erfgoedobject

Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart en kerkhof

bouwkundig element
ID
59063
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59063

Juridische gevolgen

Beschrijving

Imposante laatgotische kerk met dominante neogotische toren, ingeplant te midden van het grotendeels ommuurd rechthoekig kerkhof in de noordoosthoek van het dorpsplein. In het westen, aan het Stee, wordt het kerkhof afgesloten door een ijzeren hekken op lage bakstenen voet tussen gemetste pijlers. Twee hardstenen pijlers met dekplaat en vaasmotief in de as van het portaal en enkele nieuwe stoeppaaltjes lijnen het voorplein van de kerk af.

Historiek

De eerste vermelding van een kerk in het oude Watervliet, dat eind 14de eeuw volledig overstroomde en verdween, werd teruggevonden in een charter van 1226. De kerk was afhankelijk van het bisdom Doornik. Het patronaat behoorde toe aan Boudewijn Van Praet, die het in datzelfde jaar schonk aan de Gentse Sint-Pietersabdij. De huidige kerk werd gebouwd in 1501 na de indijking van de Sint-Christoffelpolder op initiatief van Hiëronymus Lauwerijn, stichter en heer van het nieuwe Watervliet. In 1503 verkreeg hij de tiende van de kerk waarvan hij 1/3 mocht gebruiken voor de versiering en onderhoud van de kerk, 1/3 voor het betalen van de pastoor en 1/3 voor het onderhoud van de armen. Na een proces van de Sint-Pietersabdij en het kapittel van Doornik, de vroegere tiendheffers, tegen de heren van Watervliet, werd in 1512 pas de helft van de tiende opnieuw aan de vroegere tiendheffers toegestaan.

Eerste wijding van de kerk op 11 april 1503 en erkenning van de oprichting van de parochie door de bisschop van Doornik. Overeenkomstig zijn testament werd Hiëronymus Lauwerijn in 1509 in het koor begraven. Zijn beschilderde grafkelder werd in 1893 teruggevonden; de schilderingen aan de binnenwanden werden opgetekend door F. Coppejans. De fragmenten van de grafsteen van het oorspronkelijke praalgraf, vernietigd tijdens de Franse periode, werden bij elkaar gebracht en aangevuld en in de kooromgang geplaatst.

Volgens archiefdocumenten van 1559-61 hadden herstellingen plaats aan het "klokhuis". In de loop van de 17de eeuw werd belangrijk mobilair aangekocht zoals het koorgestoelte (1643), het doksaal, portaal en orgel(1643-49) en het hoogaltaar (1652-55) en hadden grote werkzaamheden plaats zoals het overwelven van de middenbeuk en waarschijnlijk de hele kerk in 1666. De vensteromlijstingen van de middenbeuk en het koor dateren vermoedelijk uit dezelfde periode. Begin 18de eeuw werd het mobilair aangevuld met twee nieuwe zijaltaren, de imposante preekstoel van 1726 en een nieuwe communiebank. In 1757 vernielde een brand het dak en het vroegere kruisingstorentje. In 1758 had de aanbesteding voor de herstellingen plaats. Vermoedelijk in de 18de eeuw ook werden de kapitelen ontdaan van het laatgotische loofwerk. In 1828 werd een nieuw houten torentje op vierkante basis onder klokvormige dakje op de nok van het schip geplaatst. Dit torentje verdween bij de eind 19de–eeuwse restauratie. De kerkvloer werd in 1857 vernieuwd (confer gedenksteen onder preekstoel) en een deel oude grafzerken in de buitenmuren ingewerkt.

De grondige restauratiecampagne had plaats in 1891-93 onder leiding van architect August Van Assche, uitgevoerd door aannemer V. Reychler (zie gedenkplaat in torenportaal) waarbij een nieuwe westtoren gebouwd werd op de zuidwesthoek, een deel van het baksteenparement vernieuwd werd en de venstertraceringen terug aangebracht. Zware oorlogsschade in 1944 waarbij onder meer de torenspits en de doopkapel volledig vernield werden, en de daken, vensters en enkele gewelven zwaar beschadigd werden. Restauratie in 1954 onder leiding van architect H. Vaerwyck-Suys, uitgevoerd door ondernemer C. d'Hont (confer gedenkplaat in torenportaal). Herstelling van de glasramen in de kooromgang in 1954 door G. Delodder, in de Heilige Sacramentskapel door Los (Dendermonde) in 1955, nieuwe grisailles door M. Martens in 1970 en herstellen van het meubilair door A. D’Havé (Eeklo) in 1970. Nieuwe grove herstellingen in de periode 1979-85 onder leiding van architect L. Cromheecke (Maldegem).

