is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Eligius met kerkhof
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Parochiekerk Sint-Eligius met ommuurd kerkhof
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Eligius
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Eligius: orgel
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Eligius
Deze vaststelling was geldig van tot
Georiënteerde kerk met grotendeels ommuurd omringend kerkhof, aan de straatkant echter afgesloten door een decoratief ijzeren hek op hardstenen dorpel en met twee toegangshekken aan gewitte vierkante bakstenen hekpijlers met siervaas.
Stichting van de parochie teruggaand tot 1281, wanneer de graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampiere een stuk grond schenkt op de plaats zogenaamd Zeveneken, voor de bouw van een kapel of kerk. In 1287 werden de schenkingen voor de oprichting van een nieuwe kerk door de bisschop van Doornik goedgekeurd.
Heden een driebeukige transeptloze hallenkerk van vijf traveeën onder drie parallelle zadeldaken (leien) met ingebouwde westtoren; hoofdkoor van één travee met driezijdige sluiting, geflankeerd door sacristie (ten noorden) en berging (ten zuiden); zijkoren met driezijdige sluiting; aansluitend bij de zuidelijke zijbeuk een doopkapel en berging (voormalig lijkhuis).
Slechts schaarse gegevens bekend over de bouwgeschiedenis van de kerk. De achtkantige toren op vierkante basis in vroeggotische stijl kan in oorsprong opklimmen tot de 14de of de 15de eeuw, van het achthoekige bovendeel wordt doorgaans verondersteld dat het om een 16de-eeuws bouwwerk gaat. Verschillende baksteenformaten in hoogkoor en zijkoren zouden op diverse bouwwerken aan de oostzijde wijzen, waarschijnlijk te situeren tussen de 14de eeuw en de tweede helft van de 16de eeuw. Later gedichte pitsboogvensters in de oostgevel van de koren herinneren aan de gotische bouwfase. In de tweede helft van de 16de eeuw zou de kerk in gebruik genomen zijn voor de protestantse eredienst en daartoe, na de verwoestingen aangericht in 1580, hersteld zijn. Kerkrekeningen van 1615 en 1617 vermelden herstellingswerken aan de kerk. Tot de 17de eeuw vertoonde de plattegrond een eenbeukige kerk met westtoren en een hoogkoor geflankeerd door twee zijkoren met twee zijvensters. Als dusdanig afgebeeld op een kaart van 1619. In 1713 bouw van de zuidelijke sacristie (gedagtekend op het gewelf). In 1715 volgt een uitbreiding van de zijkoren. In 1773 bouw van de zijbeuken naar ontwerp van meester metser Fr. Drieghe. Constructie van een nieuwe sacristie (ten noorden) naar ontwerp van Beeckman in 1844 en een doopkapel met lijkhuisje tegen de zuidgevel in 1862. Beenderhuis en calvarie in 1845 verplaatst achter het hoogkoor. Bouw van een nieuw zijportaal tegen de noordbeuk in 1923.
Gewitte bakstenen kerk op een gepikte plint. Talrijke sporen van oudere bouwelementen en -materialen in het metselwerk. Westelijke bouw vertoont een zeer eenvoudige opstand. Oudste gedeelte, voor de middenbeuk, afgelijnd door hoge versneden steunberen waartussen zich het overluifelde korfboogvormige portaal en een verkleind spitsboogvenster bevinden. Puntgevels van de flankerende zijbeuken met sporen van een gedicht steekboogvenster en een topoculus. Bouwnaden in het metselwerk ter hoogte van de vroegere eenbeukige zaalkerkgevel. De westelijke bouw wordt echter vooral gemarkeerd door de achtkantige "witte Brabantse hardstenen" (sic) toren oprijzend boven middenbeuk en portaal. Vierkante basis verklimmend naar een achtkantige bovenbouw. Zandstenen hoekkettingen omlijsten de gevelvlakken en de spitsboogvormige galmgaten onder aflijnende verbonden waterlijsten. Leien torenspits met torenuurwerk waarvan reeds melding in 1580, aan de noordzijde. Classicistische opstand van de zijbeuken gekenmerkt door travee-indeling door middel van lisenen en steekboogvensters met glas in lood. Aflijnende getrapte daklijst. Doopkapel tegen tweede en derde travee van zuidelijke zijbeuk onder leien schilddak. Koren verlicht door steekboogvensters. Centrale apsis met gedichte spitsboogvensters. Sacristieën onder leien tentdak. Het in 1923 toegevoegde noordportaal vertoont boven de deur een tegeltableau met engelenfiguren, kelk en de tekst "Eerbied aan Gods huis", gesigneerd "Gand Ach. Van Doorne". Kruisbeeld tegen een rondboogvormig spaarveld onder afdak (leien) van de oostmuur van het hoogkoor boven een polychroom gesculpteerd vagevuurtafereel in een rots met slang aan de voeten van het kruis; rotsberg achter een gedecoreerde arduinen afsluiting met drie doodshoofden en twee siervazen op de hoeken.
