Geografisch thema

Alsemberg

ID
14064
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14064

Beschrijving

Alsemberg vormt sinds 1977 een deelgemeente van Beersel. De gemeente grenst ten oosten aan Linkebeek, ten zuidoosten aan Sint-Genesius-Rode, in het westen aan Dworp en Lot en ten noordwesten aan Beersel. De deelgemeente wordt van noord naar zuid doorsneden door de Brusselsesteenweg die Brussel verbindt met Nijvel. Het dorp wordt getypeerd door de hoogte waarop zij gelegen is (ongeveer 120 meter boven zeepeil). Op de Molenbeek en de Kesterbeek na kent de gemeente geen natuurlijke grenzen. De Molenbeek vormt de grens tussen Alsemberg en Sint-Genesius-Rode.

Geschiedenis

Alsemberg ontwikkelde zich op het grondgebied van Sint-Genesius-Rode en Dworp.

De weg Brussel-Nijvel, vandaag de Pastoor Bolsstraat via Alsemberg en de Beukenstraat naar Sint-Genesius-Rode, kruist zowel te Alsemberg als te Sint-Genesius-Rode de Molenbeek waardoor twee dorpen ontstonden. Rode kreeg een moederkerk en schepenbank, Alsemberg bleef figuurlijk in de schaduw van Rode liggen. Ter hoogte van de overgang van de weg Brussel-Nijvel over de Molenbeek kruist die ook de Hallerweg die de dorpen ten zuiden van de Molenbeek verbond en de weg naar Rode. Daar, net voor de klim over de Alsemberg begon, ontwikkelde zich een eerste kleine woonkern, bekend als Alsendale of Hof ten Alsendale, die terug ging op een motte langs de Molenbeek. Het Hof dat later vermeld werd als 'huis van plaisantie' (1618) en 'speelhuys' (18de eeuw) of 'herenkasteel', verdween in 1877. De gracht werd gedempt en het huidige Winderickxplein ontstond. Op de heuveltop ontwikkelde zich het religieuze centrum. De parochie ontstond vermoedelijk in de eerste helft van de 12de eeuw. De grond voor een votiefkerk werd in 1134 geschonken aan de Heilig Grafkerk van Kamerijk, door Godfried met de baard, hertog van Brabant. Een houten kapel werd gebouwd in 1155. De schenking van het miraculeuze Mariabeeld door de dochter van de Heilige Elisabeth omstreeks 1200 gebeurde vermoedelijk door bemiddeling door de heren van Witthem: Hendrik I en II. De kerk kreeg vervolgens verschillende hoven, huizen en gronden als geschenk. Deze schenkingen in combinatie met de bedevaarten zorgden ervoor dat de kerk van Alsemberg uitzonderlijk rijk werd. Dat leidde tussen 1225 en 1243 tot de bouw van een romaanse kerk en later de gotische kerk.

Op de heuvelflank van de Alsemberg, tussen het Hof ten Alsendale en het religieuze centrum op de heuveltop, ontwikkelde zich het commerciële centrum, getypeerd door een concentratie aan herbergen zoals Herberg De Zwaan en in de 20ste eeuw ook danszalen.

In de 12de eeuw brak Alsemberg los uit de invloedssfeer van Sint-Genesius-Rode en Dworp en ging als zelfstandige woonkern functioneren. Die situatie werd officieel bevestigd wanneer Jan van Witthem, heer van Beersel, in 1391 rechtstreeks van de hertog van Brabant het leen Alsemberg, Rhode, Linkebeek en Beersel toebedeeld kreeg evenals het recht een schepenbank in te richten te Rode. Anno 1489 werd de hogere rechtspraak daaraan toegevoegd. In 1577 werden de van Witthems ‘heren van Alsemberg’. De heren van Witthem bewoonden vermoedelijk het Hof ten Alsendale. De hertog beleende in 1628 Alsemberg aan zijn raadsheer Jan Albert van den Winckele. De familie is in Alsemberg gedocumenteerd sinds 1468 (begrafenis van een van Winckele in de kerk). In 1685 werd Jan Nauts, secretaris van de Raad van Brabant, heer van Alsemberg. Een overeenkomst tussen de prinses van Arenberg, vrouwe van Beersel, en de erfgenamen Nauts, wijst er op dat beiden in het gebied van Alsemberg bezittingen en rechten hadden. Door vererving was Alsemberg aan de vooravond van de Franse Revolutie in het bezit van de familie de Man. Alsemberg werd vervolgens een zelfstandige gemeente om in 1977 te fusioneren met Beersel, Dworp, Huizingen en Lot tot de fusiegemeente Beersel.

