is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sociale woonwijk Jozef Simons
Deze vaststelling is geldig sinds
Sociale woonwijk met 153 eengezinswoningen, 20 bungalows en een clublokaal; tussen 1960 en 1965 gebouwd door de Turnhoutse Maatschappij voor de Huisvesting. De eerste twee fasen werden ontworpen door Eugène Wauters, waarschijnlijk met groenplan van Jacques Wirtz. De derde fase is een ontwerp van Carli Vanhout in samenwerking met tuinarchitect Hendrik Carlier.
De wijk Jozef Simons ligt aan de rand van de historische stadskern van Turnhout, net binnen de Parklaan (vroeger Ringlaan), langs de westkant van de spoorweg. Aan de andere kant van de spoorweg ligt de sociale woonwijk Broekstraat, die de Turnhoutse Maatschappij voor de Huisvesting (TMH) een aantal jaren eerder bouwde. De Jozef Simonswijk maakt deel uit van een reeks naoorlogse tuinwijken (volkswijken) die de Turnhoutse Maatschappij voor de Huisvesting oprichtte na de Tweede Wereldoorlog, met de wijken aan de Begijnendreef, de Broekstraat en de Gierlesteenweg als belangrijkste. De wijk werd genoemd naar de Turnhoutse schrijver en dichter Jozef Simons (Oelegem, 21 mei 1888 – Turnhout, 20 januari 1948). Ze is opgebouwd uit eengezinswoningen, gecombineerd met vrijstaande bungalows voor bejaarden. Met de Jozef Simonswijk realiseerde de Turnhoutse Maatschappij voor de Huisvesting de 1000ste woning sinds haar oprichting. Op 8 juni 1964 brachten Koning Boudewijn en Koningin Fabiola in het kader van de viering van de 150.000ste sociale woning in België een bezoek aan de wijk (getuige de gedenksteen, Klaproosstraat 20).
De wijk Jozef Simons werd in drie fasen opgericht op gronden die toebehoorden aan de Stad Turnhout en de Commissie van Openbare Onderstand. De Nationale Maatschappij voor de Huisvesting (NMH) keurde de plannen voor de eerste bouwfase goed in 1958-1959. Tussen 1960 en 1962 werden 112 eengezinswoningen en twaalf bejaardenbungalows opgetrokken aan de Klaproosstraat, Meibloemstraat, Voldersstraat, Boerenkrijglaan, Korenbloemstraat, Jozef Simonslaan, en de Oud-Strijderslaan (nummers 1-11, 2-10). 66 van de eengezinswoningen werden gebouwd volgens het systeem "belofte van aankoop" (onmiddellijke verkoop), twaalf woningen waren bestemd voor ouden van dagen (bungalows), 15 woningen voor de herhuisvesting van krotbewoners en 23 voor "gewone" verhuring. Op de hoek van de Boerenkrijglaan en de Jozef Simonslaan werd een winkel gebouwd (anno 2014 gesloopt). Aan de andere kant van de spoorweg, op een langgerekt terrein aan de Lakenweversstraat, werd een clublokaal (kaartershuisje) voor bejaarden opgericht; eveneens bedoeld voor de bewoners van de wijk aan de Broekstraat. In 1961 was er sprake om in samenwerking met de Kortrijkse meubelfabrikant LUXUS modelwoningen in te richten als voorbeeld voor toekomstige bewoners.
In 1963 keurde de Nationale Maatschappij de tweede bouwfase van de wijk goed. Van 1963 tot 1965 werden 45 woningen (acht bungalows en 37 eengezinswoningen) opgetrokken aan de Koningslaan en Oud-Strijderslaan (nummers 11-37, 12-36). In 1964 volgde de bouwaanvraag voor 15 garages, die aan het plan werden toegevoegd (Koningslaan). Tot slot werden in een derde fase rond 1966 nog twaalf koopwoningen en 49 garages gerealiseerd (Oud-strijderslaan nummers 26-36, 27-37).
De eerste en tweede fase van de wijk Jozef Simons zijn van de hand van Eugène Wauters, die na de Tweede Wereldoorlog een tiental sociale woonwijken zou ontwerpen in de regio Turnhout. Het oorspronkelijk plan bevat ook een minutieus uitgewerkt groenplan voor de volledige wijk. Literatuur vermeldt voor de groenaanleg bij de bungalows tuinarchitect Jacques Wirtz (niet bevestigd door archiefonderzoek). De latere derde fase van de wijk (12 woningen aan de Oudstrijderslaan) is wellicht een ontwerp van Carli Vanhout, met een groenontwerp van Hendrik Carlier. De wijk Jozef Simons wordt in literatuur beschouwd als het startpunt van de laat-modernistische architectuur van de Turnhoutse School. Met name de esthetiek van de gevels, maar vooral de vormgeving van de bungalows en het clubhuis waren voor die tijd bijzonder vooruitstrevend.
