mezzaninegalerij de begane grond en tussenverdieping in, uitgerust met een goederenlift, en in de kelder beschikkend over een smidse, werkplaats en magazijnen. De vier huurkwartieren bevinden zich twee aan twee op de eerste en twee verdiepingen, ontsloten door twee zijdelings ingeplante trappenhuizen. Zij omvatten een woonkamer, een keuken met terras en wc, en een slaapkamer met 'cabinet de toilette'. Het dak herbergt vier mansardes en twee zolders.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1913#4792.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 94-96.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Handels-, kantoor- en appartementsgebouw met werkplaats in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300405 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.