Bepleisterd en recent herschilderd kerkinterieur in classicistische stijl. Scheibogen met geprofileerde lijsten en sluitstenen rustend op vroeger gemarmerde Toscaanse zuilen. Gewelven gescheiden door gordelbogen rustend op consoles met classicistische motieven. Gekalkte eiken gordelbogen in de koren. Koepelgewelf van de zuidelijke sacristie verdeeld door kruisribben en versierde gordelbogen met rozet en putti als centraal versieringsmotief. Initialen van de bouwheer en bouwjaar in het stucwerk van de zoldering: "J.B.V.H." en "1713".
Schilderijen. Vlaamse school, De Heilige Eligius van Noyon overhandigt de koning twee zadels, tweede helft van de 17de eeuw; Genezing van kreupelen door de Heilige Eligius, 18de eeuw; Bisschopswijding van de Heilige Eligius, 18de eeuw.
Hoofdaltaar: portiekaltaar (hout en steen) van 1766 tabernakel van 1832 door F. Nirnmegeers, altaardoek Jezus aan het kruis van 1653 door P. Beernaert. Noordelijk zijaltaar, portiekaltaar gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van 1874 door L. Verwimp. Zuidelijk zijaltaar, portiekaltaar gewijd aan de Heilige Eligius van 1883 door M. Zens. Koorgestoelte, hout, 18de eeuw. Lambrisering, hout, 17de, 18de eeuw, met 19de-eeuwse aanpassingen. IJzeren communiebank van 1853 door Delanicq. Preekstoel, hout, 17de eeuw met aanpassingen van 1906 door Rooms. Drie 18de-eeuwse biechtstoelen. 18de-eeuws marmeren doopvont met koperen deksel.
Orgel van 1773 door P. van Peteghem (Gent) met orgelkast in Lodewijk XV-stijl door A. Nuyten; wijzigingen van 1822 door P.J. de Volder (Gent); totale renovatie van het instrument in het oude meubel in 1871 door P.J. Vereecken (Gijzegem); circa 1920 wijzigingen door A. D'Hondt (Kessel-Lo) en door J. Loncke (Esen) in 1955.
Bron: LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omheind en ommuurd kerkhof omheen de parochiekerk met een collectie aan kindergraven met houten kruisjes, een veld voor oud-strijders en grotendeels naoorlogse modernistische graftekens.
Grotendeels ommuurd kerkhof, gelegen omheen en voornamelijk ten zuiden van de kerk. Op de Atlas der Buurtwegen (1841) staat de huidige kerk met rechthoekig kerkhof duidelijk weergegeven. In het midden van de 20ste eeuw werd het kerkhof naar het zuiden verder uitgebreid.
Aan de straatkant is het kerkhof afgesloten door een decoratief ijzeren hek op hardstenen dorpel en met twee toegangshekken aan gewitte vierkante bakstenen hekpijlers met een siervaas. De ander zijden van het kerkhof zijn omheind met een bakstenen muur.
Het oorspronkelijke kerkhof is herkenbaar aan de kindergraven met houten kruisjes rechtover de kerkpoort en het ereperk voor oud-strijders ten zuiden en ten oosten van de kerk. De hardstenen stèles zijn bovenaan afgerond en op de voet is een Grieks kruis aangebracht. Op de stèles hangen tekstplaten in marbriet en porseleinfoto’s. Dit deel van het kerkhof is opgenomen in het dorpsgezicht.
De uitbreiding ten zuiden behield verspreid interessante graftekens die de evolutie van de modernistische grafkunst naar vormgeving, materiaalgebruik en decoratie in de tweede helft van de 20ste eeuw aantoont. Voornamelijk tegen de westelijke kerkhofmuur bleven enkele indrukwekkende graftekens in zwarte graniet bewaard (onder andere de graven van de familie Dierinck).
Het terreinonderzoek werd uitgevoerd in 2017.
Is gerelateerd aan
Zeven gekandelaarde eiken
Is deel van
Zeveneken-Dorp
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Eligius met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34231 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.