Beschrijving

De plattegrond ontvouwt een driebeukige basilicale kruiskerk met schip van vier traveeën met ruime middenbeuk en smallere zijbeuken, met in de noordelijke zijbeuk half ingewerkte achtzijdige traptoren en aan de zuidhoek palende vierkante toren met erachter de doopkapel, transeptarmen van één travee met rechte sluiting en koor van twee traveeën met vijfzijdige apsis, kooromgang en vijfzijdige askapel. Oude sacristie en recentere annex in het zuiden en een berging in het noorden in de oksels met het koor.

Opgetrokken uit baksteen, oorspronkelijk van zeer klein formaat, en zandsteen voor de bovengeleding van het schip met traptorentje en het koor, voor de plint, hoekkettingen, vensteromlijstingen en traceringen en waterlijsten. Schip en koor afgedekt met één groot leien zadeldak, zijbeuken en kooromgang onder leien lessenaarsdaken en transepten onder leien zadeldaken.

Westgevel met hoge puntgevel met tudorboogvormig portaal en groot spitsboogvenster met vernieuwde gotische tracering en vierpasvenstertje in ronde nis in de topgevel. Links, deels voor de zijbeuk uitspringend traptorentje op achtzijdige plattegrond met vier geledingen, schaars verlicht door schietgaten, en boven de middenbeuk uitstekende geleding en leien tentdak; rechts smalle zijbeuk met in 1891 toegevoegd spitsboogvenster. Rechts aansluitende imposante neogotische westtoren op vierkante plattegrond, met vier naar boven toe verjongende geledingen, doorbroken door spitsboogvensters en gestut door dubbele, versneden steunberen en klokkenkamer met gekoppelde. Galmgaten onder de hoge ingesnoerde, nu achtzijdige naaldspits.

Zijbeuken en kooromgang geleed door versneden steunberen waartussen spitsboogvensters met laatgotische tracering en gelijkaardige bovenlichten. Talrijke grafstenen, afkomstig uit de kerk in de muren ingewerkt. Transeptarmen met rechte sluiting, afgewerkt met puntgevels en doorbroken door een hoog spitsboogvenster met drieledige tracering, aan de zuidzijde met aanleunende sacristie met twee bouwlagen, met vierkante venstertjes onder omlopende waterlijst.

Interieur

Laatst herschilderd in 1994 in beige tinten, voorheen onder meer met veelkleurige medaillons met apostelfiguren en banderollen met teksten, van 1910 uitgevoerd door J. Janssens. Spitsboogvormige scheibogen op bepleisterde zuilen, heden met Toscaans kapiteel, twee restanten van originele koolbladkapitelen bleven bewaard achter het hoogaltaar en het doksaal, op hoge achtzijdige, thans met marmerplaten bezette sokkels. Overwelving met kruisribgewelven gedragen door gegroefde consoles met bladmotief. Vensters van zijbeuken en de kooromgang gevat in spitsboognissen, afgewerkt met een rollijst. Bovenlichten van het koor en schip gevat in geprofileerde omlijsting met oren en bekronende gebogen druiplijst. Nieuwe wit- en zwartmarmeren vloer, gedateerd 1954 onder de preekstoel, naast de bewaarde "eerste steen" van de vloer, geplaatst door pastoor P.J. Ameye op 6 mei 1857.

Sacristiedeur in wit- en zwartmarmeren omlijsting met compostietkapitelen en hoofdgestel met sluitsteen en engelenhoofdje. Sacristie met gepleisterd kruisgewelf en bewaarde gotische haard.

