Geografisch thema

Huizingen

ID
14066
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14066

Beschrijving

Huizingen is sinds de gemeentefusies van 1977 de kleinste deelgemeente van Beersel. Huizingen grenst ten zuidoosten aan Dworp, ten westen aan Buizingen en Sint-Pieters-Leeuw en ten noorden aan Lot. Het dorp heeft twee gehuchten Sollenberg en Neerdorp beiden ten noordoosten van de dorpskern. De westelijke grens van de gemeente wordt gevormd door de Zenne.

Geschiedenis

In het begin van de 9de eeuw schonk Vrouwe Angela de parochie Sint-Pieters-Leeuw met zijn 9 bijkerken, waaronder Huizingen, aan de Sint-Pieterskerk van Keulen. Deze schenking ging vermoedelijk verloren als gevolg van de invallen van de Noormannen in de 10de eeuw om later naar de abdij van het Heilig Graf van Kamerijk te gaan. J. Verbesselt wijst op de grote kans dat ook het kapittel van Zinnik aanzienlijke bezittingen had te Huizingen.

Het dorp wordt voor het eerst vermeld in het begin van de 12de eeuw. De oudst bekende wereldlijke heren behoorden tot het geslacht de Bruxella-Aa. De familie de Huncenghem moet in de 12de en 13de eeuw de lokale vertegenwoordiging van de voogdijheren van Aa geweest zijn.

De voogdijheren schonken hun tiendrechten in 1207 aan het klooster van Ter Kameren, net als de tiende van Vicogne in 1259. Vermoedelijk moet ook de overheveling van het altaar van Huizingen naar dezelfde abdij in dat licht gezien worden. Al voor 1259 bezat de abdij van Vicogne te Huizingen het patronaatschap. Ze verkocht het in mei van dat jaar aan de abdij van Ter Kameren. In 1730 werd de lokale pastoor de tiendheffer.

De hoge rechten hoorden in de 14de eeuw toe aan de hertogen van Brabant die zich lieten vertegenwoordigen door de meier van Rode. In 1489 verpachtten de hertogen hun rechten aan de heer van Beersel, Hendrik I van Witthem. Vanaf 1504 kwamen ze toe aan Wolffaert van Itter. Vervolgens werd de heerlijkheid teruggekocht door de hertog om in 1538 toe te komen aan Pieter Boisot de jonge, latere eigenaar van het ‘Hof ter Borcht’ of ‘Speelhuys’. Hij werd de eerste echte heer van Huizingen. Nog in 1557 en 1561 verkreeg hij de hoge, middelbare en lage rechten. De rechten gingen over naar Karel Boiset die na het tekenen van het Eedverbond de edelen (1566) zijn rechten op Huizingen verloor. Albert Vaucamps bezorgde het kasteeldomein een laatste bloeiperiode wanneer hij tussen 1875 en 1893 het negentig hectaren grote park liet aanleggen.

Naam

De naam ‘Huizingen’ heeft volgens dr. Jan Lindemans een Frankische oorsprong wat het begin van een bewoningssite plaatst in de middeleeuwen (3de-10de eeuw). De naam zou komen van Huntso-inga-haim wat zoveel betekent als ‘woning van de lieden van Huntso’.

In 1134 of 1137 wordt in een acte de naam Gisla de Hunsegem vermeld. In 1276 werd Hussinghem genoteerd om in 1321 voor de eerste keer Huisinghe terug te vinden. Er volgen verschillende versies op de naam: Honsegen, Hunsegem (1138), Huncegem (1208), Huncemghem (1214), Onseghem (1220), Hunseghem (1222), Husingem, Husingen, Huysinghen en Huyssinghen (1435), Huyssinges (1560).

Gemeentewapen

Huizingen draagt als gemeentewapen de afbeelding van een zittende Sint-Jan de Doper met Lam Gods op een azuur achtergrond.

Geografie

De gemeente ontstond ter hoogte van de samenvloeiing van de Molenbeek en de Kesterbeek die van de noordelijke valleiflank omlaag stroomt. De Molenbeek stroomde vervolgens ter hoogte van het gehucht Neerdorp in de Zenne maar werd in 1208 gekanaliseerd en mondt nu noordelijker, ter hoogte van Lot uit in de Zenne. De natuurlijke monding is niet meer zichtbaar. Beide beekvalleien bepalen het landschap van Huizingen. Komende uit Dworp verbreedt de beekvallei ter hoogte van de natuurlijke monding tot een riante vallei met zacht oplopende valleiwanden.

Huizingen wordt sterk bepaald door de groene zones van het provinciaal domein en de Molenbeekvallei. De geologische ondergrond met zijn contact tussen Ieperiaan zand en Ieperiaan klei heeft vele bronnen doen ontstaan en moerasbodems. Huizingen wordt momenteel getypeerd door zandleemgronden, Sollenberg en de heuvel gevormd door Hoogveld-Keiberg-Karenberg zijn de enige twee zandophopingen in de deelgemeente. Het heuvelachtige Huizingen behoort tot de Brabantse Ardennen.

