Geografisch thema

Beersel

ID
13191
URI
https://id.erfgoed.net/themas/13191

Beschrijving

Geschiedenis

Vlaams-Brabantse fusiegemeente ontstaan in 1977 en bestaande uit de deelgemeenten Alsemberg, Beersel, Dworp, Huizingen en Lot.

Gemeentewapen

Het gemeentewapen van Beersel werd bij ministerieel besluit op 2 september 1985 vastgesteld: Gevierendeeld 1. en 4. In sabel een leeuw van goud, geklauwd en getongd van keel 2. en 3. In zilver een uitgeschulpt kruis van lazuur. Het schild geplaatst voor een geplante eikenboom van natuurlijke kleur. Het wapen gaat terug op het oude zegel van de schepenbank van Beersel uit 1695. Het is het wapen van Hendrik van Witthem, toenmalige heer van Beersel en eigenaar van de feodale burcht. De familie van Witthem speelde een rol in alle deelgemeenten van Beersel.

Geografie De gemeente is gelegen ten zuidwesten van Brussel en vormt een onderdeel van zowel de Vlaamse Rand als de Brabantse Ardennen en het Pajottenland. In het noordoosten grenst de gemeente aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, meer bepaald Ukkel. Ten noorden ligt Drogenbos en ten oosten liggen de gemeenten Linkebeek en Sint-Genesius-Rode. In het zuiden ligt het Waalse Braine-l’Alleud (Eigenbrakel) en ten westen liggen Halle en Sint-Pieters-Leeuw. Beersel behoort tot het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde.

De gemeente wordt gestructureerd door de Zennevallei die het gebied van zuidwest naar noord doorkruist ter hoogte van Lot. De Molenbeekvallei loopt van oost naar west doorheen de gemeente. Te lot stroomt de Molenbeek in de Zenne. Secundaire beken die de Molenbeek voeden stromen van de valleiwand naar beneden en vormen kleine dwarse beekvalleien.

Tussen Halle en Brussel ontwikkelden de meeste gemeenten zich op de oostelijke oever van de Zenne (Buizingen, Beersel, Ukkel, Vorst, Sint-Gillis). Op de westoever ontwikkelden zich Lot en Ruisbroek. Huizingen, Dworp en Alsemberg zijn ontstaan langs de Molenbeek. Nog in de 18de eeuw (Ferrariskaart 1770-1778) heeft Beersel in de beekvalleien een groot deel aan moerassige weiden, gewone weiden en boomgaarden. Op de valleiflanken en hoger gelegen gebieden zijn de landbouwgronden terug te vinden, vooral in de driehoek Beersel - Alsemberg - Huizingen en op de zuidelijke Molenbeekvallei te Huizingen en Dworp. Op de heuveltoppen strekken zich grote bosarealen uit (Sitterbos, Grotenbos, Begijnbos, Gasthuysbos, Krabbos, Kasterbeekbos, Vroonenbos , Dachelenbos…) en heidegebieden (Detelheide, Rilroheide, …)

Ontsluiting

Beersel wordt doorsneden door enkele belangrijke ontsluitingswegen. De weg Brussel-Ukkel-Beersel-Halle loopt van noord naar zuidwest door de gemeente. Straten die langs dit tracé lopen zijn de Guido Gezellestraat en Sollenberg in Huizingen, de Kesterbeeklaan en Laarheidestraat in Beersel. Op de kruispunten van de weg ontstonden gehuchten als Sollenberg (Huizingen), Kesterbeek (Lot), Laar en de Sint-Lambertuswijk (Beersel).

De gemeente werd in de 18de eeuw van noord naar zuid ontsloten door de steenweg Brussel-Halle-Bergen in het westen en de Alsembergsesteenweg naar Braine-l’Alleud in het oosten. Beide steenwegen lopen over de heuvelruggen. Als gevolg daarvan degradeerden vele historische routes tot lokale wegen.

Tot de 19de eeuw was de Molenbeek met zijn vele watermolens de industriële slagader van Beersel met een concentratie in Alsemberg en Dworp. De waterlopen fungeerden als transportroutes voor de lokaal ontgonnen natuursteen: brusseliaan (Molenbeek) en arkose (Zennevallei). Dat wijzigde toen het kanaal Brussel-Charleroi (1827-1833) in de Zennevallei werd aangelegd. Daarop volgde de aanleg van de spoorlijn 96: Brussel-Tubize (1840) en later tot aan de Franse grens (1847) en spoorlijn 26: Schaarbeek-Halle. Deze laatste werd aangelegd tussen 1896 en 1930 en fungeerde enkel als goederenlijn.

Al deze noord-zuidassen werden in 1826-1833 aangevuld met de enige west-oostas in de gemeente: de Alsembergsesteenweg van Halle naar Alsemberg. Deze weg volgde de vallei van de Molenbeek. De gemeente wordt sinds 1956-1970 doorsneden door de E19 Brussel-Parijs.