Het aanlegplan van de Jozef Simonswijk is typisch voor de jaren 1950. Kenmerkend voor de sociale woonwijken uit deze periode is de overwegend halfopen bebouwing met korte rijen van drie tot acht aaneengeschakelde rijwoningen parallel aan de straat, met tussen de rijen één of twee bergingen (vandaag vaak verbouwd tot garages). De andere woningen in de rij hebben een berging achteraan in de tuin. De woningen zijn overwegend oost-west georiënteerd met het oog op optimale bezonning. Typische open hoekoplossingen om alle woningen te voorzien van een tuin en voldoende licht. Typisch voor de tuinwijken uit de jaren 1950 zijn de verspringende rooilijnen en doorlopende groenstroken langs de straat (oorspronkelijk beplant met bomen en struiken, anno 2016 vaak geprivatiseerd en verhard). Aan de Meibloemstraat bevindt zich een betonnen waterbekken met fonteinen (anno 2014 niet in gebruik). Op de hoek van de Jozef Simonslaan en de Boerenkrijglaan (nummer 1a) – ter hoogte van het pleintje – bevond zich vroeger een winkel – vandaag vervangen door een storende nieuwbouw. Het oorspronkelijk aanlegplan toont een grote aandacht voor de groenaanleg. Op de hoeken waren als accent bomen voorzien. Ook voor de private tuinen werden groenontwerpen opgemaakt. Voor de smalle stroken langs de spoorweg werd een erg gedetailleerd ontwerp opgemaakt, met een groenscherm.
Het hart van de wijk wordt gevormd door per twee gekoppelde bungalows, vrijstaand en speels ingeplant in een groenzone doorkruist met voetpaden met betontegels en voorzien van waterbekkens en bloembakken. De groenaanleg en padenstructuur van dit gedeelte is anno 2014 vrij goed bewaard.
De wijk is rationeel opgebouwd uit rijen met telkens één woningtype geschakeld in spiegelbeeldschema. In totaal zijn er acht verschillende woningtypes (telkens met een variant voor de kopwoning): zeven types eengezinswoningen en één type bungalow (type G). De types B en D, voor kroostrijke gezinnen, beschikken over vier slaapkamers en op het gelijkvloers een berglokaal voor kinderwagen en fietsen. De overige types gezinswoningen (A, C, E en F) hebben allen drie slaapkamers en verschillen licht in bouwbreedte en diepte. Qua planopbouw is de overgang merkbaar van een traditionele indeling naar het open planprincipe. Nieuw voor die tijd waren ingebouwde kastenwanden, die de scheiding vormden tussen de eethoek en de keuken en soms ook tussen de slaapkamers. In sommige woningen is het interieur (deels) bewaard. Elke woning heeft een kleine kelder en een volwaardige zolder, die met een trap bereikbaar is. De bungalows hebben een zeer eenvoudige planindeling met vooraan een woonkamer en slaapkamer, en achteraan de dienstruimtes (bergplaats, keuken, douche en wc).
De gezinswoningen zijn opgetrokken in traditionele baksteenbouw met twee bouwlagen en twee traveeën onder een zadeldak, oorspronkelijk bedekt met zwarte dakpannen en met een houten beschilderde kroonlijst. Typisch voor de architectuur van Eugène Wauters is de esthetische behandeling van de gevels, met een voor die periode vooruitstrevende moderne vormgeving. Kenmerkend is de vrije gevelcompositie waarbij metselwerk (deels ivoorkleurige gevelsteen) wordt afgewisseld met horizontale of verticale stroken waarin raamvlakken worden gecombineerd met (verticale) beplanking of geëmailleerde gekleurde asbestcementplaten (sandwichpanelen). Bij een aantal woningen worden ook glasdallen toegepast als een speels accent. Wauters ontwierp voor de eengezinswoningen drie types gevels met elk een eigen karakter. Anno 2016 is de gevelarchitectuur van deze woningen echter ingrijpend gewijzigd door vervanging van schrijnwerk (oorspronkelijk fijn gedetailleerd en beschilderd houten schrijnwerk), en aanpassing van raamopeningen.
