is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein Erkegem
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Erkegem
Deze vaststelling was geldig van tot
Kasteel "Erkegem", eertijds zogenaamd kasteel "De Herten" (nummer 2), gelegen in een uitgestrekt park met vijver, en bijhorend koetsgebouw, paardenstallen en jachtopzienershuis (nummer 4).
Kasteel in neo-Vlaamserenaissance-stijl, gebouwd in 1907 naar de ontwerpplannen van architect Stephan Mortier. Kasteeldomein ten noorden begrensd door de autosnelweg Brussel-Oostende (E40), ten oosten afgebakend door de Hertsbergsestraat, ten zuiden door het Nieuwenhovebos en aan de westzijde door de huidige Hertendreef. De (historische) hoofdtoegang bevindt zich aan de Legendaledreef, doch die wordt vermoedelijk vandaag niet meer gebruikt cf. verwaarloosde toestand. De Legendaledreef verbindt het kasteel rechtstreeks met de Kortrijksestraat. Een tweede oprit bevindt zich langs de Hertsbergsestraat ter hoogte van de op- en afrit naar de vermelde snelweg. Het kasteeldomein is gelegen in de ankerplaats "Kastelen Gruuthuyse-Cellen-Erkegem en Kampveld" cf. Landschapsatlas.
16de eeuw. De costuymen van het Brugse Vrije vermelden dat Erkegem in 1574 een heerlijkheid is van 737 gemeten en 11 roeden waaraan een baljuw, een burgemeester, zeven schepenen en een officier verbonden zijn. In die periode bestaat reeds een kasteel van Erkegem maar dat staat op een andere (nog niet gekende) locatie.
18de eeuw. Een kasteel met vermelding "Casteel Erkeghem" wordt op een kaart uit het Archief van de heerlijkheid Erkegem van 1759 afgebeeld, doch het betreft hier de zetel van de voormalige heerlijkheid. Idem voor het toponymische kasteel op een kaart van 1766 die is toegevoegd aan de ommeloper van Oostkamp (1661-1662). In elk geval is op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), ter hoogte van het huidige kasteel, in het toenmalige gehucht Den Daele, enkel bos zichtbaar. Dit is een restant van de langwerpige bosgordel (de 'Warande') van het oude jachtdomein van de heren van "Gruuthuse" (confer Stationsstraat nummer 196). Het bos wordt op het einde van de 18de eeuw ten oosten afgebakend door de Nieuwenhovedreef, een dreef die vanuit het kasteel "Gruuthuse" loopt naar het gehucht Nieuwenhove, en ten westen door de toenmalige Kortrijksestraat.
19de eeuw. Het eerste buitengoed op de huidige locatie dateert volgens de literatuur van circa 1810. In de periode 1798-1810 wordt zo'n 144 hectare bos en gronden aangekocht en in 1810 laat Jacques De Rijm, gehuwd met Marie de Meulenaere, weduwe van Pierre-Jacques van der Plancke († 1798), er een neoclassicistisch kasteeltje bouwen. Een oude foto toont een bepleisterd en witgeschilderd kasteel van twee en een halve bouwlaag onder een leien schilddak, waarvan de voorgevel wordt geaccentueerd door een portiek, gedragen door vier imposante zuilen, met een driehoekig fronton. In hetzelfde jaar wordt, na de toelating van de hertog d'Ursel, de toegangsdreef naar het kasteel, de huidige Legendaledreef, aangelegd op voorwaarde dat de doorgang een breedte heeft van negen meter en er aan beide zijden van de weg eiken worden geplant.
In 1816 worden het kasteel en het park verkocht. Arren beweert dat het goed wordt aangekocht door Ferdinand d'Hanins (1775-1820), die het domein door verschillende aankopen gevoelig weet uit te breiden. Circa 1850 komt het domein zo in handen van zijn zoon Aimé (zogenaamd Aquila) d'Hanins (graaf vanaf 1858) (1805-1869). Onder meer het kadaster vermeldt echter dat het kasteel in 1816 wordt aangekocht door Julien d'Hanins de Moerkerke, generaal en adjudant van Zijne Majesteit de Hertog van Brabant. Deze breidt het domein aanzienlijk uit, onder meer door de aankoop van de voormalige, heden afgebroken "Vloedhoeve" (confer Kapellestraat). In diezelfde periode wordt het park rondom het neoclassicistische kasteel aangelegd confer primitief kadasterplan van circa 1835. Het kasteel is volgens het primitief plan en een kleurrijk, 19de-eeuws plan van een kasteel, eigendom van Julien d'Hanins (bewaard in het Rijksarchief van Brugge), gericht naar de huidige Hertendreef, ten noordoosten van het kasteel situeren zich de bijgebouwen, ten oosten een vijver en ten zuidwesten een tuin. Aanduiding van het kasteel als "campagne d'Hanins de Moerkerke" op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) en (onterecht) als "Château du duc d'Ursel" in de Atlas van Vandermaelen (1846-1854). Vermoedelijk in 1880 (confer de gegevens van het kadaster, want Arren vermeldt het al in 1858!) verkoopt Aquila d'Hanins de Moerkerke het kasteeldomein aan Octave van der Plancke (1813-1881), kleinzoon van de hiervoor vermelde Pierre-Jacques van der Plancke, die echter een jaar later al overlijdt. Zijn (pas geboren) zoon Pierre-Octave van der Plancke (1880-1957) erft het kasteel. Volgens de gegevens in het kadaster vinden er in 1883 grondige wijzigingen aan het kasteel en in het park plaats. Zo wordt onder meer ook het boothuis gebouwd.