Bewoningsgeschiedenis

De vroegste bewoningssporen dateren uit de Romeinse periode (Kester). Tijdens de middeleeuwen behoorde het gebied tot het bisdom Kamerijk en later tot het bisdom Mechelen. De enige parochiekerk met middeleeuwse kern die bewaard is, is de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Alsemberg.

Enkel de dorpskernen van Beersel en Alsemberg dateren nog uit het ancien regime. In de 19de eeuw werden de dorpskernen van Dworp en Huizingen verplaatst. De burgerlijke architectuur wordt vooral bepaald door de laat-19de-eeuwse vormgeving, enkele oudere gebouwen niet te na gesproken. De landelijke architectuur gaat terug tot de 18de eeuw. Getuige daarvan onder andere de Padenborrehoeve en het Hof te Hongarije. Toch zijn het vooral de jongere hoeves die het beeld beheersen. Er bleven enkele gebouwen in leembouw behouden zoals hoeve Het Rood Kloosterken.

De westkant van de gemeente wordt doorsneden door het kanaal Brussel-Charleroi en de spoorlijnen Halle-Brussel en Halle-Schaarbeek en de E19. Als gevolg daarvan zijn de deelgemeente Lot en het noordelijke deel van Huizingen vanaf de 19de eeuw ontwikkeld tot de uitgesproken industriële gebieden van Beersel. Daar werden naast de Fabriek Scheppers opvallend veel arbeidershuizen en sociale huisvestingsprojecten opgetrokken.

De verstedelijking van de gemeente is vooral merkbaar ten noorden en ten oosten waar de gemeente aansluit bij de Brussels Hoofdstedelijk Gewest met de Alsembergsteenweg als centrale as. In Alsemberg en Beersel vonden belangrijke stedenbouwkundige ontwikkelingen plaats in de jaren 1950 tot 1970. De deelgemeente Dworp heeft zijn landelijk karakter het best behouden, aangevuld met villa’s en grote complexen als het vormingscentrum Destelheide uit de jaren 1960-1970.

Papierindustrie

Langs de Molenbeek en zijn zijrivieren ontstonden watermolens die de ruggengraat vormden van de lokale papierindustrie. De papierindustrie bleef een bijproduct van de landbouw- en plattelandsnijverheden. De stap naar een grootindustrie bleef uit. Zelfs in de industriële 19de eeuw wisten de kleine familiale bedrijven de stap niet te zetten naar de grootindustrie. Vaak ontbrak het kapitaal. Pas na 1830 werd de industriële papierproductie opgestart door De Meurs in het nabijgelegen Sint-Genesius-Rode. Daar werd onder andere de Belgische bankbiljetten gedrukt. Later volgde de fabriek Demeurs in Huizingen. Tijdens de crisisjaren 1847-48 moesten vele kleinere bedrijven de deuren sluiten en werden ze omgebouwd tot graanmolen. Een handvol bedrijven, vooral langs de Molenbeek, wisten stand te houden. Zij specialiseerden zich in karton dat nog aan een industrialisatieproces moest beginnen. Karton, een nevenproduct van papier, werd snel populair als inpakproduct. Wanneer in de tweede helft van de 19de eeuw het internationale export bloeit, gaat de kartonnijverheid daarvan meegenieten. De Herisemmolen van de familie Winderickx wist bijvoorbeeld zijn karton in 1864 te exporteren naar het buitenland. Dat was eerder nooit het geval geweest. Naar het einde van de eeuw industrialiseert de kartonproductie en vinden fusies plaats. NV De Meurs zal zo drie bedrijven beheren: in Rode, Dworp en Huizingen. Daarnaast bleven enkele familiale bedrijven voortwerken zoals de familie Winderickx (Dworp).

  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770 -1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • DE GELAS J. 1984: De papiernijverheid in Brabant tussen de XVIe en de XVIIIe eeuw, Ucclesia 101, 7-9.
  • DE GELAS J. 1984: De papiernijverheid in Brabant tussen de XVIe en de XIXe eeuw, Ucclesia 102, 5-7.
  • GERITS J. 1985: Gids voor Vlaanderen, toeristische en cultuurhistorische encyclopedie van de Vlaamse gemeenten, Tielt, 105-109.
  • HASQUIN H. 1980: Gemeenten van België, geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek, Waterloo.
  • MEURISSE R. & VANDENBUSSCHE J. 2003: Gunstige elementen voor de ontwikkeling van de industriële nijverheden in de Zennevallei, En het dorp zal duren … 5.18, 6-21.
  • S.N. 1961: Les Moulins du Brabant, s.l.
  • S.N. s.d.: Gemeente Beersel [online], www.beersel.be (geraadpleegd op 27 februari 2015).

Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Alsemberg

  • Omvat
    Beersel

  • Omvat
    Dworp

  • Omvat
    Huizingen

  • Omvat
    Lot

  • Omvat
    Meigemheide, Gasthuisbos en Begijnenbos

  • Omvat
    Zevenborren

  • Is deel van
    Arrondissement Halle-Vilvoorde

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Beersel [online], https://id.erfgoed.net/themas/13191 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.