Mobilair

Schilderijen: "De Nood Gods", triptiek op hout, door de meester van Watervliet, circa 1515, vermoedelijk geschonken door H. Lauwerijn voor het hoofdaltaar, gerestaureerd in 1627 door David Noveliers, door Pieter de Wynter in 1665-66, door Louis Lampe in 1898, door het KIK in 1954-56 en in 1966-67; triptiek van Onze-Lieve-Vrouw, zijpanelen door Simon Pieters, voor 1548-49, middenpaneel door P. Aelman van 1938; "Sint-Sebastiaan", triptiek door Joos De Laval (Brugge), 1553; "Maria Tenhemelopneming" doek door Gaspard De Craeyer, 1652-55, op het hoogaltaar; "Graflegging" naar Caravaggio, 17de eeuw; twee Landschappen met bijbelse taferelen, door J. de Momper (1564-1635), twee toegeschreven aan Jacques d’Arthois, 17de eeuw; "Verheerlijking van de Heilige Eucharistie", doek door J. De Mangeler, 1697; de "Opdracht van Maria in de Tempel", door J. de Moriau, 1712; de "Marteling van S. Sebastiaan", door H. Dugardyn (?), doek, 18de eeuw; "Madonna met Jezus en Johannes in bloemenkrans", van D. Seghers, doek, eerste helft 17de eeuw; "Jezus aan het kruis, met Maria Magdalena", doek, 17de eeuw; "Marteldood van de H. Sebastiaan", doek, 17de eeuw; "O.-L.-Vrouw van Smarten", doek, 17de eeuw; "Mystiek huwelijk van de H. Catharina", doek, 17de eeuw. Beeldhouwwerk: Beeldengroep "Opvoeding van Maria", gepolychromeerd hout, 17de eeuw (?); in doopkapel; Heilige Carolus Borromeus en Heilige Johannes Nepomucenus, witgeschilderd hout, eerste helft 18de eeuw, op hoge zwart- en witgeschilderde sokkel met rocaillecartouches, links en rechts in het koor; beelden van Heilige Jozef, Heilig Hart en Heilige Antonius met Kind, op sokkel. Gepolychromeerde beeldengroep van Heilige Familie, Aangekleed processiebeeld van Onze-Lieve-Vrouw onder baldakijn.

Zeer rijk, voornamelijk 17de- en 18de–eeuws meubilair: Hoofdaltaar door Lucas Faydherbe, 1652-55, portiekaltaar van wit en zwart marmer met getorseerde zuilen met Korinthisch kapiteel, attiekbekroning met cartouche, flankerende engelenbeelden en een zittend beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind Jezus op het topstuk. Altaar van Onze-Lieve-Vrouw, in noordelijk transept, laatbarok portiekaltaar uit begin 18de eeuw, (met schilderij van 1712) van geschilderd en verguld hout met Korinthische zuilen en Kroning van Maria in hoogreliëf in de bekroning, gerestaureerd in 1970 door A. D'Havè. Altaar van Sint-Sebastiaan, in zuidelijk transept, gelijkaardig portiekaltaar van 1731 door H. en A. Pulinx, met in de bekroning de voorstelling van Sint-Sebastiaan, gerestaureerd in 1970 door A. D'Havè. Altaar in de askapel, door atelier Rooms (Gent), grijze steen en marmer, van 1893. Koorbanken door Jacques Sauvage, gedateerd 1643, eikenhouten gesculpteerde banken tussen koor en kooromgang, in late renaissancestijl. Communiebank, van 1723-27, door H. Pulinx, gesculpteerd eikenhout. Preekstoel, op de voet achteraan gesigneerd en gedateerd "H. Pulinx fecit 1726", rijkelijk gesculpteerd eikenhout met op het voetstuk beeld van Heilige Hiëronymus, patroonheilige van de stichter, kuip met scènes van het Laatste Oordeel, dubbele trap met rijkelijke opengewerkte leuningen met loofwerk en engeltjes en klankbord met baldakijn, zwevende engeltjes, erboven een kruis met engeltjes op wolkenbank, omringend neogotische hekwerk. Portaal door J. Sauvage, gedateerd 1649, in late renaissancestijl, eikenhout, rijkelijk gesculpteerd. Doksaal van 1645-46 door J. Sauvage en orgel, van 1643, van de Brugse orgelbouwer Boudewijn Ledon, gerestaureerd door de gebroeders Van Peteghem in 1764, door E. Lovaert in 1869 en de firma Loncke in 1968, in rijkelijk laat renaissancestijl, orgelfront versierd met cartouches, cherubs, loofwerk, hermen, maskers en saters, midden in de borstwering met rugpositief of herhaling van de compositie van orgel in het klein. Glasramen in kooromgang door J. Dobbelaere, van Brugge, eind 19de eeuw, hersteld door G. Delodder (Brugge) in 1954, één met opschrift: "D.D. Verbaere, pastor", één met opschrift "J.M. fundatorum ecclesiae P. Pannekoek pastor" met voorstelling van de kerk voor de restauratie van 1893. Glasramen transept met opschriften: "Pieter De Dobbelaere" en "familie De Dobbelaere" Vijf glasramen in bovenlichten van de koorsluiting. Vijf figuratieve glasramen in de Heilige Sacramentskapel, gesigneerd "Los, Dendermonde" van 1955. Grafstenen: in de kooromgang, praalgrafsteen met voorstelling van H. Lauwerijn en zijn echtgenote, van 1509, grotendeels gereconstrueerd; grafsteen van Margaretha Stommelinckx, weldoenster van het Willemietenklooster, van 1351, afkomstig van de kloosterkerk. In de vloer van het koor, witmarmeren grafsteen van Adriaan Witooghe (1510) en steen met opschrift "Hic Lauwerin" die de locatie van de grafkelder aangeeft. Heilig Graf in rondboognis achter hoogaltaar. Aan de buitenmuren: in de westgevel, links van de ingang, van Marie Theresia Van Hecke, echtgenote van J.-B. Antheunis (1710); monumentale grafsteen van Angeline de Massiet, vrouwe van Watervliet, 1778, blauwe hardsteen met wapenschilden van de familie Veranneman-de Massiet en haar voorgeslacht.