De beekvallei wordt getypeerd door weiden terwijl de flanken in gebruik zijn als velden om op de hoogste punten over te gaan in ruime bosgebieden (Kluisbos, Gasthuisbos, Hanebos).

Molenbeek

De Molenbeek bepaalde in grote mate zowel de geografische situatie als de bewoningsgeschiedenis en de industriële ontwikkeling van de gemeente.

De Leuzebeek, nu Molenbeek, ontspringt in Sint–Genesius-Rode. Ter hoogte van het Winderickxplein in Alsemberg werd een watervang gebouwd en start de grotendeels artificiële Molenbeek. Voor de Sollembergmolen in Huizingen werd de loop van de beek verlegd. Bij het stoppen van de molenactiviteit werd ook daar de artificiële waterloop gedempt. Pas in de late 19de eeuw, bij de economische ontwikkeling van Huizingen en Lot verschoof de industrie van de Molenbeekvallei naar de Zennevallei.

Ontsluiting

Huizingen wordt van noord naar zuid doorsneden door de verbindingsweg Brussel-Halle die de noordelijke valleiflank afdaalde via de Sollenberg en aan de voet ervan de Molenbeek overstak om richting Halle voort te lopen. De weg wordt gekruist door twee van west naar oost lopende wegen: de weg van aan de Zennebrug (nu Lot) naar Huizingen en Dworp op de zuidelijke oever van de Molenbeek (nu de G. Demeurslaan) en de weg van aan de Zennebrug naar Alsemberg op de noordelijke valleiflank (nu Dworpsestraat en Lotsesteenweg). Beide parallelle wegen waren met een stenen brug verbonden ter hoogte van het oude dorpscentrum. Tussen de hoofdwegen ligt de lokale weg die naar het dorp van Huizingen loopt en verder naar Alsemberg (nu Watermolenstraat).

Ter hoogte van de aftakking van de lokale weg naar Huizingen ontstond het gehucht Sollenberg. Neerdorp ontstond op de zuidelijke weg naar de Zennebrug.

In 1826-1833 werd de Steenweg Alsemberg – Halle via Huizingen aangelegd. Het dorp van Huizingen werd verplaatst naar zijn huidige locatie. Enkel de straatnaam Oud Dorp refereert nog naar de oude dorpskern. De aanleg van de spoorlijn 26 Halle-Schaarbeek (1896-1930) betekende een belangrijke stimulans tot de industriële ontwikkeling van Neerdorp en het einde van het Hof van Neerdorp, dat plaats maakte voor de papierfabriek Demeurs.

De autosnelweg Brussel-Parijs (RO / E19) komt Huizingen ten oosten van de dorpskern binnen. De snelweg werd aangelegd in 1956-1970 en ontzag zowel de nieuwe 19de-eeuwse dorpskern als het provinciaal domein. De oude dorpskern verdween.

Bewoningsgeschiedenis

In Huizingen werden geslepen vuurstenen gevonden wat wijst op een prehistorische occupatie (Provinciaal domein Kasteel van Huizingen). De oudste bewoningssporen te Huizingen gaan terug tot de Romeinse periode. In de restanten van de in 1900 afgebroken kerk in het oude centrum van Huizingen werden Romeinse fragmenten in de muren gevonden. Het ging om recuperatiebouwmaterialen wat wijst op een Romeinse nederzetting in de omgeving. In de wijk Eizingen (Halle) en op de Sollenberg werden eveneens Romeinse restanten aangetroffen en vermoedelijk verwijst de naam Kesterbeek naar een Romeins castrum of fort. Het fort werd nog niet gelokaliseerd.

De kern van het dorp Huizingen zou teruggaan op een Frankische landbouwnederzetting. Deze zou te vereenzelvigen zijn met het Hof ter Borcht dat vermoedelijk samenvalt met het huidige kasteel van Huizingen, of zijn landbouwuitbating. De hofkapel zou het religieuze centrum van de gemeente gaan vormen. Op de Ferrariskaart (1770-1778) is te merken hoe ten zuiden van de Sint-Jan-Baptistkerk met ommuurd kerkhof een kleine woonkern lag. Rond het dorpsplein lagen enkele gebouwen. De pastorie (oudste vermelding 1260) stond iets oostelijker, weg van het dorpscentrum. Het dorp Huizingen werd in drie fases ontmanteld: door de parkaanleg van Albert Vaucamps vanaf 1875, de nieuwbouw van de parochiekerk in 1895-1899 en de aansluitende afbraak van de oude kerk (1900) en de aanleg van de R0 in 1956-70.

De autosnelweg Brussel-Parijs (RO / E19) ontzag het kasteeldomein maar vernielde wel de oude dorpskern van Huizingen. Naast de kerk werden er honderdvijfenzestig ‘innemingen’ uitgevoerd, vijftien hectaren grond werden onteigend, twee schuren, 32 huizen en één feestzaal werden afgebroken. De kasteeldreef werd gerooid, drie woningen langs de Alsembergsesteenweg werden met de grond gelijk gemaakt. Slechts een paar huizen langs Oud Dorp herinneren aan de oude dorpskern.

