Samenstel van enkele gebouwen aan Sleutelbrug, parallel aan de Speelmansrei, en achterliggende maçonnieke tempel van "La Flandre". Geheel in 1900 aangekocht voor de loge. Het eerste ontwerp van 1901 voorziet een feestzaal met neoclassicistische aankleding, vermoedelijk nooit uitgevoerd. In 1911, aanvraag tot verbouwen van een bestaande zaal naar ontwerp van architect E. Callebout (Brugge), ingehuldigd in 1912. Consoliderende restauratie in 1984-1987 naar ontwerp van architect F. Sohier (Brugge) voornamelijk aan gebouwen kant Beenhouwersstraat en Speelmansrei, en herschilderen van de Tempel. In 2000-2002, consoliderende restauratie met betrekking tot achtergevel van vleugel aan Beenhouwersstraat. Aan de Beenhouwersstraat, breedhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak, vermoedelijk uit de 16de eeuw.
Verankerde en beschilderde lijstgevel van baksteen, afgeboord door houten kroonlijst op klossen. Overkragende bovenbouw op fries van afwisselend korf- en tudorbogen. Aangepaste rechthoekige vensters, op de begane grond beluikt en in geriemde omlijstingen; op bovenverdieping blind in de tweede en vijfde travee. Twee dakkapellen; rechthoekige opening in korfboognis met afgeschuinde dagkanten opgenomen in een tuitgeveltje met vlechtingen en schouderstukken. Houtwerk uit de 19de eeuw. Deels afgeschuinde hoek. Deels vrijstaande rechter zijgevel: verankerde bakstenen trapgevel (8 treden + topstuk) met sporen van verbouwingen. Rechthoekig benedenvenster onder ontlastingsboog. Bovenvensters met gedeeltelijk afgeschuinde zijkanten en strek; oorspronkelijk elk gevat in rondboognis zie sporen van rollagen. Rechts, twee aanpalende bijgebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), met voorgevels gericht naar de Speelmansrei. Naar verluidt oorspronkelijk door brandstraatje gescheiden van het pand aan de Beenhouwersstraat; laatst genoemde mogelijk in het eerste kwart van de 19de eeuw verbouwd als verbindingsportaal met rechthoekige deur van 1923 naar ontwerp van architect E. Callebout (Brugge); geprofileerde omlijsting met imitatienegblokken en sluitsteen waarop verguld metselaarssymbool. Eerste bijgebouw: oorspronkelijk diephuisje van twee traveeën en één bouwlaag met verankerde, bakstenen trapgevel (5 treden + topstuk) uit de 17de eeuw, in de loop van de 18de eeuw verlengd met breedhuis van vijf traveeën. In de trapgevel, twee aangepaste rechthoekige vensters onder behouden geblokte ontlastingsboog met maskerkop in de sluitsteen; deels afgeschuinde dagkanten van natuur- steen, rondbogig zolderluik in geblokte omlijsting. Op kelderniveau, segmentboogluik voor rechtstreekse verbinding met de rei. Aanleunend, onderkelderd breedhuis van vijf traveeën, toegevoegd in de loop van de 18de eeuw. Drie eerste traveeën van de lijstgevel bekroond door laatbarokke dakkapel met driehoekig fronton onder bolbekroning, segmentboogvenster in horizontaal gelede omlijsting en cartouche op borstwering; licht getoogde vensters in natuurstenen omlijstingen met afgeschuinde dagkanten en imitatienegblokken; rechts, twee soortgelijke, lager gelegen vensters. Tweede aanbouw van twee/vier traveeën en twee bouwlagen.
Interieur : parallel aan de Speelmansrei: vestibule met bewaarde balklagen met sleutelstukken; salon bureau in breedhuis met wandbespanning (olie op doek) beschilderd met boerentaferelen uit het vierde kwart van de 18de eeuw of het eerste kwart van de 19de eeuw in de trant van P. De Cock.
Tuin oorspronkelijk ingenomen door blauwververij, een bakstenen gebouw van één bouwlaag, in 1911 omgebouwd tot tempel van de loge. Baksteenconstructie van twee bouwlagen waarvan onderste eerst voorzien van hooggeplaatste, segmentboogvensters, in 1911 verbouwd tot verluchtingsopeningen; twee zadeldaken (Vlaamse pannen).
Interieur. De plattegrond omvat een voorportaal, leidend naar de refter (begane grond) en vanwaar de trap leidt naar de Tempel op de bovenverdieping. Lang smal voor- portaal tussen schijnwanden, aan weerszijden geflankeerd door bordestrap die op bovenverdieping samen centrale trap vormen; trap op bovenverdieping opengewerkt tussen vier geschilderde papyruszuilen. Refter, eenvoudig afgewerkt in neo-Egyptiserende stijl: muren versierd met reliëfvariaties naar bekende Egyptische muurschilderingen, vervaardigd door Brugse schilder R. Lierman. Tempel geconcipieerd vlg. traditioneel model van tempel van Salomon: telkens vijf als papyrusbundels uitgewerkte zuilen met gesloten kapiteel en blokvormige abacus, onderling verbonden met lage tussenmuur bovenaan afgesloten door hollijst; gestileerde papyrusen lotusstengels als wandversiering. In oostelijke- en westelijke muur, rechthoekige nis respectievelijk voor de ingang met imitatiebronzen poort tussen zuilen onder vruchtenkorf en voor de troon van de Achtbare Meester. Bewaard mobilair onder meer katheder en stoelen van logebroeders.
- Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier DW000461 en DW002045.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 152/1901, nummers 285 en 366/1911, nummer 649/1923.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 16-17.
- DEZUTTER W., TRIPS E., Van blauwververij tot logegebouw, in Brugs Ommeland, XXV, 1994, nummer 2, p. 67-86.