Naam

De gemeente Alsemberg wordt vanaf de 12de eeuw vermeld als: Alsenbergh, Halsenberg, Halsenberghe, … Pas in de tweede helft van de 17de eeuw wordt de gemeente als Alsembergh aangeduid. De herkomst en betekenis van de naam Alsemberg is onduidelijk. De legende als zou de naam komen van 'een berg met alsem beplant' verschijnt voor de eerste keer in 1643. Hals of Hels kan een oude naam voor haagbeuk zijn. C. Theys vermeldt dat helzenteer of elzenteen in 1925 nog een dialectwoord was voor haagbeuk. Halze zou ook voor 'woud' kunnen staan of zoveel betekenen als 'berg'. R. Roobaert wijst op een mogelijke Karolingische stichting van het dorp en verklaart Alsemberg als 'Berg van Also'. Also is dan een eigennaam.

Naast Alsenbergh schijnt er tevens een toponiem Alsendale bestaan te hebben (nu ter hoogte Witteweg). Het was een deel van de beekvallei.

Gemeentewapen

Bij koninklijk besluit van 4 juli 1955 verkreeg Alsemberg het recht om als wapenschild 'een romaanse kerk met een toren vergezeld van torentjes voorzien van een schietgat op elke verdieping, met in de voet van de toren een poort, boven deze laatste een dubbel venster en op de bovenste verdieping een ander venster, eveneens dubbel, de toren en de torentjes voorzien van kegeldaken, dat van de toren overtopt met een kruis, de gezegde kerk rechts en links begeleid door een ster met zes stralen, elke ster boven acht alsems, gesteeld en gebladerd'.

Het gebouw zou de romaanse Kapellekerk van Brussel voorstellen. Sinds 1134 was de proost van de Kapellekerk ook heer van Rode en Dworp. Alsemberg was toen niet meer dan een gehucht op het grondgebied van beide gemeenten.

Geografie

De natuurlijke Leuzebeek vormde Alsemberg tot een heuvelachtig landschap met een uitgesproken beekvallei, een sterk oplopende noordelijke valleiflank en een hoogvlakte ten noorden ervan. De beek verloor haar impact op het landschap toen ze ter hoogte van de huidige Vanderveldenlaan gekanaliseerd werd en als Molenbeek de watermolens ging bevoorraden van water. Ter hoogte van het Winderickxplein lag vroeger een omwalde site gevoed door de Leuzebeek. Door het dempen van de wal en het kanaliseren van de beek is de natuurlijke loop in de beekvallei onbeduidend geworden. De Leuzebeek vangt nu enkel nog het water op van de drassige vallei.

De Leuzebeek werd onder de naam van Molenbeek verlegd om de watermolen van Ten Broeck van water te voorzien. Ter hoogte van Beemd en de Oude Nijvelse baan vloeit de Molenbeek terug in haar natuurlijke bedding om vervolgens naar Dworp te stromen.

Het wegennet heeft zich in het heuvelachtige gebied soms diep ingesneden in de hellingen waardoor vele holle wegen ontstonden (Oude Molenstraat, Diepestraat, Beukenbosstraat … ). De hoogvlakte vormt een onderdeel van de Brabantse hoogvlakte tussen Dijle en Zenne. Ze bereikt in Alsemberg een hoogte tussen de 110 en 123 meter en bestaat uit de Elsemheide, Meigemheide, het Grotenbos of Gasthuisbos en het Kleetbos. Het Grotenbos, Kleetbos, Boesdaalveld, Domein Rondenbos, Steenbos en IJsbergbos vormen belangrijke bosarealen in het noorden en oosten van de gemeente. De Elsemheide, Meigemheide, Heiken en Heidebroek vormen een heidegebied dat doorloopt tot in Dworp en Beersel. Andere namen verwijzen naar grote veldarealen die over de vlakte verspreid lagen: het Grootveld, Hoogveld, Lindekesveld, Boesdaalveld en het Hoefveld.

