Gedenkteken langs de IJzerdijk, in een bocht van de weg ter hoogte van huisnummer 56, op ongeveer 200 meter ten noorden van de Hoge Brug, op 350 meter ten noorden van de IJzertoren. Aan de overzijde van de weg stroomt de IJzer.
Historische beschrijving
Reeds op 30 maart 1924 kondigde het blad De Poperingenaar de oprichting van dit gedenkteken aan, dat bekend zou worden als de ‘Calvarieberg’. Het gedenkteken kwam er op initiatief van de Brugse bisschop, Mgr. G.J. Waffelaert.
Het werd gerealiseerd op basis van een ontwerp van Carlos Beyaert uit Izegem. Deze architect en beëdigd landmeter realiseerde tijdens het interbellum vele modernistische gebouwen in Izegem. Zijn voornaamste bouwopdrachten krijgt hij vanaf 1926. Gedurende het ganse interbellum is hij actief. Met zijn ontwerpen bewijst hij duidelijk op de hoogte te zijn van de vormentaal van vooraanstaande architecten. In dit opzicht kunnen Jules Lippens, Henry van de Velde, Antoine Pompe, Willem Marinus Dudok en Frank Lloyd Wright vermeld worden.
Het gedenkteken werd op 23 september 1928 ingewijd door de bisschop, in aanwezigheid van prins Leopold en prinses Astrid. Merkwaardig is dat, om een onbekende reden, de gemeenteraad van Diksmuide beslist had om naar aanleiding van deze plechtigheid op het stadhuis geen officiële ontvangst van de prinsen en de personaliteiten te organiseren.
De ‘Calvarieberg’ was officieel bedoeld als religieus gedenkteken voor alle aan de IJzer gesneuvelde geallieerde soldaten, maar ongetwijfeld ook als een concurrent voor de in opbouw zijnde IJzertoren, het Vlaamsgezinde oorlogsgedenkteken bij uitstek, nauwelijks 350 meter verder zuidwaarts gelegen. De enkele naoorlogse bedevaarten naar de ‘Calvarieberg’ werden spoedig stopgezet.
Vroeger stond rechts naast de ingang nog in vervaagde letters "Aan onze gesneuvelden - A nos morts - ... our fallen [soldiers]". Deze tekst werd overschilderd, toen het gebouw in 1985 opnieuw werd geschilderd.
Beschrijving
Wit rechthoekig gebouw met twee verdiepingen, met sterke geometrische vormgeving die refereert naar de art deco. De voorgevel is in trapvorm opgebouwd, met een licht vooruitstekend deel waarvan de muurvlakken geprofileerd zijn en met in het midden een tweeledige ijzeren toegangsdeur met smeedijzeren kruismotief. Achter het gedenkteken staan verschillende bomen waaronder populieren.
Op het dakterras, waarvan de voorgevel trapsgewijs opgebouwd is en dat bereikbaar is via twee zijtrappen aan de buitenzijde, bevindt zich een kruis op een hoge eveneens trapsgewijs versmallende sokkel. Het draagt een bronzen Christus aan het kruis. In de kapel bevindt zich een altaar en een witmarmeren gedenkplaat voor Paul Dewinter, omgekomen te Diksmuide op 11 november 1914.
Boven de toegangsdeur in vlakreliëf, in drukletter, "O Crux Ave Spes Unica", "1914-1918". Bronzen gedenkplaat met "Cette chapelle fut renovée par Baugniet Marcel de Marcinelle".
Hoogte 1321 cm x Breedte 1005 cm x Diepte 425 cm
Uitvoering: Carl Beyaert architecte, Iseghem (gesigneerd)
DECOUTERE A. 1988: Kaaskerke met zijn oorlogsmonumenten en kapellen, Den Dyzere, VII.4, 4-28.
DEMOEN H. 1984: Het Diksmuidse van toen, Brugge.
JACOBS M. 1996: Zij, die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 2, Brugge.
VERBEKE P. 1997-1998: Architectuur in Izegem tijdens het interbellum. Een overzicht van de belangrijkste stijlstromingen en de realisaties van de voornaamste architecten, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002427, Oorlogsgedenktekens te Diksmuide (DECOODT H., 2008) Auteurs: Decoodt, Hannelore Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)