Ommuurd en voorheen ook omgracht kerkhof met ten noorden, naast een toegangshek, in de ommuring opgenomen voormalig dodenhuisje, nu berging, uit eind 19de eeuw (?). Bakstenen constructie van twee traveeën onder leien zadeldak tussen aandaken en aansluitend schilddak boven de toegangstravee met korfboogdeurtje en afgeschuinde hoekpilasters. Getoogde spaarvelden in de omheiningmuur en in linkerzijgevel, doorbroken met getoogde vensters.

Ten zuiden naast de toren, mooie Treureik (Quercus robur Pendula) met een stamomtrek van 195 cm op 1.50 m hoogte. Verderop, gedenkplaat met namen van de oorlogsslachtoffers 1940-1945 en een reeks identieke betonnen kruisjes die de graven aangeven.

  • Rijksarchief Gent, Watervliet-kerk, nummer 158-244, kerkrekeningen.
  • Rijksuniversiteit Gent, Kaarten en plannen, Watervliet, O.-L.-Vrouwkerk.
  • DE PAEPE J., Heerlijk Watervliet, Watervliet, 1987, p. 118-150.
  • DE PAEPE J., Watervliet, koningswens en ridderdroom, 500-2000, Eeklo, 1999, p. 152-190.
  • DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Eeklo, derde deel, Gent, 1870-1872, p. 38-58.
  • DHANENS E. 1956: Kanton Kaprijke. Bassevelde, Kaprijke, Lembeke, Oost-Eeklo, Sint-Jan-in-Eremo, Sinte-Margriete, Waterland-Oudeman, Watervliet, Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen 2, Gent, 109-160.
  • VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Eeklo, Brussel, 1977, p. 73-82.

Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

In het metselwerk van de noordelijke transeptarm, links van het raam, bevindt zich een metselaarsteken (symbool: calvariekruis - de voet verwijst naar Golgotha). Het is uitzonderlijk dat het metselwerkverband niet wordt gevolgd.

  • Informatie meegedeeld door IOED Meetjesland (27 december 2021).
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Ommuurd kerkhof omheen de kerk.

Het huidige kerkhof van Watervliet is ongetwijfeld samen ontstaan met de kerk bij het begin van de 16de eeuw. Omdat de omliggende gronden waterziek waren en regelmatig onder water liepen mocht het kerkhof, ook na het decreet van 1784 dat alle kerkhoven in stadscontexten verbood, verder gebruikt worden.

Volgens de Ferrariskaart uit 1770-1778 werd het vierhoekige kerkhof ten noorden begrensd door een beek of gracht en ten oosten door een wal die deel uitmaakte van de omwalling van het kasteel van Watervliet. De beek was reeds op de Atlas der Buurtwegen verdwenen (1841) terwijl de wal midden 20ste eeuw moet gedempt zijn en vervangen door een muur. Ten zuiden en westen was toen het kerkhof omheind met een muur en via een toegang bereikbaar vanaf het Stee.

Grotendeels ommuurd rechthoekig kerkhof in de noordoosthoek van het dorpsplein. In het westen, aan het Stee, wordt het kerkhof afgesloten door een ijzeren hekken tussen gemetste pijlers en met twee hardstenen hekpijlers, in de as van het portaal markeren vermoedelijk de historische toegang tot het kerkhof. Het kerkhof is verder omheind met een bakstenen muur, geritmeerd met pilasters uitlopend op hardstenen afzaten en afgewerkt met dekplaten. Ten noorden van de kerk, langs het voetpad tussen Stee en Veldstraat is de manshoge bakstenen kerkhofmuur rijker afgewerkt. Ze wordt geritmeerd door pijlers. Langs de straat is de omheining voorzien van verdiepte segmentboogvormige spaarvelden. Het geheel is afgedekt met hardstenen dekplaten. Het voormalige dodenhuisje, vermoedelijk uit de late 19de eeuw is in de muur opgenomen. Het is een oost-west gerichte bakstenen constructie van twee traveeën onder leien zadeldak tussen aandaken en ten oosten afgewerkt met een schilddak boven de toegangstravee. De puntgevel aan de straatzijde heeft twee spitsboogvormige spaarnissen, een geaccentueerd verluchtingskanaal en hardstenen consoles. De toegangstravee heeft afgeschuinde hoektraveeën en een korfboogdeur. Bovenop de oostelijke, met hardsteen afgedekte puntgevel staat een smeedijzeren kruis. De zuidelijke zijgevel wordt geritmeerd met twee segmentboogvormige vensters in gelijkaardige spaarvelden.