Het gebied wordt door kleine dalen doorbroken (Alsendal, Ingendal, Termeulendal, Boesdal). Aan de voet van de Alsemberg ligt het Alsendal dat vanuit de Molenbeekvallei in een grote boog naar de Rondenbos loopt en een tweede uitloper heeft naar het Grootbos. Het is de natuurlijke as van het dorp Alsemberg en heeft samen met de heuvel het dorp bepaald.

Ontsluiting

Twee historische wegen ontsluiten Alsemberg: de baan Brussel-Nijvel en de Halleweg. De baan Brussel-Nijvel kruist ter hoogte van het Winderickxplein de Molenbeek en loopt dan via de Hoogstraat de Alsemberg op om via de Pastoor Bolsstraat, Oude Postweg, Onze-Lieve-Vrouwstraat en de Galgstraat naar Linkebeek en Brussel te lopen. Een afsplitsing ging over de Hongarijestraat naar Beersel en van daar via de Grote Baan naar Brussel. De Rollebollestraat (= Frans Deneyerstraat) was een belangrijke lokale weg naar Beersel.

De Brusselweg naar Linkebeek verloor zijn belang bij de aanleg in 1740 van de Alsembergsesteenweg die via Calevoort en Kinsendael naar Ukkel, Sint Gillis en Brussel loopt. De nieuwe omleidingsweg doorheen het Alsendal (de huidige Brusselsesteenweg), aangelegd na 1944, reduceerde de Pastoor Bolsstraat over de Alsemberg tot een lokale weg.

De Halleweg verbond de gemeenten ten zuiden van de Molenbeek met elkaar. Hij ging in 1834 op in de Steenweg op Halle.

Een tweede wegenknooppunt was Lindeken (nu Lindekensplein) waar de lokale wegen naar de kerk, dorpsplein, watermolen Ten Broek, Dworp, Herisemheide, Waelpoort, Meigemheide en Grootbos elkaar kruisten.

Bewoningsgeschiedenis

Paleolithische objecten werden op verschillende locaties gevonden. Professor Cumont ontdekte omstreeks 1900 aan de bron van de Molenbeek (Sint-Genesius-Rode) en op Meigemheide duizenden objecten. Op de Genstberg zou pastoor Jan Bols in 1901 een 60-tal objecten gevonden hebben. Er werden zowel ingevoerde materialen gevonden als producten van lokale kwartsietsteen afkomstig uit de Steenput van Dworp. Het wijst zowel op de bewoning als de ontginning van de Molenbeekvallei.

Ter hoogte van Duivelsborren in de Molenbeekvallei werden Romeinse sporen aangetroffen en op de Meigemheide zou een Romeins castrum gestaan hebben; tot op vandaag werd het nog niet gelokaliseerd. Op elke hooggelegen heide was er een ontginningshoeve: Hof te Callewaert op het Heidebroek, Hof te Herisem op de Herisemheide (oudste vermelding 1367), Hof ter Hulst op Heiken en Hof te Meigem op Meigemheide. Langs de Molenbeek ontstonden samen met Hof ten Broek ook Hof te Ingendal (nu Sint-Genesius-Rode) en Hof te Alsendale. Dat laatste hof was vermoedelijk gelegen tussen de Molenbeek en de heuvel en wordt in 1321 voor het eerst vermeld met Jan van Alsendaele als eigenaar. Daarnaast waren er secundaire ontginningen als het Hof ten Boesdaal dat gewonnen werd op het Zoniënwoud. De hoeves bleven niet bewaard. Vele hoevearealen staan los van de gemeentegrenzen wat wijst op een ontginningsgeschiedenis die teruggaat tot voor de 12de-13de eeuw. Alle hoeves sluiten aan bij de ontginningsgeschiedenis van Dworp voor de heidegebieden en Sint-Genesius-Rode voor de bosgebieden. De gemeente Alsemberg ontstond in de 12de eeuw dan ook uit gebieden van beide invloedssferen.

