Volgens opschrift van bronzen gevelplaat in het rondboogportaal van het kloostergebouw, gesticht in 1929 door "E.P. Idefons Peeters. Steun van zijn medebroeders in oorlogstijd 1914-1918. Stichter en bestuurder van de Belgische standaard. Ziel van alle kultureel leven aan het front".
Deels ommuurd complex van gebouwen naar ontwerp van architect Jules Coomans (Ieper), 1923, met langwerpige noordelijke kloostervleugel via rechte kloostergang verbonden met de kerk ten zuiden; voor- en binnentuinen.
Georiënteerd eclectisch kerkgebouw; architecturale uitwerking aanleunend bij het zogenaamde "school neoromaans" van de toenmalige kerkbouw. De plattegrond ontvouwt: een voorgeplaatst westportaal, een beuk van twee brede travee, en een koor van een brede travee met twee kleine zijkoren alle met rechte sluiting; een deels vrijstaande vierkante noordoostelijke toren. Gele baksteenbouw met parement van arduin. Afdekking door middel van zadeldaken (leien); toren onder tentdak. "Schoolse" interpretatie van de romaanse vormentaal zie geveluitwerking met steunberen, muurvlakken afgelijnd door tandlijsten onder meer klimmend bij de westelijke en oostelijke puntgevels met bijkomend boogfries en/of casementen, rondbogige muuropeningen onder meer het westportaal onder druiplijst, en ronde oculi voor de puntgevels. Soortgelijke architecturale uitwerking voor de toren met op elkaar gestelde hoeksteunberen.
Bepleisterde en grijsbeschilderde zaalkerk gekenmerkt door een neobyzantijnse ruimtewerking onder meer door het gebruik van pseudo-koepels - dit is ingebouwd in het zadeldak - voor de overwelving.
Eclectisch klooster van circa 20 traveeën en twee bouwlagen; poortgebouw en eigenlijk klooster respectievelijk onder zadel- en mansardedak (nokrichting loodrecht op de straat, mechanische pannen, leien) met ritmische opeenvolging van schoorstenen. Gele baksteenbouw. Poortgebouw: pseudo-Brugse travee met rechthoekige beneden- en rondbogige bovenvensters, beide met arduinen tussendorpel; verdiepte rondboogdeur onder druiplijst. Kloostergedeelte gekenmerkt door erkervormig uitgewerkt middenrisaliet met gebruik van houten kozijnconstructies voor de ramen; rechter zijgevel met windkast ter hoogte van de zolder.
- BULCKE A., Jules Coomans, leven en werk, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, 1977, p. 118.