Centraal gelegen plein in het gemeentecentrum gedomineerd door de monumentale barokke Sint-Ludgeruskerk. Plein heden ontsloten via een zestal omringende straten (De Deckerstraat, Kloosterstraat, Dokter Armand Rubbensstraat, Zwaanstraat, Cesar Meeusstraat, Avil Geerincklaan). Ten noorden begrensd door het Heilig Hartplein dat aanvankelijk bij de Markt hoorde en er visueel nog steeds één geheel mee vormt, maar in 1945 na de plaatsing van het Heilig Hartbeeld een afzonderlijke straatnaam kreeg (zie Heilig Hartplein). De Markt is nu gedeeltelijk ingericht als parkeerplaats voor auto’s, wordt onder meer gebruikt voor de in 1868 terug ingerichte wekelijkse marktdag en vervult nog steeds een belangrijke centrumfunctie.
De Markt is één van de oudste locaties in het gemeentecentrum. Aanvankelijk het hoogste punt in het dorp waar zeker al in 1485 een heropgebouwd kerkje (voorloper van de huidige decanale kerk) stond. Het aanpalende ommuurde kerkhof werd reeds vermeld in 1622. Een reproductietekening van een kaart van 1690 situeerde de bebouwing hoofdzakelijk ten oosten, zuiden en westen van de kerk. Van een plein was er nog niet echt sprake. Sinds 1714 werd de Markt samen met de Zandberg gebruikt voor de jaarlijkse jaarmarkt.
Volgens historisch kaartmateriaal was de Markt in de 18de eeuw, toen gekend als "Dorp-Straete", ovaalvormig met de Sint-Ludgeruskerk in het midden die volledig omringd werd door een ommuurd kerkhof met twee toegangen. Daar rond, aansluitende bebouwing met zeer veel herbergen, de vierschaar, woningen van notabelen en de wat achteruitwijkende dekenij van 1737 in het noorden. Circulatie enkel ten zuiden van de kerk en komende van de Kloosterstraat en Dokter Armand Rubbensstraat (voormalig Plaisantstraat) naar de Cesar Meeusstraat (voormalige Hoogpoortstaat).
Het kerkhof bleef tot 1837 in gebruik, waarna het verplaatst werd naar een perceel ten westen van de dekenij dat op zijn beurt in 1891 naar de nieuwe gemeentelijke begraafplaats aan de Zevensterrestraat overgebracht werd. De Markt werd in de loop van de 19de eeuw een eerste maal verhard en omgevormd tot plein. Gedurende deze eeuw werd een groot aantal heren-, burger- en brouwershuizen opgericht rondom de Markt, werd het gemeentehuis ondergebracht in de herberg "De Swaene", kwam er een eerste postkantoor, een halte voor de tramlijn Gent-Wetteren-Zele-Hamme enzovoort.
In de jaren 1950 veranderde het uitzicht van het plein door de afbraak van de westelijke gevelwand voor de aanleg van het "Nieuw Centrum". Het plein werd ten noordwesten vergroot met een pleintje gekend als het "Fonteinhof" en het achterliggende nieuw gemeentehuis (zie Markt nummer 50). De Markt werd noordwestwaarts ontsloten via de nieuw getrokken Avil Geerincklaan. Veel 19de-eeuwse burgerhuizen werden inmiddels verbouwd of vervangen door nieuwbouw met woon-, kantoor-, bank- en winkelfunctie. Toch biedt de Markt nog een interessante staalkaart aan gebouwen van de 18de tot en met de 20ste eeuw.
- QUINTYN E., De Markt ten gronde, in Heem- en Oudheidkundige Kring Zele, Jaarboek Nr. 27, 1996, p. 111-181.