Het stratenpatroon leidde te Alsemberg niet tot het ontstaan van vele gehuchten of verspreide huizen. C. Theys vermeldt Meigemheide, Elsemheide, Heiken en Heidenbroeck als gehuchten. Anno 1435 bestond de gemeente uit 48 haarden (=huizen). Nog steeds volgens Theys volgt daaruit dat er ongeveer 300 inwoners in Alsemberg zouden gewoond hebben. Dat aantal steeg geleidelijk naar 76 huizen in 1472 en 88 woningen in 1526. In 1698 volgde een volkstelling die het aantal inwoners slechts op 116 raamde.

De aanleg van de steenweg Brussel-Alsemberg in 1740 heeft mogelijk een positieve invloed gehad op het bevolkingsaantal want in 1786 werden er 595 inwoners geteld en in 1820 niet minder dan 915. Het cijfer bleef vervolgens stijgen tot 1750 in 1900 en 2072 inwoners net na de Tweede Wereldoorlog (1948).

Pas omstreeks 1920 ging de bebouwing aanzienlijk uitbreiden. In de tweede helft van de 20ste eeuw voelde ook Alsemberg de verstedelijking vanuit Brussel wat in residentiële verkavelingen resulteerde. Door de aanleg van de begraafplaats van Vorst na de Tweede Wereldoorlog ontstond daar een wijk van herbergen, grafmakers, bloemen- en kransenverkopers , … In de buurt van de begraafplaats werd de wijk Groot Bosch aangelegd. De wijk met voornamelijk witte huizen uit de jaren 1950-1970 sluit aan bij de Alsembergsesteenweg en past in de ontwikkeling van Alsemberg als pendelgemeente richting Brussel.

Industrie

Alsemberg bleef tot ver in de 20ste eeuw een uitgesproken plattelandsgemeente.

De Molenbeek bepaalde in grote mate de industriële ontwikkeling van de gemeente. De beek ontspringt in Sint-Genesius-Rode waar, volgens de Ferrariskaart, ter hoogte van de Stationsstraat een eerste molen lag. De beek stroomt via de Vanderveldenlaan Beersel binnen. Ter hoogte van het Winderickxplein werd een watervang gebouwd voor de molen Ter Broeck.

Het opgevangen water voorziet de watermolens van Beersel van water. Het waterpeil werd op artificiële wijze via sluizen verhoogd om de nodige waterval voor de molens te krijgen. Aansluitend bij de watermolens was er vaak een hoeve wat de ontwikkeling van de aansluitende valleiwanden verklaart. De beekvallei vormt eerder een cultuur- dan een natuurlandschap. Pas in de late 19de eeuw, bij de economische ontwikkeling van Huizingen en Lot, verschoof de industrie van de Molenbeekvallei naar de Zennevallei.

Langs de Molenbeek en zijn zijrivieren ontstonden zeker vanaf de 13de eeuw watermolens die de basis vormden van de lokale papierindustrie in de Molenbeekvallei. Hof Ten Broeck was eerst een banmolen waar de inwoners van Rode en Alsemberg hun graan moesten laten malen. Later werd de molen omgebouwd tot een papiermolen. De stroomafwaarts gelegen Herisemmolen op de grens tussen Alsemberg en Dworp werd over de beek gebouwd. Het is geweten dat de beek reeds in de 16de eeuw voor de molen werd verlegd.

Een recentere industrie was de meubelmakerij die ontstond omstreeks 1880. Het ging in die dagen om eenvoudige populieren meubels voor de Brusselse markt. In 1922 werd de meubelfabriek J.B. Vastiau-Godeau gesticht. Zij bouwden een nieuwe fabriek langs de Steenweg naar Eigenbrakel in 1946-47.