Het oorspronkelijke ‘Hof ter Borcht’ lag volgens C. Theys tegenover de pastorie. Er bestaat geen beschrijving van en het is onduidelijk of het gaat om een zuivere hoeve-uitbating dan wel het hele domein van kasteel en neerhof. In 1491 wordt volgens A. Bal in het cijnsboek een anonieme site omschreven die voldoet aan de beschrijving van de locatie van het huidige kasteel van Huizingen. Het domein dat door Albert Vaucamps vanaf 1875 omgebouwd werd fungeert vandaag als provinciaal domein.

De bebouwing verplaatste zich richting de Henri Torleylaan en het nieuwe dorpscentrum nadat de parochiekerk in 1896-1897 was opgetrokken net als een nieuwe pastorie en het gemeentehuis (1908-1911).

Huizingen bleef tot ver in de 19de eeuw een uitgesproken landbouwgemeente met beperkte en verspreide bebouwing. Langs de rivierbedding lagen beemden. Op het einde van de 18de eeuw waren 2 van de 3 watermolens van Huizingen in gebruik voor de papierproductie. De aanleg van de spoorlijnen 26 en 96, de Alsembergsesteenweg in de 19de eeuw en de R0 in de 20ste eeuw, betekende een stimulans voor de industrialisatie van de gemeente. De papiermolen van Neerdorp werd omgebouwd tot papiermolen de Meurs vanaf 1833. Vooral het mondingsgebied van de Molenbeek in de Zenne bleek geliefd als industriegebied. In nog geen eeuw tijd, tussen 1840 en 1932 verviervoudigde het inwonersaantal van bijna 600 naar 2236 inwoners. Net als in het aansluitende Lot werden in Neerdorp vele arbeiderswoningen neergezet. Eind jaren 1960 wordt Huizingen beschouwd als een klein industriecentrum en een gemeente met belangrijke werkgelegenheid. Dat moet zeker gezien worden in de uitstraling van het geïndustrialiseerde Lot. Huizingen kenmerkt zich tevens door een opvallend grote aanwezigheid van sociale woningbouw daterende van na de Eerste Wereldoorlog met de Sint-Leonarduslaan (1922-1932) tot de Goudkasteelwijk (1960-1984).

  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 2350, Huizingen, Goudkasteellaan, Sint-Leonarduslaan.
  • Atlas der buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke bibliotheek van België, uitgegeven in 1770 – 1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • BRASSINE J. 1997: Onze vijf deelgemeenten, Beersel.
  • BAL A. 1957: Geschiedenis van Huizingen en van het kasteel, De Brabantse Folklore 133.
  • BAL A. 1958: Geschiedenis van Huizingen en van het kasteel, s.l.
  • BAL A. 1965: Geschiedenis van Huizingen, De Brabantse Folklore 165, 87-110.
  • BAL A. 1979: Huizingen Toponymische studie, s.l.
  • DE SEYN E. s.d.: Dictionnaire Historique et Géographique des communes Belges, dl 1, Turnhout, 610-611.
  • GERRITS J. 1985: Gids voor Vlaanderen, toeristische en cultuurhistorische encyclopedie van de Vlaamse gemeenten, Tielt, 105-109.
  • PIERRARD J. s.d.: Les origines d’Uccle, Ucclensia 207, 3-12.
  • ROOBAERT B. 2008: Een overzicht van de dorpsnamen van West-Brabant, Eigen schoon en de Brabander 91.4, 473-506.
  • S.N. 1958: Geschiedenis van Huizingen en zijn kasteel, De Brabantse Folklore 138.
  • S.N. 1980: Gemeenten van België, geschiedkundig en administratief –geografisch woordenboek, s.l.
  • STIENS H. 2002: Verdwenen Huizingen, En het dorp zal duren … 4.16.
  • THEYS C. 1936: Huizingen-bij-Halle, Toerisme 15.1.
  • VASTIAU M. 2008: De naam Huizingen, En het dorp zal duren … 10.37, 50-55.
  • VERBESSELT J. s.d.: Verdwenen en verplaatste dorpscentra, s.l.
  • VERBESSELT J. 1986: Verdwenen en verplaatste dorpscentra in Brabant, Eigen schoon en de Brabander 68.1-3, 1-26.

Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    A. Vaucampslaan

  • Omvat
    Begraafplaats

  • Omvat
    G. Demeurslaan

  • Omvat
    Guido Gezellestraat

  • Omvat
    H. Torleylaan

  • Omvat
    Meigemheide, Gasthuisbos en Begijnenbos

  • Omvat
    Oud Dorp

  • Omvat
    Oude tamme kastanje

  • Omvat
    Oudstrijdersstraat

  • Omvat
    Rijhuis met gevel in cimornébekleding

  • Omvat
    Sollenberg

  • Omvat
    Tuinwijk Buizingen en Cité Bollinckx

  • Omvat
    Villa

  • Omvat
    Watermolenstraat

  • Is deel van
    Beersel

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Huizingen [online], https://id.erfgoed.net/themas/14066 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.