is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gesticht Arthur Van Den Nest
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Koninklijke Academie voor Schone Kunsten
Deze bescherming is geldig sinds
Dispensarium ter bestrijding van tuberculose, opgericht door het Bureel van Weldadigheid van de stad Antwerpen, dankzij een schenking door de ondernemer en liberaal politicus Arthur Van den Nest. Ontworpen in gematigde art-nouveaustijl door de architecten Ferdinand Dermond en Edmond J. Tyck in 1906, werd het gebouw opgetrokken in 1907-1908, en door Dermond uitgebreid in 1922-1923.
Het Gesticht Arthur Van den Nest, actief in de bestrijding van tuberculose en in de verbetering van de volksgezondheid in het algemeen, werd opgericht dankzij een schenking van 60.000 frank door Arthur Van den Nest, notarieel vastgelegd in 1906. Arthur Van den Nest (Antwerpen, 1843-Antwerpen, 1913), was ondernemer, bestuurder en aandeelhouder van maatschappijen. Hij zetelde voor de Liberale Partij als Antwerps schepen van Schone Kunsten van 1874 tot 1882, van Financiën van 1885 tot 1900, en als senator voor het arrondissement Antwerpen van 1900 tot zijn overlijden in 1913. De kosten voor de bouw van het ‘verpleeghuis voor teringlijders’, op te richten op gronden palend aan het Bureel van Weldadigheid, werden verder gedragen door laatstgenoemde instelling en de Antwerpse afdeling van de in 1898 opgerichte Belgische Nationale Bond tot Bestrijding der Tering. Het definitieve ontwerp door Ferdinand Dermond en Edmond J. Tyck dateert uit februari 1906, maar voorontwerpen kwamen reeds tot stand in 1904 en 1905. De bouw werd op 11 juni 1907 bij openbare aanbesteding toegewezen aan de aannemer Jaak Enzlin. Paul Cauchie voerde de sgraffitopanelen uit, en César Schroevens tekende voor het beeldhouwwerk. Aan de inhuldiging op 16 december 1908 herinnert een witmarmeren gedenkplaat in de grote hal.
Het complex omvatte oorspronkelijk een voorbouw aan de Blindestraat, en een L-vormige achterbouw aan een achterliggend openbaar pleintje. Het programma bestond uit lokalen voor medische raadpleging, een portierswoning, raadzaal, een bacteriologisch en scheikundig laboratorium in de voorbouw, en apart toegankelijke lokalen voor melk- en voedselbedeling, een badhuis en wasserij in de achterbouw. Bij de bouw werd extra aandacht besteed aan licht, lucht en hygiëne, door grote raampartijen, glazen bovenlichten, betegeling en plafonds met afgeronde hoeken. Na afbraak van twee aanpalende woningen, werd het Gesticht Arthur van den Nest in 1922-1923 naar ontwerp van Dermond uitgebreid met het gebouw “Licht en Lucht”, en een extra verdieping op de achterbouw. De nieuwbouw omvatte een portierswoning, een lokaal voor heliotherapie, extra consultatieruimten, lokalen voor radioscopie, radiografie en radiotherapie, en een solarium. Tot 1985 was hier de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding gevestigd. Het complex gevormd door het Bureel van Weldadigheid, het Gesticht Arthur Van den Nest en “Licht en Lucht”, dat al sinds 1995 onderdak bood aan de Opleiding Conservatie/Restauratie van de academie, werd in 2002-2002 grondig gerenoveerd. Architect Raymond De Braekeleer tekende in 1998 het ontwerp van dit project, dat werd uitgevoerd onder leiding van de architect Herwig Hermans.
Het Gesticht Arthur Van den Nest is veruit de belangrijkste realisatie uit het vroege oeuvre van Ferdinand Dermond, die actief was van begin jaren 1900 tot eind jaren 1950. Aan het begin van zijn carrière liet hij zich opmerken met ontwerpen in vernieuwende art nouveau, zoals de woning Laruelle eveneens uit 1906 aan de Arthur Goemaerelei. Omstreeks 1910 evolueerde zijn architectuur naar een behoudend beaux-arts- of neotraditioneel idioom, dat ook zijn oeuvre uit het interbellum kenmerkte. Een representatief voorbeeld van deze koerswending is het appartementsgebouw Van Looy uit 1929 aan de Jan Van Rijswijcklaan. Voor het Bureel van Weldadigheid realiseerde Dermond samen met Edmond J. Tyck in dezelfde periode nog een meergezinswoning met dokterspraktijk in de Steenbergstraat en een complex meergezinswoningen nabij het Stuivenbergplein. Verder is weinig bekend over deze laatste architect, die actief was vanaf de jaren 1880 tot aan de Eerste Wereldoorlog.
Met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een mansardedak (leien). Opgetrokken met een structuur uit gewapend beton, heeft de lijstgevel een parement uit witte Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, puilijst, kordonvormende lekdrempels, hoekblokken en imposten, en witte natuursteen voor de reliëfs en hoekblokken van de bovenverdieping. Horizontaal geleed door de puilijst, de bovenbouw geritmeerd door pilasters, legt de compositie de klemtoon op de twee zijrisalieten van verschillende breedte, het rechter portaalrisaliet bekroond door een gebroken driehoekig fronton. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van brede steekboogopeningen. Een granieten paneel met verguld opschrift Gesticht Arthur van den Nest in de borstwering van de eerste verdieping, wordt geflankeerd door twee uit natuursteen gebeeldhouwde reliëfs. Het brede linker paneel verbeeldt ‘Troost aan hulpbehoevende zieken’, het rechter paneel met drie vrouwelijke torso’s als symbolen van onder meer Geneeskunde en Farmacologie, stelt de ‘Zinnebeelden der weldadigheid’ voor. Een klassiek hoofdgestel met kleurrijke art-nouveau-sgraffitopanelen in zweepslagstijl in de fries, en een houten kroonlijst op modillons, tandlijst en consoles vormt de gevelbeëindiging; dakkapellen met vleugelstukken, driehoekig fronton in de risalieten en gebogen fronton in de tussenliggende traveeën. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard; evenals de ijzeren voetschraper, keldertralies en verluchtingsroosters.
De achtergevels, veertien traveeën breed, oorspronkelijk één sinds 1923 twee bouwlagen hoog onder plat dak, zijn opgetrokken uit sober baksteenmetselwerk met spaarzaam gebruik van blauwe hardsteen en witte natuursteen. Regelmatige opstand met afgeronde hoek, geleed door de puilijst, overhoekse tandfriezen en de houten kroonlijst, de traveeën doorgaans per twee gebundeld door pilasters, opgebouwd uit registers van steekboogopeningen. Bewaard houten schrijnwerk.
Volgens de bouwplannen omvatte de begane grond van de voorbouw de consultatieruimte voor radiologie met wachtzaal en kleedcabines, geflankeerd door de vestibule, traphal en portierswoning. Gegroepeerd rond een centrale hal met bovenlicht en een binnenplaats, bood de achterbouw ruimte aan de lokalen voor voedsel- en melkbedeling, de wasserij en het badhuis. De eerste verdieping van de voorbouw werd ingenomen door de raadzaal en het laboratorium. De in 1922-1923 toegevoegde bovenverdieping van de achterbouw huisvestte twee extra consultatiekamers, een kleine bibliotheek en lokalen voor radiotherapie, radiografie en radioscopie, met een solarium op het dakterras. Het interieur van de inkom- en traphal, met marmeren trap, kleurrijke mozaïekvloer en gedenkplaat, en smeedijzeren trapleuning is bewaard.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Blindestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gesticht Arthur Van Den Nest [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4852 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.