Architectuurgeschiedenis

Alsemberg wordt gedomineerd door de heuvel die zowel het religieuze als politieke centrum van de gemeente vormt.

De religieuze architectuur wordt gedomineerd door de Onze-Lieve-Vrouwkerk die in haar huidige vorm dateert uit de 15de eeuw en sterk werd gerestaureerd in de 19de eeuw. Naast de kerk op de Alsemberg liggen de kapelaanshuizen en het Klooster van de Franse nonnen dat teruggaat tot de 16de eeuw maar voornamelijk een 19de-eeuwse neoclassicistische en neogotische vormentaal vertoont. Op enkele interessante pijlerkapellen uit het midden van de 18de eeuw na dateert het religieuze erfgoed van Alsemberg uit de 19de en 20ste eeuw. Vele kapellen werden gebouwd door gelovigen ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Alsemberg. Dat geldt zeker voor de kapellen die op processieweg staan. Daar werd ook de jongste Mariakapel, de eeuwfeestkapel opgetrokken in 1954.

Naast de bedevaartkerk die hier ontstond in de 12de eeuw ontwikkelde zich ter hoogte van de Oude Postweg de dorpskern met het gemeentehuis en het gemeenteschooltje. De Pastoor Bolsstraat verbindt de beekvallei met de heuvel en ontwikkelde zich tot de hoofdweg van het dorp met burgerwoningen, grote hoeves, herbergen en cafés. Beeldbepalend is de grote trap die de Pastoor Bolsstraat verbindt met de hoger gelegen kerk.

Alsemberg wordt getypeerd door eenvoudige burgerlijke architectuur uit de 18de tot 20ste eeuw op de Alsemberg. Het best bewaarde burgerlijke gebouw is de 18de-eeuwse herberg en brouwerij De Zwaan die een eerste keer vermeld wordt in 1520. De woningbouw in het dorp kenmerkt zich in het midden van de 19de door sobere gepleisterde gevels, soms met empire-inslag. Enkele bleven bewaard op de top van de Alsemberg meer bepaald in de buurt van het eerste gemeentehuis (Pastoor Bolsstraat 70-82 en Oude Postweg 4-6, 5 en 10). De late 19de en eerste helft 20ste eeuw leverde woningbouw op in neotraditionele stijl met bak- en kalkzandsteen en dat voor alle lagen van de bevolking. Opmerkelijke realisaties uit het begin van de 20ste eeuw in baksteenarchitectuur zijn het eclectische kasteel Rondenbos en de tweelingvilla L’Etoile en Panorama.