Vooral de twintig bungalows voor bejaarden getuigen van een voor die tijd zeer vooruitstrevende vormgeving, die anno 2014 goed is bewaard. De parallel opgestelde bungalows zijn per twee in spiegelbeeld gekoppeld en tellen telkens één bouwlaag in (geschilderde) baksteenbouw onder een lessenaarsdak. Vormelijk worden de bungalows getypeerd door de toepassing van decoratieve elementen uit de zogenaamde expostijl, zoals muurtjes in breuksteen (moellon), sandwichpanelen, geprononceerde dakoverstekken en terugwijkende plint in mangaansteen (strekse rollaag). De zijgevels (met inkomdeur) en achtergevels (met hoog geplaatste bandramen) hebben een gesloten karakter. De voorgevels hebben een open karakter met een compositie van ramen en witte sandwichpanelen, oorspronkelijk gevat in wit geschilderd fijn gedetailleerd houten schrijnwerk met boven de ramen witgekleurde geëmailleerde asbestplaat (anno 2014 is de gevelindeling licht gewijzigd en het schrijnwerk vervangen). Opvallend zijn vooral de breukstenen (scheidings)muren met zitbanken in gewapend beton en houten zitvlak, alsook de dakoverstekken met houten beplanking en schoren (bewaard, oorspronkelijk beschilderd in grein). Als geheel vormen de bungalows een ritmisch geheel met de zitplaatsen als duidelijke accenten.
Op de zijgevel van een van de bejaardenbungalows (Klaproosstraat 20) bevindt zich een gedenksteen met inscriptie: “GEDENKSTEEN ONTHULD DOOR ZIJNE/ MAJESTEIT KONING BOUDEWIJN TER/ GELEGENHEID VAN DE OPRICHTING/ VAN DE 150.000e VOLKSWONING DOOR/ TUSSENKOMST VAN DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ/ VOOR DE HUISVESTING./ 8 JUNI 1964”
Clublokaal voor bejaarden (kaartershuisje) in 1960 opgetrokken langs de oostzijde van de spoorweg (Lakenweversstraat zonder nummer) in een modernistische vormgeving. Wauters ontwierp het kaartershuisje als een sober vrijstaand paviljoentje onder een plat dak met overstekende houten kroonlijst en fijn gedetailleerd witgeschilderd houten schrijnwerk. Typisch voor de modernistische vormgeving zijn het uitkragende (zwevende) dak, de grote raampartijen van vloer tot plafond, het op de hoek doorlopende bandraam (tegen de dakplaat geplaatst), de naar buiten toe doorlopende binnenmuren, en de vrije gevelinvulling met contrast tussen open en gesloten gevelvlakken (raampartijen, rode baksteen, invulpanelen in witgeschilderde hout). Terugspringende plint met strekse rollaag in mangaansteen. Het kaartjeshuisje is goed bewaard (inclusief schrijnwerk van ramen, deuren en invulpanelen). Door de jaren heen was het in onbruik geraakt. In 2009 werd het opgeknapt en in gebruik genomen als buurthuis.
De bungalows en het clublokaal van deze wijk werden binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie. De rest van de wijk heeft een ondersteunende erfgoedwaarde.
De wijk aan de Jozef Simonslaanslaan heeft als geheel een hoge stedenbouwkundige en architecturale waarde, als een van de eerste voorbeelden van een naoorlogse wijk met een architecturale vormgeving waarin bijzondere aandacht is besteed aan een moderne gevelarchitectuur. De (oorspronkelijke) groenaanleg draagt in hoge mate bij aan de stedenbouwkundige waarde. De twintig bungalows en het clublokaal aan Lakenstraat hebben een zeer hoge architecturale waarde en zijn exemplarisch voor het naoorlogs oeuvre van Eugène Wauters. De vormgeving ervan refereert naar de eigen woning van Eugène Wauters.
Anno 2014 hebben de eengezinswoningen veel van hun erfgoedwaarde verloren door disparate aanpassingen van het schrijnwerk en raamopeningen, waardoor de kenmerkende gevelcompositie grotendeels verloren ging. De bejaardenbungalows en het clublokaal zijn goed bewaard en nog steeds architecturaal representatief voor het naoorlogs modernisme en in het bijzonder de expostijl. Het bejaardenhof met bungalows is anno 2014 een van de weinige bewaarde bungalowparken in expo 58-stijl in Vlaanderen (binnen de sociale woningbouw) en een representatief voorbeeld van dit type. Als totaalontwerp van architectuur, stedenbouw en groenaanleg heeft dit gedeelte een zeer hoge ensemblewaarde. Anno 2014 zijn de bungalows deels gerenoveerd, maar voldoende bewaard. Concrete elementen die deze erfgoedwaarden bepalen zijn: de vrije inplanting van bungalows als losse elementen in een groen park, de groenaanleg, de uniforme woningtypologie en architecturale vormgeving (volume, de geprononceerde lessenaarsdaken op houten schoren, architecturale vormgeving, materialiteit -in het bijzonder de toepassing van breuksteen-, gevelcompositie en zitbanken). Het clublokaal heeft een zeer hoge architecturale waarde, die onderbouwd wordt door de volledige architecturale vormgeving en materialiteit.
Auteurs: Van Herck, Karina
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Sociale woonwijk Broekstraat
Is deel van
Turnhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociale woonwijk Jozef Simons [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302690 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Turnhout
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.