20ste eeuw. In 1907 laat Pierre-Octave van der Plancke het bestaande kasteel deels afbreken en verbouwen tot het huidige kasteel (registratie door het kadaster in 1909 en 1910). Hij doet daarvoor beroep op de provinciale architect van Oost-Vlaanderen Stephan Mortier (1857-1934), die talrijke openbare gebouwen ontwerpt in bij voorkeur de neogotiek. Daarnaast tekent hij ook voor verschillende restauraties, doch eerder in beperkte mate voor privépersonen.
Mortier integreert in het ontwerp voor het nieuwe kasteel "De Herten" het bestaande empiresalon in het noordwestelijke deel van het vroegere kasteel. Ook het koetshuis en de achterliggende paardenstallen worden rond 1908-1913 gebouwd. De oranjerie met broeikassen en andere nutsgebouwen van het eerste kasteel worden afgebroken; alleen het nog bestaande, vroeg 19de-eeuwse schuurtje blijft bewaard. Het bestaande kasteelpark wordt tevens in het begin van de 20ste eeuw heraangelegd, meer bepaald naar een ontwerp van de Brusselse landschapsarchitect Jules Buyssens (1872-1958). De 19de-eeuwse gebouwen in het park zoals het boothuis, de obelisk en het prieeltje blijven hierbij behouden.
Pierre-Octave van der Plancke, burgemeester van Oostkamp van 1944 tot 1947, die erg is begaan met het kasteeldomein, vergroot het domein en legt verschillende bossen aan. Zo koopt hij in 1917 ook het ten noordoosten van de straat gelegen kasteel "De Cellen" (confer Kapellestraat nummer 113) en verhuurt het. In 1949 wordt op het domein, volledig verscholen in het groen, een klein kapelletje opgetrokken.
In 1957 wordt de zoon van Pierre-Octave van der Plancke, Jean van der Plancke (1910-1996), eigenaar van het kasteel. Hij zorgt voor een grondige wijziging van de natuuromgeving en voor de verbouwing van het kasteel binnenin. In de loop van de jaren 1970 laat van der Plancke de naam van het kasteel veranderen in "Erkegem", verwijzend naar de voormalige heerlijkheid. In 1971 registreert het kadaster de bouw van de villa binnen de muren van de in onbruik geraakte moestuin. Sinds 1996 is het kasteel in twee gesplitst door middel van een verplaatsbare wand en wordt het bewoond door Jean-Pierre van der Plancke.
Het huidige kasteel "Erkegem" is ontworpen in neo-Vlaamserenaissance-stijl op de plaats van het begin-19de-eeuws kasteel dat werd afgebroken circa 1906.
Verankerde oranje baksteenbouw onder leien schilddak, gecombineerd met kalkzandsteen voor de versiering en arduin voor de plint. Het is gebouwd op een rechthoekig grondplan met vooraan een uitspringende open loggia als ingangspartij. Op de noordoosthoek is het grondplan uitgebreid met een quasi voorgeplaatste toren en in de achtergevel is een tweede torenvolume ingewerkt. Tegen de zuidgevel is een erkeruitbouw met deels omringend terras aangebouwd.
De gevels zijn verlevendigd door 'witte' hoekkettingen, als banden doorgetrokken lateien, onder- en tussendorpels, geblokte ontlastingsbogen en deuromlijstingen. De centrale traveeën van de voorgevel zijn opgevat als een licht risaliet, geaccentueerd door een trapgevel met een overhoeks topstuk; cartouches op de trapgevel met opschrift "ANNO 1907" en "KASTEEL DE HERTEN". De loggia op de begane grond wordt bekroond met een balkon met balustrades waaraan de wapens van de familie van der Plancke met opschrift "IN FIDELITATE ROBUR". Dak met verschillende dakvensters met of zonder traptoppen. Achtergevel met achthoekige toren onder peerspits en een achthoekige hoektoren met een eenvoudige torenspits.
Interieur. De voormalige inkomhal werd opgedeeld met een verplaatsbare wand. Links komt op de hal een neoclassicistisch salon uit, restant van het vroeg 19de-eeuwse kasteel. Het is gedecoreerd met stucwerkplafonds met recht uitgesneden hoeken met rozetten en een marmeren schouw. Het koetshuis en de achterliggende jachtopzienerswoning sluiten stilistisch volledig aan bij het kasteel. Het koetshuis, op de grote trapgevel links gedateerd in "1908", wordt gedomineerd door de grote achthoekige toren met smeedijzeren bekroning aan de westzijde en de drie koetspoorten in de voorgevel.