De buitengebieden van Alsemberg, voornamelijk de Genstberg en Ingendael, werden ontwikkeld voor woningbouw in de jaren 1950 en 1960. In de vele verkavelingen werden modernistische panden in de typische vormentaal van de fifties, sixties en seventies opgetrokken: viergevelwoningen, witgeschilderde baksteen, donkere plinten, gebeitste ramen, platte of zwak hellende daktypes, houten planchetten ... Opmerkelijk is dat de panden vaak opgetrokken werden door inwijkelingen die hun eigen architecten meebrachten waardoor er een rijke vormentaal ontstond. Het werk van de lokale architect Valère Retour is zeer herkenbaar. Hij bouwde villa’s in de nieuw ontwikkelde wijken van Alsemberg, onder andere zijn eigen woning en de woning Vranckx-Van Puyvelde. Het belangrijkste schoolgebouw van de gemeente is het Sint-Victorinstituut dat het dorp domineert met zijn beschermde neogotische broederklooster en de schoolvleugels in zowel neogotische als en art- decostijl.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Beersel, afdeling II (Alsemberg), 1961/2.
  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, beschermingsdossier DB002198, de dorpskern met vier monumenten (Paesmans G. 2003).
  • Atlas van de buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijk Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • BOLS J. 1910: De kerk van Alsemberg en haar mirakuleus beeld van O.L.Vrouw, s.l.
  • BRASSINE J. 1991: Beersel, onze 5 deelgemeenten op de drempel van de 20e eeuw, s.l.
  • DE GELAS J. 1984: De papiernijverheid in Brabant tussen de XVIe en de XVIIIe eeuw, Ucclesia 101, 7-9.
  • DE GELAS J. 1984: De papiernijverheid in Brabant tussen de XVIe en de XIXe eeuw, Ucclesia 102, 5-7.
  • DE SEYN E. s.d.: Dictionnaire Historique et Géographique des communes Belges, deel 1, Turnhout.
  • GRAFF Y. 1960: Ontdekking van Gallo-romeinse overblijfselen 2de en 3de eeuw te Lot (Brabant), Eigen Schoon en de Brabander 43.
  • JOURDAIN A. & VAN STALLE L. 1896: Dictionnaire encyclopedique de Géographie Historique du Royaume de Belgique, deel 1.
  • KILLENS S. 1988: Een verdwenen Alsembergse herberg, De Brabantse folklore 260.
  • MELKENBEECK J. 1956: Heraldiek uit de streek van Rode, Eigen schoon en de Brabander 39, 398-403.
  • MELKENBEECK J. 1964: Heraldiek der gemeenten van Vlaams Brabant, Eigen schoon en de Brabander 47.1-2, 97-129.
  • PIETERS E. 2000: Buitenverblijven in de rand rond Brussel 16de-20ste eeuw, Ucclensia 183 + 184.
  • PROOST A. 1974: Alsemberg in oude prentkaarten, s.l.
  • ROOBAERT R. 2008: Een overzicht van de dorpsnamen van West-Brabant, Eigen schoon en de Brabander 91.4, 473-506.
  • S.N. 1958: Geschiedenis van Huizingen en zijn kasteel, De Brabantse Folklore 138.
  • S.N. 1980: Gemeenten van België, geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek, s.l.
  • THEYS C. 1930: Alsemberg, Toerisme 9, 22.
  • THEYS C. 1930: Alsemberg, Toerisme 9, 13.
  • THEYS C. 1934: Alsemberg, Inleiding tot een geschiedenis der gemeente Alsemberg, 17, 5-6.
  • THEYS C. 1934: Alsemberg, een begenadigd plekje in Brabant, Toerisme 13, 14.
  • THEYS C. 1960: Geschiedenis van Alsemberg, Brussel.
  • VASTIAU M. 2008: De naam Alsemberg, En het dorp zal duren … 10.39, 36-48.

Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Alsembergsteenweg

  • Omvat
    Berkenlaan

  • Omvat
    Beukenbosstraat

  • Omvat
    Brusselsesteenweg

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Christiaenskapel

  • Omvat
    Dorpskern Alsemberg

  • Omvat
    Gemeentelijke begraafplaats van Vorst

  • Omvat
    Grootbosstraat

  • Omvat
    Herisemmolen of Cartonnerie Winderickx

  • Omvat
    Hoogstamboomgaard met afsluitingshaag

  • Omvat
    Houtkant met oude knoteiken op talud

  • Omvat
    Houtkant met oude knoteiken op talud

  • Omvat
    Laarheidestraat

  • Omvat
    Losseweg

  • Omvat
    Meigemheide, Gasthuisbos en Begijnenbos

  • Omvat
    Modernistische villa

  • Omvat
    O. L. Vrouwstraat

  • Omvat
    Onze-Lieve-Vrouw Moeder van Barmhartigheidkapel

  • Omvat
    Onze-Lieve-Vrouwkapel

  • Omvat
    Onze-Lieve-Vrouwkapel

  • Omvat
    Oude knoteik als hoekboom

  • Omvat
    Oude Postweg

  • Omvat
    Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw

  • Omvat
    Pastoor Bolsstraat

  • Omvat
    Sanatoriumstraat

  • Omvat
    Vanderveldenlaan

  • Omvat
    Watertoren

  • Omvat
    Wijk Grote Kapel

  • Omvat
    Woning De Saeger

  • Omvat
    Woning Demol

  • Omvat
    Woning Retour-Duyck

  • Omvat
    Woningen Belsack-Theys

  • Is deel van
    Beersel


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Alsemberg [online], https://id.erfgoed.net/themas/14064 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.