Verspreid over het kerkhof bleven historische graftekens bewaard. Ze concentreren zich voornamelijk langs de kerhofmuur en dateren op enkele oudere exemplaren na vooral uit het interbellum en later. Een brief van Valentin Vaerwijck uit 1944, bewaard in het beschermingsdossier van de site, meldt dat de kerk zeer zwaar beschadigd was als gevolg van oorlogsbeschietingen. Er is spraken van een ruïneuze toestand. Bijgevolg kan verondersteld worden dat ook het kerkhof veel oorlogsschade opliep. Een foto uit het archief van Onroerend Erfgoed daterende uit 1973 suggereert een begraasde site met een beperkt aantal graftekens van eenvoudige typologie. In 2012 werd een grote sanering doorgevoerd.

In de kerkmuur bleven de oudste grafstenen bewaard, onder andere één met de afbeelding van een zeilboot, mogelijk afkomstig uit de kerk. In de oksel van het koor en het transept staat het grafteken voor Angeline de Massiet (+1788). Het zwaar afgesleten hardstenen grafteken verwijst in zijn vormgeving naar de wandepitafen die voor 1784 in de kerk werden geplaatst. Het grafteken rust op een verhoogde plint waarin het grafschrift werd gebeiteld. Een lijst maakt het onderscheid met de bovenbouw die bestaat uit het wapenschild van de overledene, overgaand in een obelisk en uitlopend op een kruis. Links en rechts zijn de kwartierstaten opgehangen. Een lijst met gebogen fronton werkt het geheel bovenaan af.

De meeste graftekens dateren uit de 20ste eeuw. Ze zijn geconcentreerd langs de muur en het omlopende pad. De graftekens voor E.H. Theophilius Sergeant (+ 1905) en Rosalia Dhaenens (+  1913) behoren tot de oudste 20ste-eeuwse graftekens op het kerkhof. Vele graftekens worden gekenmerkt door hardstenen verhoogde zerken, al dan niet aangevuld met (kruisvormige) stèles. Naast deze zerken zijn er tevens kruisvormige stèles met een graftuin. Er bleef ook een stèle in de vorm van een afgeknotte boomstam bewaard.

Opvallend is de grote concentratie van betonnen kruisen en meerkleurige grafstenen uit kunststeen, vaak aangevuld met decoratie in marbriet. Ze dateren voornamelijk uit de jaren 1950 (bijvoorbeeld Zoë Boelens + 1958). Tot deze groep behoort een uniek doch anoniem grafteken in de vorm van een miniatuurkerk, duidelijk geïnspireerd op de kerk van Watervliet. Op het koor prijkt een bijzonder groot betonnen kruis. De muuropeningen zijn nog deels ingevuld met glas.

Uit de jaren 1970 bleef ook een concentratie aan hardstenen kruisvormige stèles met tekstplaten in marbriet bewaard. De witmarmeren graftekens (bijvoorbeeld Firmin Bohy +1966) uit de periode 1960-1975 getuigen van de zoektocht naar nieuwe materialen in die periode. Sporadisch bleef een mozaïekzerk bewaard (bijvoorbeeld Cyriel Staelens +1979).  Dat resulteerde vanaf de late jaren 1970 in een overgewicht aan granieten graftekens (bijvoorbeeld Roger Last +1979).

Opmerkelijk is het perceel voor de oud-strijders met een gedenkplaat en uniforme betonnen kruisen.

De graftekens vertonen een grote rijkdom aan stijlen van eclecticisme tot neogotiek, sobere art deco en modernisme. De graftekens zijn beperkt aangevuld met porseleinfoto’s en applicaties in marmer, porselein en metaal.

Het terreinonderzoek werd uitgevoerd in 2017.

  • Onroerend erfgoed Oost-Vlaanderen, beschermingsdossier OO001805, Dorpskom Watervliet (1986).
  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1928-1950 (editie 1939), schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1949-1970 (editie 1961), schaal 1:25.000.
Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Is deel van
    Dorpskom Watervliet

  • Is deel van
    Stee

  • Omvat
    Treureik kerkhof Watervliet


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart en kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/59063 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.