Groot park aangelegd in het midden van de 19de eeuw (ontwerper onbekend), uitgebreid en gewijzigd in de 20ste eeuw naar ontwerp van Jules Buyssens (aanlegplan bewaard in het kasteel). Het park zelf verandert echter niet ingrijpend, met uitzondering van de nieuwe inplanting van de moestuin en de aanpassing van de vijverpartij; het wordt vereenvoudigd onder meer qua padenstructuur.
Gaaf bewaard park met vormgeving van landschappelijke stijl, zoals open graslanden, parkbosranden met bochtige afwerking, een grillig uitgewerkte waterpartij rond een eiland, terreinmodelleringen, bomengroepen en solitaire bomen in open graslanden, struikmassieven; verspreid in het park bevinden zich diverse parkornamenten (obelisk, beelden/sculptuur, kapelletje, ...), tuinpaviljoen, boothuis, brugjes. Diverse merkwaardige bomen aanwezig met dendrologische waarde vanwege de omvang, ouderdom, soort of variëteit.
Vanaf de historische ingang aan de Legedaledreef leidt de toegangsweg, afgeboord met hortensia’s, naar het kasteel; vóór het kasteel ligt een open grasveld, afgezoomd door een parkbosgordel, en verspreid liggen talrijke bomengroepen (eik, tamme kastanje, rode beuken, ... met in onderbegroeiing vaak rododendron) en solitaire parkbomen (Linde, esdoorn, zomereiken, valse christusdoorn, treurbeuk, ...) in open grasveld.
In zuidelijke richting, lange vista over open grasveld naar een bomengroep (platanen); rondgaand pad achteraan op een verhoging maar onzichtbaar vanaf het kasteel door de begeleidende rododendronhaag.
Ten oosten van het kasteel ligt een rijkelijk uitgewerkt park rond een waterpartij en een eiland, vista vanaf het kasteel over een deel van de waterpartij. Aan de oever liggen een ijskelder (heuvel begroeid met tamme kastanjes), een boothuis, solitaire en merkwaardige parkbomen (rode beuk, beuk, tulpenboom, Linde, moerascipres, ...); op de top van het eiland is een obelisk aanwezig en een tuinpaviljoen; op de flanken enkele bosquets, grasland en bomengroepen.
Ten noorden van kasteel en de bijgebouwen is een moestuinmuur bewaard, een toegangshekken, een aangebouwde serre en een klein nutsgebouwtje. Heden ligt een villa in het midden van de voormalige moestuin en/of boomgaard.
De 19de-eeuwse gebouwtjes in het park die behoorden tot het park van het eerste, neoclassicistische kasteel van 1810, werden geïntegreerd in het nieuw, begin 20ste-eeuws park.
Het prieeltje, gelegen op een heuvel, is een ronde, grijsgeschilderde, bakstenen constructie die aan de ene zijde wordt geritmeerd door rondboogvensters met een waaiervormige bovenlicht en aan de andere kant door slanke, oranje geschilderde zuiltjes die als het ware de houten kroonlijst op klossen schragen. Eén van de rondboogvensters is in trompe-l'oeil geschilderd. Nog op de heuvel staat een obelisk.
In het zuiden van het park bevindt zich een beeldhouwwerk met een mythologische voorstelling (mogelijk 'De ontvoering van Sibylle door Saturnus' of 'De ontvoering van Orithyia door Boreas'). Verder vindt men in het park nog een bakstenen brug en twee bakstenen pijlers bij het begin van een dreef terug.
Het monumentale, houten boothuis van 1883 ligt op de oostoever van de vijver. Houten constructie van twee bouwlagen onder een sterk overkragend zadeldak met rode mechanische pannen, dat wordt onderstut door rechtstanden die steunen op de balkonleuning ter hoogte van de tweede bouwlaag. Rondboogvormige toegang voor de boten.
Schuurtje van 1810, gelegen aan de oostkant van het park. Witgeschilderde, verankerde baksteenbouw met een zwarte plint, afgedekt door een licht overkragend zadeldak met Vlaamse pannen. Twee segmentbogige deuropeningen. Naastgelegen bewaarkelder bestaande uit een bakstenen muur met roodgeschilderde segmentboogdeur. Binnenin witgeschilderd tongewelf; de ruimte is onderverdeeld met een bakstenen muur.
Verscholen tussen het groen ten noordwesten van het kasteel, bevindt zich een kleine kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw opgericht als dank voor de bescherming tijdens de Tweede Wereldoorlog. Oranje bakstenen pijlerkapel gedateerd door jaarankers "1949". Rondboognisje met klein, stenen Mariabeeldje. Zadeldakje met groen beschilderde lijst.
Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Hertsbergsestraat
Is deel van
Kasteeldomeinen Gruuthuyse, De Cellen, Erkegem en Kampveld
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Erkegem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/87905 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Oostkamp
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.